_ÜL all N Schoenmaker Van Zanten aan het werk. len. Ungerman en zijn concurrent La Fleur zochten het in de verkoop van groente en fruit. Ze leverden ook aan instanties en Marine. Bij Loman kon je schrijfmachines en kantoor benodigdheden krijgen. Foto zaak Anderson deed goede zaken in de foto-business en grammofoonpla ten. Timmermans met zijn geïmporteer de koeien, verkocht melk aan de bur gerij en het ziekenhuis. En zo kunnen wij nog een tijdje doorgaan met het opsommen van deze activiteiten. Men moet mij niet kwalijk nemen dat ik mij tot dit aantal beperk. Het is bedoeld om een idee te geven wat er in deze gemeenschap omging. De zagerijen van Baume, v. Houten, v. Bronchorst, Bock en mogelijk nog een paar anderen kwamen van de grond. Het zaagmateriaal werd ge ïmporteerd of men heeft het in de bush-bush, overwoekerd door gras, aangetroffen. De hout-aankap was in vol bedrijf. De omgehakte stammen werden samengebonden en over zee naar Manokwari gesleept. Vanuit dichtst gelegen gebieden konden ze nog wel per vrachtauto worden ver voerd. Deze vehikels, door de Jappen achter gelaten autowrakken, kon je op de "goederen-basis" - waar Landman het beheer over had - kopen of je haalde ze uit de oetan. Je moest ze dan wel zélf bedrijfsklaar maken I Voor de ko lonist-monteur was dat géén probleem. Hij kreeg ze na verloop van tijd aan de praat I Hoe hij dat deed? Ik zou het niet weten, maar 't waren wel gooche laars, knutselaars en "improvisa tors"I Een onopvallende doch niet minder belangrijke bevolkingsgroep waren de Chinezen. Ze waren klein in aantal, hadden een winkeltje waar je alles kon krijgen en onderhielden een za ken-relatie met de autochtonen, die meer gebaseerd was op ruilhandel. De Papoea's brachten hun bosproduk- ten zoals hars, rottan en andere zaken bij de Chinees die hun in ruil daarvoor de gevraagde artikelen leverde. Manokwari leefde weer op 't Leek soms wel een "wild-west" plaatsje, waar toffe jongens elkaar niet zelden in de haren vlogen. Er werd ook wel met vuurwapens gezwaaid of gedreigd. Als Tjalie Robinson in die periode in Nw. Guinea had vertoefd, dan zouden er heel wat verhalen uit zijn pen zijn gevloeid. Verhalen over de kolonist, de ambtenaar of de Papoea; fijn ge schetst zoals hij dat kon. Humoristi sche verhalen of grappige situaties. Soms ook droeve voorvallen. Hij zou over Manokwari (of Hollandia) boek delen kunnen schrijven Om een "wildgroei" in de kolonisatie te voorkomen en bedrijven in meer ge richte banen te leiden, werd naast het H.P.B. (Hoofd van Plaatselijke Bestuur) een bestuurs-ambtenaar aangesteld, die zich belastte met de kolonisatie aangelegenheden. Deze nieuwe be stuurstak werd kortweg "ARKOL" ge noemd. Dhr. Groeneveld, ass.-resident kolonisatie aangelegenheden hield zijn ambtsverrichting in een kantoor nabij het H.P.B. Ter assistentie van zijn taak werden enkele medewerkers gevraagd. Ik had het geluk dat mijn sollicitatie voor die vacature gunstig werd ontvangen. Met mij werden nog twee collega's (Coolen en Wolf) aangetrokken. Enige maan den later werden wij ter beschikking gesteld van het H.P.B. dhr. Koopmans, omdat dringend politie-personeel no dig was voor de handhaving van orde en rust in deze contreien. Tot één van onze eerste taken behoorde de regi stratie van alle vuurwapens die in om loop waren. Deze maatregel werd door menig ko lonist niet in dank afgenomen en de afhandeling verliep niet altijd even vlot. Maar tenslotte legde men zich bij dit besluit neer. Bij de autochtonen van het zelfde laken een pak en in het bijzonder bij de berg-Papoea's, de Arfakkers, die openlijk met hun op de Jap veroverd geweer, vrij $n blij door de stad rondliepen Door mijn overplaatsing naar Sarmi, een klein plaatsje op een schiereiland aan de noord-kust van Nw. Guinea, De foto's (origineel zijn ze veel mooier en duidelijker) die voor deze artikelen zijn gebruikt, werden gemaakt door Boy de Thouars. Hij was hoofd Maatschappelijke Zorg en had de leiding over de groep kolo nisten die in 1949 naar Nw. Guinea gingen. Verwoed amateur-fotograaf als hij was, volgden hij (en zijn vrouw) tijdens een Europees verlof in Nederland in '34-'35 een vakcursus in Den Haag. De Thouars, toen nog in het leger, illustreerde zijn rapporten altijd met foto's In Australië, gedwongen door gebrek aan inkomsten ontpopte hij zich als beroepsfotograaf (1952). In Manokwari had het echtpaar de Thouars in het paviljoen van de familie Landman een primitief donker kamertje ingericht waar ze zelf de films konden ontwikkelen, ver grotingen en afdrukken maakten. Mevrouw (Lottie) de Thouars was na de bezetting een fotozaakje aan huis begonnen "Charlotte's photo's" om de materialen tegen geredu ceerde prijs te kunnen krijgen. Zij (haar man is reeds overleden) woont nu in Aus tralië. Moesson is trots en dankbaar deze meer dan 30 jaar oude foto's te mogen gebruiken. circa 100 km ten oosten van de grote Membramo rivier, heb ik het latere verloop van de ontwikkelling in Mano kwari niet persoonlijk kunnen mee maken. Maar toen ik 10 jaar later (1960) bij een herplaatsing op het de tachement te Manokwari terugkwam, herkende ik het niet meer terug. Zo veranderd was het profiel I Dan zag je pas wat er was gepresteerd en opgebouwd. In deze eerste periode anno 1950 werd in Hollandia evenzo gewerkt aan de opbouw van de stad. Daar speelde een Indische groep "de Deta jongens" een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de hoofdstad van Nieuw Guinea. Helaas heb ik dit niet van nabij kun nen meemaken, omdat ik, zoals be kend, in een ander gebiedsdeel van Nw. Guinea vertoefde. Wat déar in die luttele 12 jaren werd opgebouwd - en dan nog met de spaarzame middelen die het Gouvernement ter beschikking kreeg - mag door de wereld worden gezien BRUINSMA 13 |||l|i|S81^iii*®2^^ De familie Landman, beheerder van de "basis".

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 13