Kolonist op Nieuw Guinea [III]
Links: een "onderonsje" van de plaatselijke ambtenaren en hun echtgenotes. Rechts: een "model" woning in Manokwari.
De opbouw
De stroom van nieuwe emigranten nam eerder toe dan af. Iedere maand loosde
de K.P.M. (Koninklijke Pakketvaart Maatschappij) zijn lading nieuwe mensen,
dieren, en goederen in diverse havens van Nieuw Guinea. De meesten hadden
als eindbestemming wel Hollandia en Manokwari. Het waren niet alléén emi
granten die in een later stadium Nieuw Guinea bezochten. Uit Nederland kwamen
de uitgezonden krachten (ambtenaren), zoals bestuurs-ambtenaren, politiemen
sen en hun gezinnen, alsmede specialisten op het gebied van landbouw, bos
bouw, mijnbouw, gezondheidszorg (artsen en verpleegkundigen), experts op
allerhande gebied, en ga zo maar door.
Er was voor heel het land, het Ned. ge
biedsdeel, dat 11 x zo groot als Ne
derland is, slechts één chirurg (dr. Jac.
de Vries), die zijn domicilie in Hollan
dia had In spoedgevallen moest de
patiënt naar Hollandia worden over
gevlogen. Verbindingswegen waren er
niet en per boot zou dat te veel tijd
vergen. Het kwam ook wel voor dat
de chirurg per plane of Catalina van
de Kon Marine overkwam om zijn pa
tiënt te behandelen. Voor dat laatst
genoemde transportmiddel is uiteraard
de toestemming van de Commandant
van de Kon. Marine nodig. Ook deze
dienst heeft haar bijdrage geleverd in
de opbouw van Nieuw Guinea en heeft
zich niet alleen belast met de be
waking van het land I
Langzaam kwam alles op gang. Wegen
werden aangelegd of verbeterd. Door
de Jap aangelegde of achtergelaten
vliegvelden werden gerestaureerd, uit
gebreid of gemoderniseerd. Plannen
werden voorgelegd om op korte of
lange termijn (twee-jaren plan) met de
bouw van huizen, kantoren, installaties
en andere noodzakelijke projecten te
beginnen.
Een nieuw ziekenhuis voor Manokwari
en Hollandia stond op het program.
De plaatselijke arts, zuster Titia en
haar collega's zullen wel in de wolken
zijn geweest toen zij dit vernamen.
Het werd hoog tijd dat er wat aan de
gezondheidszorg in dit gebied werd
gedaan. De autochtone bevolking had
vaak te kampen met zwerende won
den, huidaandoeningen en andere tro
pische ziekten. Vooral malaria was de
gesel van het land
De kolonist kon door uitbreiding van
deze populatie zijn landbouwprodukten
gemakkelijk aan de man brengen. De
oogst van koffie en cacaobonen werd
met graagte door de in- en exporteur
opgekocht. Deze produkten stonden
vanwege hun kwaliteit hoog genoteerd.
Op de markt waren later groente en
fruit in voldoende mate aanwezig.
Door de "nieuwe kolonisten" werden
meerdere gronden tot ontginning ge
bracht. Het land aan de voet van het
Arfak gebergte was vruchtbaarOok
de tabaksplant gedijde er zeer goed.
Andere nieuwkomers zochten hun li
ving in een niet-agrarische tak. Van
Zanten zette een schoenmakerij op
poten. De hele familie Ondaatje bakte
en verkocht brood en banket. Tante
An (Reindorp) entameerde naast haar
modezaak, een kapsalon. Mensen met
handels-instinct openden een winkel
zoals "Toko Mabeso" (v.d. Werf) die
in textiel deed en aanverwante artike-
Mevrouw Ungerman in haar aanplant.
In de eigen groenten-aanplant.