Een Indo die bleef John Vermeer werd geboren in Djombang (Oost-Java) op 13 juli 1922. Vanaf zijn prille jeugd was hij al vergroeid met de suiker. Want zijn vader D. Vermeer was administrateur van de Sf, Peterongan, en een broer van zijn vader, A. Vermeer, was administrateur van Sf. Asembagus. Zijn moeder, Wilhelmina van Lauwen, had een broer die ook administrateur was van Sf. Krian. Voor old-timers, vooral uit Oost-Java, zijn dit allemaal bekende namen, nietwaar? Ondanks zijn bloedsbanden met die suiker-bosses vond John zijn bedje niet gespreid. Hij moest moeizaam van onderaf beginnen. Hij slaagde voor de Mulo in Kediri in 1938; hogere schoolse opleiding heeft hij niet gehad Dadelijk daarop ging hij aan de slag (dus pas 16 jr. oud) als dagloner op Sf. Kentjonq (bij Pare), maar ging kort voor W.O. II over naar de spoorwegen. Toen de oorloq urtbrek werd hij in werkelijk militaire dienst opgeroepen, en werd daarbij inqe- deeld bij de bewaking van de geïnterneerde Duitsers (Ngawi) Maar toen de Jappen binnenvielen, werd hij - o ironie - zelf achter kawat en pagar opgesloten. Hij heeft de lange lijdensweg in Birma, Singapore, Malaysia en de zwerftochten daarna aan den lijve ondervonden. In 1948 kwam hij in het "gewone leven" erug, en begon opnieuw als dagloner of Sf. Wringinanom (Besuki). In 1952 werd hij WNI gewoon, moeiteloos, krachtens de toenmalige optie-regelinq. Als Indonesisch staatsburger bleef hij al zijn energie geven aan de suikercultuur. Voor hem kwam het begin van de doorbraak" in 1950 toen hij van Wringinanom werd verplaatst naar Sf. Purwodadi (Madiun) maar nu als snij- veldopzichter, de eerste trede van de suiker-hiërarchie. Want zijn chefs had den zijn plichtsbesef en volhardende werkzaamheid genoteerd. Achter elkaar volgden nu de promo ties. In 1953 tuin-opzichter op Ketang- gungan Barat. Nog hoger als Chef- aanplant vanaf 1955 op Nieuw-Tersa- na (bij Cirebon) en enkele andere fa brieken. In 1967 kwam zijn promotie af als Adj. Administrateur op Sf. Su- dhono. De top van zijn carrière kwam in 1973 toen hij werd opgenomen in de Directie van PNP.-XX te Surabaya als Chef van de Afd. Aanplantingen. In 1979 werd hij gepensioneerd, twee jaar later dan de wettelijke termijn, omdat de hoge bazen hem nog te zeer in actieve dienst nodig hadden Even ter toelichting. De Staats-Land- en Tuinbouw-ondernemingen in Indo nesia zijn verdeeld in min of meer zelfstandige groepen, elk met een ei gen directie. In dit geval is het de Perusahaan Negara Perkebunan (PNP) groep XX (20), met zetel te Surabaya (suikerondernemingen). Hoe verder? Ligt John nu duimendraai end in een kursi malas te genieten van een welverdiende oude dag? Zoek hem maar; je zult flink navraag moe ten doen en op pad moeten gaan om hem te vinden. Niet in zijn beide hui zen te Surabaya. Want John heeft zijn hart verpand aan de suiker, en woont na zijn pensionering in een eenvoudig huurhuis in de stad Madiun. Van daaruit gaat hij dagelijks in zijn jeep rond door het hele gebied, dat hij als zijn "supervisie" beschouwt: alle volks-suikertuinen van Nganjuk in Oost-Java tot diep in het Solose Hij stopt hier en daar, praat met tani's, die er aan het werk zijn, en neemt met een kennersoog de toestand van de gewassen op. Wat een hartzeer, als hij ziet, hoeveel stengels er verwaarloosd en verpie terd bij hangen; hij heeft er evenveel 18 John Vermeer verdriet van alsof het zijn eigen bezit was. En mistroostig is hij, als hij op de desa-coöperaties hoort, hoe groot (hoe gering) de produktie geweest is. Wat een verschil met "zijn" vroegere