SUSANNE EN RUUD
Op mij maakte hij de indruk nog met die bekende kater
te zitten. Zo'n gevoel van tussen waken en dromen, dat
weinig je interesseert en dat alles langs je heen gaat.
Wat wil je dan, dacht ik, als je elf maanden in Bandung
hebt gewoond en je bent pas terug. Hij, dat is de negentien
jarige Ruud Meijer uit Wassenaar.
Zij gaf te kennen erg op te zien tegen 'het naderend afscheid,
want partir is nog altijd mourir un peu. "Heb je het hier
dan zo naar je zin?" dacht ik. Is het hier dan zo goed?
Vergeleken dan. Zij, dat is de eveneens negentienjarige
Susanne Sera uit Banjarmasin (Kalimantan). Hij hier en zij
daar, zijn in contact gekomen met de stichting AFS. Deze
letters staan voor American Field Service, een organisatie
die zich inzet voor interculturele jongeren-uitwisseling.
Dat wil zeggen dat - zoals in dit geval - een Indonesische
scholier ongeveer één jaar naar Nederland komt, onderdak
vindt bij een gastgezin en hier naar school gaat en natuurlijk
deel neemt aan het sociale leven.
"Het was een voorrecht dat ik een jaar naar het buitenland
'heb gekund," zegt Ruud. "Voor ik ging had ik de wil om
mij aan te passen, waar ik ook zou komen en ik wilde mijn
blik verbreden. Méér zien en ervaren." Hij hééft meer
gezien en ervaren.
In Bandung heeft hij de SMA bezocht, hij is onder de indruk
gekomen van de natuur en het platteland en in Jakarta zag
hij oude gebouwen uit de oudé tijd. Hij wist en voelde toen
dat die gebouwen deel zijn van de Nederlandse geschiede
nis. Ook zijn geschiedenis. En hij herinnerde zich die
sprookjesachtige verhalen van zijn Nederlandse moeder
die Indië heeft gekend. "Ik ga me nu vast en zeker meer
verdiepen in de geschiedenis."
Zij wilde naar Nederland om hier veel te leren. En zij hééft
geleerd, daar in het Friese Lemmer. "Het gezinsleven
hier is zo anders, gezellig. Er wordt veel gepraat en de
Ruud Meijer met zijn gastfamilie Sutardi.
ouders staan zo open voor de kinderen. In Indonesië doen
ouders en kinderen hetzelfde. Je helpt met alles, dat is
gewoon. Hier kom je thuis en moeder doet alles. Jij moet
huiswerk maken. Je bent hier eigenlijk echt kind, beschermd.
Dat vind ik fijn!"
"De Indonesische gezinnen leven een beetje langs elkaar
heen," zegt Ruud. "Echt contact is er niet. Ook zijn ze
minder attent dan hier. Aan verjaardagen bijvoorbeeld
besteden ze niet zoveel aandacht, wel aan de specifieke
Indonesische feestdagen. Aan de andere kant laten de
ouders hun kinderen niet zo snel los als hier. Het gaat daar
geleidelijker en dan zie je ook dat er toch een hechte band
bestaat tussen ouders en kinderen."
"Wat ik ook zo fijn vind," vervolgt Susanne, "is dat hier
alles samen gedaan wordt. Samen uitgaan, kamperen in
de weekends en zo. Wat ik ook gemerkt heb is, dat hier
zoveel over politiek wordt gepraat, vooral op teevee. Dat
Susanne Sera in Balinees costuum.
is wel goed maar teveel." "En wat maakte op jouw een
negatieve indruk, Ruud?"
"De passiviteit van de mensen, de onbewustheid. Alles
laten ze gaan, laten ze over zich heen komen. Niettemin
is het Oosterse tijdsbesef een van de positieve dingen die
ik heb meegenomen. Alles komt terecht. Verder is daar
de corruptie, waar je razend om wordt. Corruptie tot zeits
diep in het onderwijs."
"Van het transport hier ben ik onder de indruk," zegt
Susanne, "dat is erg goed geregeld!"
"Wat vonden jullie nog meer niet leuk?"
"Een jaar lang blijf je de Westerse tourist en proberen ze
je van alle kanten voor alles meer te laten betalen!" (Ruud).
"Die discriminatie tegen Turken en Marrokanen. Dat zijn
toch ook mensen. En dat ze vaak denken dat Indonesië
minder is dan Nederland." (Susanne).
'Welke boodschap hebben jullie voor Indonesië en
Nederland?"
„Zorg goed voor je land Goed nadenken en afwegen bij
die kwestie van de kruisraketten, alle positieve en nega
tieve elementen."
"Wat gaan jullie straks doen?"
"Psychologie studeren. Op een Hollandse manier aan
de ©lag."
"Ik ga leren voor secretaresse. Ik ben blij dat ik
Nederland ken."
"Natuurlijk ben ik ook blij dat ik Indonesië ken."
Ik neem een slok koffie en hij spreekt Bahasa Indonesia
met haar. Zij antwoordt in het Nederlands.
R.B.
3