Margriet Vroomans en Coos Versteeg over Indische mensen in Den Haag (Foto's: Milène Hoving) ze heeft een prettige stijl, formuleert duidelijk en origineel haar gedachten en observeert scherp. Wat me opvalt is haar bescheidenheid, haar voorzich tigheid in benadering. Coos Versteeg, 29 jaar, ook Hagenaar. Al 10 jaar bij de krant. Zelfverzekerd, studeerde eerst Nederlands maar koos definitief voor dit beroep: journalist. Hij doet wat aarzelend aan, maar ik ken meer van zulke journalisten, ach ter die aarzeling gaat meestal goed inzicht en zekerheid schuil. Ze weten wat ze willen weten en krijgen ook alles te weten. Ze beginnen met een bekentenis: ge durende de maanden dat ze met die Indische serie bezig waren noemden ze elkaar vaak "Toetie en Boengkie" "Coos is de technische," zegt Mar griet, "toen we die opdracht kregen iets te schrijven over Indisch Den Haag, maakte hij meteen een schema, een programma. Stelde de onderwer pen vast, literatuur, organisaties, eet cultuur, kunst, muziek, Knil. Hij had het allemaal op een rijtje, die zou dit, die zou dat doen. Uiteindelijk bleveij alleen Coos en ik over voor de interviews en reportages. Alleen Casper Postma heeft over het Knil geschreven". "Hebben jullie plezier gehad aan deze opdracht? Vond je de contacten met Indische mensen wel leuk? "Heel erg prettig. Als je eenmaal ken nis had gemaakt, zij wisten waar het om ging werden het vrienden van je," zegt Coos. "Maar ik heb er soms wel wakker van gelegen, waar ben ik aan begonnen I" "Indische mensen, de meesten in ieder geval, zijn erg bescheiden, ze cijferen zichzelf graag weg. Je moet vaak langs een omweg tot een duidelijk antwoord komen." "Aan de andere kant is er ook iets van - ik druk het misschien verkeerd uit - iets van "dikdoenerigheid". Mis schien toch niet het goede woord, ze Indische Hagenaars (voor zover ze de Haagse Courant lezen), hebben zichzelf vanaf augustus j.l. tien achtereenvolgende maandagen terug kunnen vinden. Dat "zichzelf" niet letterlijk op te vatten, maar als een globale samenvatting van de Indische gemeenschap in Den Haag. De reportages werden geschreven door twee jonge journalisten Margriet Vroomans en Coos Versteeg die in het kader van het 100-jarig bestaan van de Haagse Courant de opdracht kregen aandacht te besteden aan deze belangrijke bevolkingsgroep in de Hofstad. De serie is goed ontvangen, het is ook een van de beste en volledigste die over ons geschreven is. Er zijn geen fouten gemaakt, geen verkeerde interpretaties gegeven, de wijze van schrijven, de toon in de artikelen-reeks is open, intelligent en "aloes" geweest. En dat laatste is iets wat men in zo'n fikse close-up van Indische mensen in een Nederlandse krant maar zelden tegenkomt. Binnenkort verschijnen deze reportages in boekvorm "Indisch Den Haag" en kunt U straks zelf oordelen hoe de jongelui onze gemeenschap hebben geportret teerd. Het leek me aardig onze interviewers in een interview aan U voor te stellen. Boengkie en Toetie We zijn in de loop van de tijd goede bekenden geworden, ik noemde ze voor mezelf al meteen "Billie en Rossi" naar de twee energieke journalisten en hoofdfiguren uit de aardige Ameri kaanse tv-serie "Lou Grant". Margriet Vroomans is 25, mooi, vrou welijk en pienter. Haagse, ze heeft iets Indisch in haar manier van doen. "Er gens heel ver," zegt ze. Ze zit al 4 jaar bij de krant, werkte eerst bij een vaktijdschrift. Geen journalisten-op leiding, ik zou bijna zeggen gelukkig, Margriet (Toetie) en Coos (Boengkie) bij de pagina-opmaak van "Indisch Den Haag". (Foto: Karei Vereecken)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 4