Verhaal van vroeger (II) VOOR DE "VERGETEN" EX-KNILLERS IN INDONESIË hij. Als alle belanghebbenden een zuivere bedoeling hebben; als allen noestig, professioneel, en oprecht wil len werken; als ieder op alle gebieden wil bezuinigen Tot zover dit verhaal over een "Indo nesische" Indo, die we plaatsen naast de "Amerikaanse" Indo. Beiden van de eerste generatie, beiden uit het "n'iet" geklommen tot een top, zij het van verschillende hoogte, op ander niveau. Beiden hebben zich met volle inzet van hun persoon gegeven. De Amerikaan - zo lezen we in Moesson - om "op deze wijze iets aan zijn nieuwe vaderland terug te kunnen doen". De Indo, die bleef, uit liefde- voor zijn oude geboorte-, vader-, en moederland. Beiden kunnen tot voorbeeld strekken aan onze "jongeren", de tweede en derde generatie: ook iets terugdoen aan het nieuwe vaderland, waarin zij nu leven; en met dezelfde volharding, doorzetting, en noeste arbeid ais onze John Vermeer. M.F. Ons reservefonds voor moeilijke dagen Moesson wil geen subsidie. Het wil voort bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verant woording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over juli 1983. Mw. A. L. M. Addens 25,W. Boverhof 25,—; A. Burg 10,M. Briede 10,Mw. A. M. H. de la Croix 20,H. en J. J. v. Duiken 20,W. Doral 12,50; J. A. Dubois 25,Mw. Th. G. Finger 50,L. C. F. de Graaff 25,Mw. T. Heyman 10,Ir. V. H. Huitink 36,25; A. de Haak 50,E. Heken 100,—; J. C. L. Jansz 10,—; W. Kla ren 50,Mw. J. C. Lemaire-Manuel 25, R. Mariouw 20,N.N. 25,Mw. B. M. Naberman 10,L. S. Naye 10,N.N. 17,30; J. v. Oosterhout 25,Mw. v.d. Poel-deWit 15,Mw. H. de Quant 10, Mej. Rooy 50,Mw. A. v.d. Star-Valberg 10,A. C. M. Trap-Roldanus 100,A. J. v. Velthoven 10,Mw. G. Vroomen 3, F. H. Verstappen 25,Ir. J. F. Wolterson 100,—. Totaal binnengekomen in juli '83 f 934,05 MIDDAGUREN Het is nu half drie en behoorlijk warm. Toch laat ik de tuindeur maar dicht, anders komt er nog meer warmte binnen en wordt het nog erger. Ik weet niet of dat zo is natuurlijk, maar dat besluit heeft het al een stuk draaglijker gemaakt. "Je moet het platje goed nat maken met water, dan wordt het heerlijk fris," placht mijn moeder altijd te zeggen. Zij heeft die tip weer van Aad, een ex-zwa ger, maar dat is een ander ver haal. Het is nu dus half drie en mijn gezin houdt een siësta. Slaap kan nooit kwaad en eerlijk ge zegd vind ik het heerlijk rustig zo. Even maar hoor, want ik ben allang blij als Pippie, "al wakker" roepend, de trap af komt en Sjarrel met twee uit komende tanden lachend, op de arm van zijn moeder binnen komt. Nu is het dus stil. Echt stil. le dereen in de buurt is op vakan tie of aan het strand. Alleen een fanatieke mus zit op een tak te tjilpen. De gordijnen zijn half gesloten en de huiskamerdeur staat half open. Ik geloof dat de stilte door die halve opening naar binnen komt. De schilderij en en foto's aan de muur slapen ook, geloof ik, evenals de fruit mand op tafel en de rest van het meubilair. Stilte alom. Je mist alleen het monotoon getik van een pendule, die ik niet heb maar ooit wel hoop te bezitten, als ik er maar een waardige plek voor heb in huis. Een schoorsteenmantel toch, maar die heb je in die nieuwe huizen niet. Toen ik klein was, sliep ik ook altijd om deze tijd en altijd pre cies om kwart voor vier werd ik wakker, want dan kwam die bakker met die groene auto in de straat en daar keek ik altijd naar. Bij ons kwam hij niet. Wij hadden Egberts en die kwam al tegen twaalven. En even na vieren kwamen de groteren thuis en mocht je ook naar buiten. Door de ruit boven de huis kamer valt een grijs licht naar binnen en ergens kraakt het. Dat grijzé licht, die stilte en dat gekraak ergens is precies als toen, lang geleden bij mijn oma in Den Haag. Mijn moeder nam me toen altijd mee, maar ik ver keerde toen in mijn sohulptijd, want ik zei niet veel en ver school me daar achter haar rug. Maar precies zo, die stilte en dat licht door zo'n ruiit. "Al wakker pap, ik ben al wak ker Hij praat al goed, mijn Pippie. "Neen pap, niet Pippie - Philip!" R.B. DE VLINDER EN DE BORGRING Mej. M. Portier Mw. E. H. Uythoven Totaal binnengekomen in juli 1983 f 25,- 100,- f 125, Toen ik in Perth W A. bij Atkins W.A. Ltd. werkte op no. 894 Haystreet, kwam op een dag iemand om onder delen te kopen voor zijn Holden 1954. Ik heb aan deze balie met veel men sen kennis gemaakt en later altijd als vriend bij hen thuis mogen komen. Vooral omdat ik vele van die auto merken uit tempoe doeloe nog wist. En zo ben ik nu al wel 17 jaren lid van de Veteran Car Club of Western Australia. Hij moest onder andere een borgring hebben. Kom eens bij me Uhufs en ik zal je een verhaal vertellen dat hij in Melbourne had gehoord, en volgens hem ook in de krant heeft gestaan. Het gebeurde in de dertiger jaren. Nog de stoomlocomotief en als je weet de verre afstand van Melbourne tot Perth is meer dan 3000 km. Op zekere dag toen de trein Perth verliet en al bijna 1000 km verder was en het al donker was, vond de machinist op de loco motief dat opeens het licht op de rails veel minder werd. Misschien iets aan de koplamp? dacht hij en stopte voor alle zekerheid de trein. Hij ging naar de lamp om te kijken en tot zijn verwondering zag hij een hele grote atlasvlinder dwars over de kop- lampruit. Hij haalde voorzichtig de vlinder van de ruit en gaf hem aan de conducteur van de trein om te be waren: een 50 km verder stopte de trein voor watervulling bij een klein stationnetje in de woestijn. Hier kreeg hij te horen dat de stationsmaster een telegram uit Perth had ontvangen om langzamer te rijden tot het volgende grotere station waar een werkplaats was. Zo dus juist nog op tijd om de locomotief te sparen voor beschadi ging van het mechanisme. De monteur in Perth dacht dat hij vergeten was een borgring te monteren en vond die borgring op zijn werkbank. Gelukkig was er niets gebeurd en kon de trein door langzamer te rijden toch nog veilig in Melbourne aankomen. Nu kun je alles gissen. Waarom en hoe kwam het dat de grote vlinder kwam rusten op het glas van de booglamp van deze locomotief in de donkere nacht? En waarom vond de mecanicien die belangrijke borg ring op zijn werkbank? VIC BOLDY 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 19