Dc Beste Jaren van Mijn Leven (XXVII) "BAALEN DROEFHEID99 KORTE BERICHTEN UIT INDONESIË Jan van den Boogert en echtgenote, een duurzaam partnership. ONTMOETING IN BATAVIA 19 Eenvoudige Indische mensen, de fami lie v.d. Boogert, doch degelijk en zeer gastvrij. Loyaliteit staat bij hen voorop. Menigmaal is moeder v.d. Boogert nog in Nederland geweest om familie te bezoeken. Plotseling werd zij ziek en kwam onverwacht in december 1981 te overlijden. Dit was een zware klap voor haar man en familie, ook voor de vele kennissen. Van den Boogert zag ik het laatst terug in de zomer van 1982, toen hij op bezoek was bij zijn kinderen te Zoetermeer. Hij zag er niet goed uit en was somber gestemd. Zeer verdrietig door het verlies van zijn dierbare en zorgzame echtgenote. Eind januari 1983 ontving ik zijn laatste brief waaruit heimwee en verdriet spra ken naar een verloren tijd en medio april 1983 ontving ik het droeve be richt van zijn overlijden na een fatale hartaanval. Hij zou op 11 april 73 jaar zijn gewor den. Zijn wieg stond te Sabang (Atjeh). Een stel fijne mensen die kort na el kaar van het levenstoneel verdwenen en met hen een brokje herinnering uit het oude Indië. But old soldiers never die, they just fade away. LOUIS BECKMAN LAPRÉ door G. W. H. van den Berg Herinneringen aan zijn tijd op Ned. Nieuw Guinea Biak, waar de auteur verkeersleider was. Kostelijke verha len even kostelijk geïllustreerd. Blad zijden vol milde humor waar kleine en grote waarheden mee overgoten worden. Verlaagd in prijs: f 15,porto f 4,25 BOEKHANDEL MOESSON - Prins Mauritslaan 36 - 2582 LS Den Haag Nog in Holland - op de tekenacademie - had een van de leraren mij een klein pakje gegeven met het verzoek dit aan zijn zoon in Bogor te doen toekomen. Eenmaal in Batavia had ik het naar Bogor gestuurd en een beleefd brief je ontvangen met dank en of ik eens "met mijn vrouw" naar Bogor kwam. Blijkbaar was mijn schrijfhand wat "manlijk". Ik antwoordde dat ik dat onmogelijk kon doen daar 'ik geen vrouw had, er nooit één hebben zou, omdat ik het zelf was. Ik was dit incident al weer zowat vergeten toen ik op een zondagmor gen in mijn voorgalerij zat en er een heer passeerde en recht op mijn pa- viljoentje afkwam. Hij lachte. Uit be leefdheid lachte ik witjes terug - ik zag niets grappigs. "ik ben S.," zei hij, "ik heb me krom gelachen om uw brief, geen wonder dat U geen vrouw hebt." Toen lachten we samen. Er volgde een gezellig gekeuvel over Rotterdam, waar hij geboren en getogen was en ik op school was geweest, over zijn vader, en we dronken een kopje kof fie, heel Hollands om 11 uur. Daar ik niet kon koken en dat paviljoentje al leen één kamer plus voorgalerijtje be vatte, gingen we ergens - ik weet niet meer waar - eten. Het was een openbaring, na zo'n lange tijd, enige maanden, altijd alleen te zijn geweest, nu iemand bij mij te hebben met wie ik samen at. "Wat doet U anders, zondags?" vroeg hij. Ik vertelde dat ik in alle opzichten "niets" deed, ik ging meestal vroeg een eind fietsen, had zodoende Mr. Cornelis bekeken, en zat verder te lezen of te schrijven naar Holland. "En waar eet U dan?" - Ik wist geen antwoord, zat wat benauwd te kijken. "Nou?" Toen vertelde ik van het broodje, dat de Chinees iedere dag bracht, geluk kig ook zondags, en dat ik daaraan genoeg had - in ieder geval genoeg aan moest hebben. Ik had geen ken nissen, geen collega's die mij ooit ge vraagd hadden te komen eten, ik was volkomen alleen. Wat erger was: een zaam. Hij zei niets, begon over allerlei an dere dingen en bracht mij later thuis, waar wij thee dronken. Maar voor hij weg ging had ik een Invitatie om de volgende zondag in Bogor te komen en dat heb ik gedaan. Ik heb er in de Plantentuin gewandeld en genoten van de prachtige bomen en varens en bloemen. En ik heb ook genoten van zijn pianospel, Schubert. In de avond terug, in de trein hoorde ik nog de melodie, zag de stille kamer, tiet uit zicht in de maan-lichte tuin. Maar we hebben elkaar nooit weer gezien. Een overplaatsing heeft dat verhinderd. ADDIE door SI BANGAU - Jakarta Oogloze Vissoort Een wetenschappelijk team ontdekte op ongeveer één kilometer diepte in de GUA RENGEL (Gua grot) bij Tuban een vissoort (ter grootte van een duim) zonder ogen. Het visje lijkt op een voorntje. Thans wordt nagegaan of het een unieke soort betreft of dat de - in Indonesië voor het eerst ontdekte - oogloze vissoort nog familieleden elders op de wereld heeft. "Awas pekerjaan kansteen" TJa "Awas" Let op, Pekerjaan Werk(zaamheden) maar nu dat KAN STEEN nog. Mogelijk omdat ik altijd in de morgen langs waarschuwings borden geplaatst langs de middenberm van een van de hoofdwegen van Jakarta, de Jalan Gatot Subroto, rijd liet ik me er toch tussen nemen. Zeg nou zelf, KANSTEEN. Moet je nou die dubbele ee als losse klanken uit spreken? Kanstè-èn dus? Ook geen gehoor. Zoals zo vaak wist mijn chauf feur direct het antwoord. "Kansteen Tuan, ya itu Kansteen," yang di pinggir jalan" (aan de kant van de weg). Ach natuurlijk, eindelijk gingen de lampen branden. Gewoon "kantsteen" dus, trottoirrand! Tja, iedere dag leer je er weer een woordje "Bahasa Indonesia" bij Indonesisch woordenboek Onder coördinatie van Drs. Sri Sukosi Adiwinarta legt een team van twintig taalgeleerden de laatste hand aan een tweedelig Indonesisch woordenboek. (Iets in de geest van onze van Dale dus). Men hoopt de eerste exemplaren gereed te hebben voor 28 oktober (Sumpa'h pemuda herdenking); rond die datum wordt n.l. het IVe nationale "Ba hasa Indonesia Congres" gehouden. Kom op Belanda waar blijft nou ons recent en complete grote woorden boek Indonesisch - Nederlands Nederlands - Indonesisch????? 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 25