BIJ DE VOORPLAAT TAKOEJOENG ALOE, POEROE BIAWAK, RAMBOETAN VOOR DE "VERGETEN" EX-KNIL-ERS IN INDONESIË Heb ik U even wat talenkennis bijge bracht goede lezers, als U ooit nog in de Lampongs of bij de Koeboes mocht komen en zin mocht hebben in ramboetan dan begrijpen ze U met de eerste namen direkt. Maar ik ben er zeker van dat wanneer U gewoon "ramboetan" zegt, U ze ook wel krijgt. Alshet ramboetantijd is tenmin ste Ramboetan is over de gehele archipel bekend, ook in Afrika, mis schien ook wel Zuid-Amerika. Want onze onvolprezen Ochse geeft "Letchi chevelu" voor de Franse en "Klet- tenartige Zwillingspflaume" voor het Duits. "Enge beesten" noemde een dame bij de groenteboer om de hoek de ram- boetans, een naam die ze wel enigs zins verdienen, zwart verschrompeld met zwarte stekeltjes. Kassian, net stekelvarkentjes, hoe lang waren ze van waar onderweg geweest naar de Hollandse groenteman? "Het zijn ver rukkelijke vruchten", sprong ik met een op de barricade, "geeft U me er maar een pond van?" De groenteman telde ze voor me uit, 15 stuks in een pond, 3,per ons. Mijn lieve hemel de eerste keer van mijn leven dat ik voor 15 pop ramboetans heb opge geten. Ze waren zoet, maar volkomen "bonjot" zacht en waterig van binnen, de schil taai. De herinnering aan die sterke prachtig uitziende vrucht, bij bossen tegelijk gekocht. Vruchtentijd dat betekende mangistan, langsep, doekoe, ramboe tan, doeren. December, regentijd, en dan door tot mei, juni, je at je ongans aan vruchten, nu nog, alleen zo duur, zo duur. Voor dit bosje ramboetan be taalde je vroeger hooguit 10 cent. Nu toch wel zo'n riks. Weet U, ik pieker wel eens over het verschil tussen de vruchten in de tro pen en de vruchten hier. Hier kun je alle vruchten ongeschild eten, onze vruchten moest je allemaal schillen. Op de djamboe, blimbing en wat bes sen na. Maar voor de rest? Pisang, doeren, ramboetan, doekoe, salak, nangka, djeroek, mangga, manggistan, serikaja, noem maar op, zoveel ver schillende soorten schillen, stekelig, hard, dik, haren, geschubd. En zulke totaal verschillende smaken ook I Ik heb ergens eens een theorie ge lezen dat het Paradijs in de tropen geweest moest zijn. Geloof ik niets van. Met welke vrucht had de slang Eva zo makkelijk kunnen verleiden. Met de doeren? "Proef eens lieve meid, proef eens van dit verrukkelijke romige vruchtvlees!" "Waar", zou Eva verbaasd gevraagd hebben, "tjobak, maak even open dan voor mij slang I" Tenzij er al een doeren op de grond lag, opengebarsten. Of de salak? Tegen de tijd dat Eva de schil zou hebben losgepeuterd, de scherpe schubben tussen haar nagels waren gedrongen, ze de velletjes tot gek wordens toe van het vlees had proberen te schuiven, zou ze al schoon genoeg hebben gehad van de verlei ding I Misschien dat ramboetan Atjeh (de lekkerste, grootste, zoetste) haar tot de zonde had kunnen brengen. Dan had ze eerst de schil met haar tanden moeten openbijten, want zomaar op gegeten, ze zou de slang verwenst hebben tot en met I Neen, volgens mij lag het Paradijs ergens op de Betuwe, rode, glanzen de appels, zo voor het grijpen, slikken, de slang had er een makkie aan. Adoeh, wat verlang ik naar ramboetan Atjeh. Ramboetan Atjeh koening mag ook, dat zijn die gele weet U, worden niet rood. L.D. BEWARE MIJ En plotseling waren er geen In do's meer. Herstel, er was er nog één en die zat achter een tafel, zijn hoofd steunend op de handen en starend naar een schilderij. Of was het een grote foto Een tafereel van Indo's. Alle maal Indo's en Indië. En allemaal lachten ze, tenminste niemand keek treurig. Je zag ze bezig op de onderneming, zittend op het erf, pratend met de bedienden, werken op kantoor, wandelend op Braga, kopen op Pasar Ba- roe, eten in Glodok, zwemmen in de Brantas, jagen in de rimboe, vechten in het veld en zwaaien naar een boot. Het tafereel veranderde. Hij zag een violist spelen voor haar in die stoel en voor hem die met gebogen hoofd door de regen liep. En voor die bruine jongen in die nieuwbouwwijk. De avond was gevallen en hij kon het tafereel niet meer zien. En hij huilde, huilde en huilde en voelde zich verlaten, zo helemaal verlaten en alleen. Hij stond op en strompelde naar de muur waar het tafereel moest zijn. Hij tastte, maar voelde niets, hele maal niets. Hij keerde zich om en tuurde in de donkere kamer. Toen ging hij het huis uit en ging zoeken, zoeken en vond niets. Toen zei hij "vaarwel" en verdween. Zomaar, in het niets I RALPH G. A Geerlings J. Jacobse-Hart A. Warlicht v.d. Weyden f 500,- f 15,- f 1000,- 500,- Hij is mijn vriend en hoe vaak vang ik niet op straat een groet of een vriendelijke lach, voor hij geruisloos verder gaat. Het is mijn bangsa, deel van mij; De mensen hier begrijpen niet het stukje verleden dat ons bindt van paiadijstijd en verdriet. Hoe vaak niet even bij een busstop knikt zij mij enthousiast toe, zoveel begrip in één zo'n blik, een onuitgesproken 'adoe'. Dan veel ik zo sterk de verschillen met Holland, die nuance, het innerlijk fijn, het elkaar respecteren als medemens: De kunst van het Aloes zijn. R. VAN ZIJP Augustus 1983 f 2015,- 2 'liiiiiiiiiii'iiiiniii'iiiiiriii'iiiii'iiiiiiiiiiiiiiii'Biiiiiii'ii'iiiiiiiMiiiiiiTiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiii'iiitiiiihiiïiTiiiiniiHiiiiminTiiiiiiiiiairii.iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiTiiiiiiiirirfiiiiiniiiiiiiiiiiiiiin'iiiHHTHT

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 2