te Buitenzorg, waartoe het mijne ook
behoort, die met het front naar het
Westen liggen, sprongen verscheidene
lampen uit de hangers, kalk viel overal
van de muren, deuren én vensters die
niet of slecht gesloten waren, sprongen
open, kortom het was een geweldig
leven."
Tussen 7 en 10 uur werd het steeds
donkerder en om kwart over tien
moesten de rijtuigen hun lantaarns ont
steken. De lucht kreeg een grauwe
kleur en daalde in dikke geelachtige
grijze wolken neer tot op de grond.
Verbeek: "De dampwolk te Buitenzorg
werd niet onmiddelijk opgevolgd door
aschregen, maar er verliep nog meer
dan een 1/2 uur, vóór dat de eerste
korreltjes asch bemerkbaar werden, en
eerst om 11.20 uur begon de eigenlijke
aschregen. Na 3 uur hing overal
een natte koude mist of damp, met
flauwen reuk van zwavelig zuur; tijdens
de duisternis, en ook daarna, was het
merkbaar kouder dan op andere dagen.
Volslagen duister is het te Buitenzorg
niet geweest; alleen was het van
11.30 uur tot 12 uur toch zóó donker,
dat men op 25 meter geen voorwerpen,
b.v. boomen of huizen onderscheiden
kon; na 1 uur werd het merkbaar lichter
en begonnen hanen te kraaien."
In Nederland werd het nieuws van de
ramp met grote vertraging ontvangen.
Pas op dinsdag 28 augustus maakte
het Algemeen Handelsblad, melding
van de uitbarsting, die zelfs in Solo
was gehoord, terwijl men in Cheribon
een asregen waarnam en de gloed
van het vulkanische vuur daar te zien
was, en in Serang de duisternis zo erg
was, dat men bijna geen hand voor
ogen kon zien. Het bericht vervolgt:
"Een dorp, gelegen in de nabijheid van
Anjer, is verwoest door een geweldige
baar, welke plotseling uit zee oprees
en zich ver over de kust landinwaarts
verspreidde."
Het waren de snel opkomende en weer
even snel wegtrekkende vloedgolven
die de meeste schade veroorzaakten.
Op donderdag 30 augustus verscheen
in het zelfde dagblad het volgende
bericht: "Heden komen weder droevige
berichten uit Java. Van particuliere zijde
vernamen wij heden tegen 1 uur, dat
Anjer verwoest was, en even na 4 uur
kregen wij het bericht, dat Anjer, ge
heel is verwoest door een zeebeving,
die volgde op de uitbarsting van den
vuurspuwenden berg op het eiland
Krakatoa. Zeer vele personen hebben
daarbij het leven verloren. De steen
groeven van Merak (Bantam) zijn ge
heel verdwenen; alle aanwezigen kwa
men om, behalve de heer Nieuwenhuis.
Hgt getal slachtoffers, zoowel Euro
peanen als inlanders, in het noorden
der residentie Bantam (door koortsen
en veepest reeds zoo zwaar beproefd)
wordt ontzaglijk groot genoemd en de
schade van de eigendommen onbe
rekenbaar.
"Ook tot den omtrek van Batavia heeft
de verwoesting zich uitgestrekt, aan
den zeekant. Het drijvende droogdok
bij het eiland Onrust (op de reede van
Batavia) is van de ankers geslagen en
belangrijk beschadigd. Volgens nadere
berichten van Reuter zijn ook het drij
vende dok van het eiland Amsterdam
en de oorlogsstoomboot Siak op het
eiland Purmerend gestrand en de
stoomboot Wilhelmina op de kust
bij Tandjong Priok. Of met die laat
ste boot de Prinses Wilhelmina van
de maatschappij Nederland is bedoeld,
welk schip thans in Indië is, weten wij
niet; bij de directie was daarvan te
4.30 uur nog niets bekend."
KRAKATAU MONUMENT
Een door de Krakatau in 1883 uit
gespuwd brok steen van 15x2,5 mtr,
dat terecht kwam bij Tjikoneng (niet
ver van de vuurtoren van Anyer) zal
binnenkort tot "monument 100 jaar
Krakatau" worden verklaard.
Bij de "telegrammen ontvangen na 4
uur" vinden we op dezelfde donderdag
nog het laatste nieuws:
"Batavia, 29 aug. Omstreeks half een
begon de hemel alhier op te klaren.
Het verkeer met Serang is hersteld.
Zoowel de wegen als straten om en
nabij de stad, benevens de huizen, zijn
bedekt met een dikke aschlaag. Telok
Betong en Tjeringen zijn verwoest. Al
de kustlichten in de Straat van Soenda
zijn verdwenen en de zee bedekt de
plaats waar Krakatoa vroeger bestond.
De gansche kust, welke de Straat
Soenda ter wederzijde insluit, heeft
een ander aanzien gekregen en het
doorvaren der straat zelve is zeer
gevaarlijk."
Op 3 september meldde het blad:
"Een uitgestrekte vlakte van lavapuin-
steen bedekt de zee bij de Lampongs
(het deel van Sumatra dat aan straat
Soenda grenst), en belet Telok Betong
en andere deelen van Sumatra en den
Zuid-Westhoek van Java te naderen.
Men schat het aantal slachtoffers aan
overledenen op Java op dertien
duizend."
Dat aan de ramp bovendien een staat
kundige betekenis werd toegeschreven,
bleek uit de berichtgeving in het
Algemeen Handelsblad van 4 sept.:
"De toestand in de Lampongs is vree-
selijk. Tot vijf mijlen binnenslands is
alles verwoest. De dooden tellen bij
duizenden. Het is onmogelijk te nade
ren, omdat de inlanders woedend zijn
en den Hollanders de schuld geven
van de verwoestingen wegens Atjeh.
Dit bericht is van zeer ernstigen aard.
Het leert in de eerste plaats dat de
verwoesting verder om zich heen heeft
gegrepen dan men gedacht had en dat
de belangrijke Lampongsche districten
op de Zuid-Oostkust van Sumatra wel
licht nog veel meer hebben geleden
dan Bantam. In de tweede plaats krijgt
de ram{> een onrustbarende staatkun
dige beteekenis, wanneer de inlanders,
gewoon in groote rampen, ook als zij
onschuldigen treffen, het werk te zien
van een straffende godheid, de schuld
geven aan de landsregering en de oor
log tegen Atjeh beschouwen als de
aanleiding tot den toorn der goden.
Het zal den Indische regeering hopen
wij, gelukken die meening te bestrijden,
maar daar deze vermoedelijk ook in
andere delen van Insulinde bij de in-
landsche bevolking postvatten, blijkt
opnieuw hoe dringend het nodig is,
het Indische leger ten spoedigste te
versterken."
De hevigste eruptie (op 30 aug. 1883)
bracht een enorme golf teweeg, die
zich over grote afstanden voortplantte:
naar Ceylon, Aden, Mauritius, Port
Elisabeth in Zuid-Afrlka en zelfs tot
aan de kust van Frankrijk. Dat gebeurde
vlugger of minder vlug, afhankelijk van
(lees verder volgende pagina)
Een recente foto van de Krakatau. De rookpluim is afkomstig van een ander klein eilandje
("anak Krakatau"), achter de Krakatau gelegen.
17