"Maar ook geen bouillon en andere dierlijke produkten", zei ik nog. "Neen, neen, maak je maar niet on gerust", antwoordde Kamiran, die daarna voor elke maaltijd onze wensen kwam opnemen. "Waarom is hier nu alles weg?", vroe gen we onder meer aan Kamiran. Hij legde het ons haarfijn uit. "We hebben een uiterst beroerde tijd gehad, ik ben blij dat ik het er levend vanaf heb ge bracht. Eerst de politionele akties in 1947 en toen weer begin 1949. Veel is toen in brand gestoken. Het oude hotel Lawu, hotel Beau Site, alle hui zen hier. Toen in 1965 broedermoord, de communistenopstand. Vele slacht offers, veel vernielingen." Hij lacht, hij leeft nog. "Hoe lang werk je per dag?" willen we weten. "Ik begin om half zes 's ochtends. En dan tot een uur of half tien 's avonds. Hangt er een beetje vanaf wanneer de gasten avondeten willen hebben." "En je vrouw?" "Die is tani, teelt ketala, ubi, djagoeng, ja, geen gemakkelijk leven, maar kin deren hebben allemaal goed onderwijs gehad. Wij hadden daar vroeger geen geld voor en ik ben dus nauwelijks op school geweest," zegt Kamiran. Kamiran's verhaal over de vernielin gen verifieerden we: het klopte alle maal. Ook achterhaalden we via hem een oud verhaal uit de Nederlandse tijd. Er zou in de bossen boven Saran- gan een menseneter, genaamd War ning Boyo huizen. Ik stak mijn licht op bij hem. Hij begon te glunderen. "Dat verhaal ken ik van mijn groot moeder. Helemaal geen menseneter, dat was het verhaal dat de Nederlan ders rondstrooiden omdat ze bang voor hem waren. Neen, het was een Sakti, een wijze man, die als kluize naar in de bergen leefde. Hij had ma gische krachten. Hij was net zo als U: at ook geen vlees Ik begreep nu dat Kamiran zelfs ach ting voor ons had omdat we vegeta-- riër waren. Nog nooit meegemaakt in Europa. Kamiran vertelde nog: "De Javanen vroegen hem altijd om raad als ze ziek waren of problemen had den. Maar blanken liet hij tot op vijf meter naderen, en dan was hij opeens weg. Hilang, zo maar onzichtbaar. Geen wonder dat de blanken bang voor hem waren en klopjachten orga niseerden om hem te vangen, die 'menseneter'." Openbaar vervoer Het openbaar vervoer in Indonesië, al thans op Java en op Bali, want verder strekt onze ervaring niet, is goed ge regeld. Treinprijzen zijn 'gedemocrati seerd', kosten een krats. Van Bandung naar Yogya (een reis van tien uur) be taalden we in de tweede (hoogste) klasse voor een gereserveerde plaats f 15,per persoon, kind half geld. Men kan echter niet zomaar een kaar tje kopen. De dag tevoren gaat men naar de stationschef, geeft hem een kleine fooi en bespreekt de plaatsen. Christelijke MULO - Yogyakarta - Schooljaar 1939/1940 - Klas 1 C Voorste rij v.l.n.r.: Jaap Heydanus, Soeripto, Winnie Beem, Daan Andoetoe, Victor Breuer. 2e Rij v.l.n.r.: Els Penningnieuwland, Trees Wenno, Rosa Kesaulia, Waliie Beem, Jeanne (Mien) van Blommestein, Wies Hesselink, Els Fredriksz, Sophie Flamang, Hettie van Affe- len van Saemsfoort, Hanna van Zijp. 3e Rij v.l.n.r.: Eric Stephanus, Elmier Felix, Anita Portier, Co van der Heide, Ellen van Waardenburg, Tillie Fredriksz, Annie Daemke, Trees Szrama, Evie Welker, Heer Oldhof (directeur). 4e Rij v.l.n.r.: Henk Glaser, Frans Pelt, Ulrich de Pagter, Hennie de Jonquire Gerrit Burgman, Johan Yung, Rob Kessing, Gerrit Gouw, Vennie Bonte. Wie kent deze jongelui of herkent zichzelf op deze foto en wil contact opnemen met ROB KESSING, Vijverlaan 20, 2742 ZJ Waddinxveen, tel. 01828- 1 31 80. Men krijgt een regu en haalt de kaar tjes bij hem af voordat de trein ver trekt. In Jakarta regelde ons reisbureau de zaak voor ons, in Bandung het Guesthouse. "Waarom zo ingewik keld?" wilden we weten? "Om zwarte handel in besproken plaat sen te voorkomen." Plaatselijk vervoer gaat goed per bus (kost ongeveer 30 ct, ongeacht de af stand) of met de talloze Honda en Colt minibusjes die een vaste route voor een vaste prijs rijden. Opstap pen waar men wil langs de route, uit stappen evenzo. De Guesthouses we ten de prijs en de routes. Kosten on geveer 45 cent per persoon, kindertjes gratis, evenals in de bus. Wij vonden het een uitstekend systeem. In Jakarta gebruikten we echter uitsluitend taxi's omdat we er maar kort waren en geen zin hadden ons te verdiepen in de routes. Ook de taxi's zijn goedkoop in Jakarta. Let er wel op dat ze een meter hebben en vraag de chauffeur voor vertrek te laten zien dat deze werkt. Tawarren is dan overbodig. Wat het tawarren be treft: doe dat niet met de botte bijl, doch lachend. "Ach, ik ga failliet, rugi. Reken me toch een ochtendprijs (mid- dagprijs etc.)" Het is tenslotte een spel dat men graag meespeelt en waar bij ieder in zijn waarde gelaten wil worden. De botte bijl werkt soms ave rechts: men weigert te verkopen. Dan nog een andere tip: zorg vanaf de aankomst op vliegveld Halim voor kleingeld. Briefjes of munten van 100 Rp en 500 Rp. Men heeft het steeds nodig. Wissel dus zoveel mogelijk groot geld als dat mogelijk is. Een goede tip die we in Den Haag kregen, en waar we veel plezier van hadden. Ook deze: confirmeer steeds een paar dagen van te voren een voorgenomen vliegreis. Telefonisch als men ter plaatse is. Is men niet ter plaatse dan kan men bijvoorbeeld het reisbureau vragen behulpzaam te zijn, want inter lokaal telefoneren is belachelijk duur. Ons reisbureau in Jakarta verleende ons hierbij uitstekende service en bel de zelfs ons laatste Guesthouse op voordat we arriveerden uit Bali, om te laten weten dat alles in orde was. Wie tijd neemt om alles een beetje uit te zoeken, en daar ook plezier in heeft, kan een prettige vakantie in Indonesië hebben. En voor wie wat gemakzuch- tiger is: schakel een reisbureau met goede Indonesische contacten in. Check zelf wel de vliegprijzen, want dat kan geld schelen. En wie niet op ziet tegen een paar uur extra vliegen kiest natuurlijk Singapore Airlines die niet lATA-gebonden is en dus een veel betere service aan boord heeft dan vele anderen, met alle drank gratis, op elk gewenst moment. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 21