tuinen In 1975 overhandigde de Mi nister van Landbouw hem namens de Regering het Certificaat van Lof voor de uitnemende suikerproduktie van PNP.XX "Zijn" 4 fabrieken waren "kampioen" onder alle Sf. van Indo nesia: Kanigoro 151,9 kwintaal/ha, Su- d'hono 150,8 kw/ha, Pagottan 150,3 kw/ha, en Purwodadi 135,6 kw/ha, en daarmee verre uitgaande boven de ander Sf., en zelfs boven het door de Minister verlangde target. Deze had in 1974 alle Sf. een produktietoename van gemiddeld 7,81% opgelegd. Maar PNP.XX haalde 9 tot 17% toename, dankzij John. En nuin deze tuinen niet meer dan 70 kw/ha.! Vanwaar deze neergang? Aan de reporter, die met hem meegaat, vertelt hij in rappe taal, mengeling van Javaans, Indonesisch, Nederlands en Engels, hoe het vroeger geweest is. Op de rondtocht door Ma diun, Ponorogo, Ngawi, Magetan wijst 'hij al de gouden velden" aan, waar hij vroeger gewerkt heeft. Daar was het normaal, als de produktie 160 kw/ In Moesson van 1 feb. 1982 (blz. 6) maakten we kennis met Edward Her man Heken, 1914 geboren in Bogor die in 1957 met zijn hele gezin naar de V.S. trok, en in 1963 Amerikaans staatsburger werd. Na vele downs kwam voor deze "Amerikaanse In do" - zoals hij zichzelf noemt - de doorbraak, en kwam hij binnen in de wetenschappelijke kringen van de V.S. Hij deed en doet nog steeds baanbrekend onderzoek op het ge bied van Landbouw, biologie, ener gie, als een erkend en gewaardeerd deskundige. Graag willen wij naast deze top-researcher een andere Indo plaatsen, een "Indonesische Indo" zogezegd. Niet zo spectaculair, en op niet zo'n "hoog niveau", maar die de voorpagina van de grootste krant van Indonesia "Kompas" haal de vanwege zijn bijzondere presta ties en verdiensten, ook op land bouwgebied, en wel wat betreft de suikercultuur op Java. ha. was. "Kijk zelf maar de boeken in de fabrieken er op na". Maar als hij dan een prachtig perk aantreft, met volle weelderige sten gels, lichten zijn ogen op en kijkt hij verrukt. En met zijn fototoestel neemt hij de stengels van alle hoeken op. Ja, zegt een tani, voor Bapak Vermeer is een fraaie stengel als een schone vrouw. Hij kan er niet genoeg van krijgen telkens terug te komen, om ze te bekijken, te bewonderen, en met zijn blikken te liefkozen Ja, de tani's, de hele desabevolking, allen kennen John. Ze hebben hem heel hoog, vol eerbied voor deze Ba- pak van hen allen, die hun noden en belangen zo goed verstaat, en hun daadwerkelijke steun biedt. De reporter is het, alsof hij een Pro feet vergezelt. Overal spreekt hij de mensen aan: aan de wegkant, op een sawahdijkje, in hun huizen, op de desa-kantoortjes, leder, die met tebu te maken heeft, geeft hij uitgebreide adviezen, hoort hun klachten aan, be antwoordt duidelijk hun vragen, en laat niet na ook berispingen te geven, als hij meent, dat iemand zijn veldje te zeer verwaarloosd heeft. Want het doet hem pijn, te bedenken, hoeveel rugi hier geleden wordt. Door de tani, omdat de opbrengst van zijn land met meer dan de helft is teruggelopen sinds 1975. Door de fabriek, omdat deze voor de verwerking van tebu van lage kwaliteit (rendement) dubbel zo hard moet werken om de goede kwaliteit te produceren. En door de Staat, omdat 63 kw/ha een reuze- verlies is, als dezelfde grond 130 kw of meer zou kunnen opbrengen. "Dat is toch een idiote verspilling van de grond. Bij een hoge produktie zou de 'helft van de nu gebruikte tebu-gron- den kunnen worden benut voor andere noodzakelijke (voedings)gewassen I" Is er verbetering mogelijk? Jawel, zegt

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 18