John Murset ONBEKENDE BEKENDEN 9 John Murset aan zijn vaste werktafeltje. het laatst toch Nu gaat hij op weg naar de 80, het wérkelijk rustig aan doen, zegt hij. Hij zal tijd hebben om alle pasar malams af te lopen en als de PM in Den Haag is, zullen we hem zeker terug zien. John gaat in Utrecht wonen. "Als ik heimwee heb, kom ik misschien terug," zei hij met iets moeilijks in zijn keel. Brave John Murset, Indo als zovelen. Partir, toujours partir, als zovelen. Blijf gezond John. L.D. Acht jaar geleden kwam hij op een rotweer-dag binnen gewandeld, een kort Indisch mannetje met een kletsnatte jas en alpino. Zonder enige plichtplegingen viel hij in huis met een "Heeft U wat voor me te doen?" "Is dit een sollicitatie?" vroeg ik. "Neen, ik wil alleen wat te doen hebben, ken niet schelen wat," zei John Murset, want zo stelde hij zich voor. Sinds die dag, 8 jaar geleden is hij gebleven om "ken niet schelen wat" voor Moesson te doen. De goedang en kelder werden opgeruimd, boeken geprijsd, emping afgewogen en gevuld, voorraden van de toko aangedragen, kisten open- en dicht getimmerd. Kortom, we hadden er een welkome mankracht bij. En dat geluk viel ons in de schoot omdat een zekere John Murset, gepensioneerd en allang 65 geweest, zich doodverveelde op zijn pensionkamer. Kinderen getrouwd en elders, geen vrouw meer, een van de zovelen, ook een van de weinigen die denkt: laat me wat gaan doen voor Moesson, doet er niet toe wat. John Murset, 79 jaar, pensioentje als suppoost bij het Rijks museum in Amsterdam. Daarvoor uit Nieuw Guinea ge komen waar hij een uitstekende staat van dienst heeft als Landbouw-opzichter en magazijnbeheerder. Nauwgezet, werklustig, evenwichtig met natuurlijk, goddank, ook zijn eigenaardigheden. Als hij er een paar dagen niet was, miste je hem, ook al kwam hij maar een paar ochtenduurtjes per dag. Hij zette op tijd vuilniszakken en grootvuil buiten, sjouwde veel te zware dozen met boeken. Voor zijn bloed druk en leeftijd veel te zwaar, maar hij liet zich niet ver manen. "De dokter zegt dat ik het kalmaan moet doen," zei hij soms, hij zeurde niet over kwalen, die waren zijn zaak. Veel verdriet moet hij gekend hebben, verlies van kinderen, zijn vrouw. Toen hij hoorde dat zijn 7.500, in de bus zat, boekte hij meteen een reis naar Indonesië. Weerzien na 22 jaar. Hij heeft alle vrienden, familie opge zocht die hij er nog had, kwam met honderd boengkoesans aan oleh-oleh terug. De reis van zijn leven. "Misschien voor De Oorlogsgravenstichting in Den Haag zoekt de nabestaanden van 1079 doden die op de zeven Nederlandse Erevelden in Indonesië zijn begraven. Al deze 1079 staan met naam en toe naam bij de stichting geregistreerd; van de meesten zijn de data van ge boorte en overlijden bekend; alleen ontbreekt ieder gegeven over een mo gelijke familierelatie. Er is naar deze doden bij de Oorlogsgravenstichting nooit navraag gedaan; er is nimmer bezoek aan hun graf geweest; er zijn nooit bloemen op gelegd. Voor het hoofd van de administratieve dienst, de heer I. Hoftijzer, is het even wel "ondenkbaar dat al deze Indische oorlogsslachtoffers geen naaste ver wanten zouden hebben". "Ik geloof, dat er nog heel veel Nederlanders zijn, die eenvoudig niet weten dat zij ook voor informatie over de laatste rust plaats van een in Indië omgekomen familielid bij ons terecht kunnen. Mis schien wonen ze hier wel om de hoek van de straat". Het is daarom, dat de heer Hoftijzer, samen met zijn rechterhand voor de Erevelden in het Verre Oosten, mevr. W. L. D. van den Broeke, heeft na gegaan welke van de Nederlands-In dische doden "geen familiebetrekking" hebben. Althans op papier niet; d.w.z. op de registratiekaart van de Oorlogs gravenstichting. De duizend-negen-en- zeventig oorlogsdoden "zonder thuis front"; dat is bijna vijf procent van de in totaal 23848 die er op de Neder landse Erevelden in Indonesië zijn be graven. Zij liggen verspreid over Men- teng Pulo (130) en Antjol (58) in Jakar ta; Pandu in Bandoeng (264); Leuwi- gadjah in Tjimahi (280); Tjandi (23) en Kali Banteng (117) in Semarang; en Kembang Kuning in Soerabaja (207). Duizend - negen - en - zeventig doden "zonder familie". Bekende doden; met een onbekend verleden; waarvan de witte registratie- kaarten bij de Oorlogsgravenstichting alleen de doodsoorzaak vermelden 'Vermoord', 'Geëxecuteerd'. 'Ziekte' of 'Onbekend'. In de archieven van de Oorlogsgraven stichting staat het zo opgetekend: "Op 22 juli 1947 werden de stoffelijke res ten door een reddingspatrouille van de Mariniersbrigade aangetroffen. Al on ze pogingen om de juiste personalia van deze familie te vinden, zijn tot dusver doodgelopen". Het is slechts een voorbeeld van deze 1079 doden zonder achterban; een kleine indruk uit de lange, lijsten met namen van Nederlands-Indische man nen, vrouwen en kinderen, van wie de naaste verwanten - waarschijnlijk - niet weten wat de Oorlogsgraven stichting al jaren weet. Vandaar de oproep, waarvoor wij gaarne de aandacht vragen. Het adres van de Oorlogsgravenstich ting is Bankaplein 5, 2585 EV, Den Haag, telefoon 070-54 13 00. Met bovenstaande oproep vroeg Lu- lofs in de Telegraaf van 3 september j.l. aandacht voor een - voor deze tijd onwaarschijnlijk - probleem. En toch bestaat het: mensen die in de oorlog overleden, sneuvelden en "alleen op de wereld" schenen te zijn. 1079 Mensen met namen als Voll, Tui- nenburg, Gerbach, Gebhardt, Noorda, Hoetje, Chauvigny de Blot, Lemaire, zulke bekende Indische namen, daar moeten toch nabestaanden van zijn, die nog leven Wij hebben op het Moesson-kantoor in de Prins Mauritslaan 36 enkele re gisters ter inzage. Als U ze wilt in kijken MALAYSIA Een prachtig geïllustreerde, zeer uitgebreide Engels-talige gids van Malaysia. f 39,50, porto f 5,25 BOEKHANDEL MOESSON

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 9