VOOR DE "VERGETEN" EX-KNIL-ERS IN INDONESIË f f f f f f (Vervolg: "Vierdaagse in Indië") ding heet daarin een geslaagd expe riment. Mevrouw Roenggoer liep als enige vrouw en werd door haar man - na diens dagmars - het laatste stukje vergezeld. Ook de Stadspolitie wordt lof toegezwaaid en Arend Aarsse, ge boren op 31 december 1922, was hier de jongste. De tabaksmaatschappij "Arendsburg" ontving de derde dag de deeldemers met een "nachtleger" en koele dronk, terwijl de waterleiding maatschappij "Ajer Beresih" de leiding tussen Arnhemia en Bindjei aftapte, zodat men een mandigelegenheid kon opbouwen die af was. 1938 Bandoeng 1938 leeft voort in een film die de heer J. P. G. F. Corsmit, vlieger bij de militaire luchtvaart van het KNIL, destijds van de aankomst op de laat ste dag en de officiële uitreiking van de Vierdaagsekruisen maakte. Mevrouw V. Knijff-Dermoüt moest er varen dat een dame door de militai ren snel voor oudje versleten wordt als het even wat lastiger gaat. In haar verzameling bewaart zij een vierarmig NIAUkruis aan een blauw lint. De uit reiking van de Vierdaagsekruisen vond, blijkens een mededeling van de heer A. Klein de Groot, plaats op het voetbalveld van Sidolig, waar o.a. re clame werd gemaakt voor Paralin Tropenverf. In Magelang liep het kleine groepje kaderscholieren onder commando van sergeant Tops gedurende de vier zwa re marsen als op een paradeveld, schreef de krant. Ook majoor Leihitu met zijn ruim veertig manschappen mocht er wezen. De Semarangse de tachementen hebben het er goed af gebracht. Al met al konden de onder scheidingen worden uitgereikt aan 22 individuelen, 120 politiemannen en 569 militairen. Vedder vond de Vier daagse in Magelang de zwaarste die hij ooit gelopen heeft! Alleen in 1938 werd Vierdaagse gelopen in Bandjer- masin. Het einde. Over 1939 moeten wij kort zijn. Er is slechts weinig bekend van de laatste Vierdaagse in Indië: P. J. Kwak had in 1938 in Malang gelopen en liep nu in Bandoeng. Vanuit Soerabaja, waar hij bij de luchtdoelartillerie diende, mochten uiteindelijk slechts vier man met sergeant Van der Klink mee. Start en finish waren bij de Jaarbeurs. Op de laatste dag kregen de deelnemers bij de binnenkomst in Tjimindi tussen Tjimahi en Bandoeng bloemen van de bevolking. In Batavia eindigde de Vier daagse, die van 5 t/m 8 juli 1939 ge houden werd, in de tuin van Concor dia, waar o.a. de dames Bakker en Vrijdag hielpen met het afsluitende feestmaal. Omdat de deelnemerslijsten steeds een jaar later naar Den Haag gezon den werden, zijn die van 1939 niet meer in Nederland aangekomen of naar ons land verzonden. Vast staat dat in 1940 en later geen Vierdaagse meer georganiseerd is, maar de NIAU ging nog tot en met 1941 door met haar vier-zaterdagen-marsen. Het trieste einde van een hoopvolle ontwikkeling klinkt door in twee cita ten uit de brieven die wij ontvingen: "Niet de af te leggen afstand is van belang, maar de tijd die men nodig heeft die afstand te overbruggen. En wij hebben aan den lijve ondervonden hoe snel de Japanse infanterie zich door onze terreinen heeft verplaatst." En: "Mijn bintang (medaille) heb ik niet meer, maar ik heb hem wel de gehele kamptijd in de achterklep van mijn rugzak verborgen gehad". Ook dat hoort bij de geschiedenis van de Vierdaagse in Indië. Wij danken allen die aan het tot stand komen van dit overzicht in een of andere vorm medewerking hebben verleend. Aanvullingen en reakties gaarne naar: MARCEL M. CLAASSEN Muntweg 5 6532 TE NIJMEGEN STAKING Natuurlijk was mijn auto net kapot toen de Spoorwegen stipt gingen wer ken. Vertragingen, als vee in een wa gon enz. En het conducteurtje - anders druk fluitend en kaartjes knippend - dartel de parmantig langs de trein, want op Centraal wist hij zich omringd door vele even parmantige collega's. Op de tussenstations zag je hem echter niet. Alleen vlak voor vertrek stak hij zijn hoofd uit het raampje van de ca bine, floot en borg zichzelf weer vei lig op. Kaarten controleren deed hij helemaal niet. En op tevee, vooral bij de Vara, zag je allerlei kleine mannetjes ver schijnen die vertelden dat ze het niet pikten en op de barricaden zouden staan. Want 3y2 procent inleveren is natuur lijk niet niets. Ja kijk, anders koop je gewoon een pakje shag minder, maar als toch een paar vakbondsjongens gaan schreeuwen - omdat ze daar voor betaald worden - waarom zou den we dan niet mee schreeuwen en heel parmantig doen. Want is het niet aardig om een keer in de schijnwer pers te staan als een machtig man met blauwe blazer, fluit en pet. RALPH (Vervolg: "Herinneringen Ketjil") stelling er uit. Met minachtende blik ken van de dames werden we bestookt. Toen we na een half uur lijntrekken aan de ons toch gebrachte consump tie de laatste slok uit het flesje in geslikt hadden en nog steeds met z'n tweeën in de zaal zaten, konden de Engelsen van ons de pot op en ver lieten we de dancing. Weer buiten liepen we in een nu ge heel uitgestorven Prinsenpark. Alleen de feestverlichting op de terrasjes die we passeerden herinnerde ons er aan dat we in een pretpark liepen. En net toen we ons de vraag gesteld hadden: Wat doen we, terug naar de zolder of ergens anders de pret zoe ken, kwamen we langs een Chinese bioscoop waar, aan de geluiden te ho ren die door de bilik wanden naar buiten drongen, een film aan de gang was. De beslissing op de ons gestelde vraag voerde ons de bioscoop in en bij het flauwe schijnsel van de licht straal uit de filmprojector schuifelden we voorzichtig en gebukt de zaal in op zoek naar een goed plaatsje. Ver hoefden we dat niet te zoeken, want zover we konden kijken (en dat was nog niet ver) zagen we lege zit- pjaatsen. Eenmaal gezeten en de ogen aan het donker gewend, telde ik niet meer dan drie medekijkers naar het witte doek waarop de filmbeelden zo te zien wel erg spannend waren maar voor ons onbegrijpelijk bleven door de ons onbekende taal die ge sproken werd en het ontbreken van een ondertiteling. Lang hielden we het dan ook niet uit in de bioscoop en besloten daarom bij gebrek aan andere pret toch maar de zolder weer op te zoeken. Na een heerlijk verkoelende lift op een open drietonner kwamen we bij de KWIII aan. Op onze tenen slopen we de zolder op waar weer een bijna nachtelijke rust heerste. "En", vroeg een fluisterende stem onder een klam boe, "hoe was het in Prinsenpark?" "Geen moer te beleven", fluisterde ik terug, "Waardeloos". J. BLOKKER B. Eibers 79,— J. Jacobse 15, N.N. 25, A. S. D. Toxopeus-Foeken 125, j. G. Visser 6.000,— Totaal in oktober 1983 6.244,— 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 16