Tocht naar de Oosthoek (slot]
door Dr. Fiep Kruyt
28 Juli vertrokken we weer van dit fijne plekje aan de zee. Zuidwaarts ging het
richting Banyuwangi, via de bekende rots Watu Dodol en Ketapang, waar de
ferry's naar Bali vertrekken. In Banyuwangi deden we wat inkopen en keken
even in het kantoor van de toeristendienst, waar op een bord stond aangegeven,
dat de volgende dag een "Petik laut" ceremonie zou plaats hebben in Pancar.
We reden door naar het zuiden, gingen even binnen bij de desa waar Tulus
woont, maakten kennis met zijn vrouw en zoontje van 2 jaar. Een dicht bevolkte
streek, veel sawah's en mooie irrigatiewerken. Via Rogojampi, Srono, Banculuk,
Jajag, Pasanggaran. Door naar het strand bij Pulau Merah, een klein eilandje
even buiten de kust en een prachtig wit strand. En niemand die niet in deze
streek hoort. We genoten van de golven, de enorme pandan-struiken, in de verte
een paar prauwen.
Weer terug naar Pasanggaran en daar
gingen we de slechte weg op naar
Sukamade, 31 km. Vlug konden we
dus niet rijden. Eerst nog door een
paar desa's en daarna door onder
nemingen, rubber, cacao en koffie.
Riviertjes, waar je met de auto door
heen moest. Dichtbij Sarongan kregen
we een lekke band, die gelukkig in
het dorp kon worden gerepareerd,
terwijl wij wachtten in het kantoor van
de Natuurbeschermingsdienst. Want
verderop zouden we door het be
schermde oerwoud rijden, "Meru Be-
tiri", waar de nog zeldzaam voorko
mende Javaanse tijgers leven. En vele
andere dieren en planten. Het was
inderdaad een indrukwekkend mooi
woud, waar alles op, om en over el
kaar groeit.
Onderweg stopten we bij het prachtig
strand van Rajawesi (eigenlijk Rajeg-
wesi met enorme rotspartijen en
grote golven van de Indische Oceaan.
Verder weer over de zandweg en door
de riviertjes - totaal 11, goed geteld.
We zagen ook van boven de baai
"Teluk hijau", die wel bereikbaar is,
te voet, maar we hadden geen tijd
daarvoor. Het water is daar prachtig
groen.
Eindelijk, na een vrij brede rivier door
te hebben gereden waren we in Su
kamade, een onderneming met een
guesthouse. Het was al over half 4,
gelukkig hadden we nog gekookte rijst
bij ons zodat de eerste honger gestild
kon worden. Voor het donker gingen
we naar het strand, ruim 5 km naar
het zuiden en zagen vanuit de auto
veel wilde zwijnen. Een hele familie,
met gestreepte biggen stak even voor
onze wagen het pad over. Toen we
het laatste stukje liepen was er ge
weldige activiteit van apen in de bo
men vlakbij. Ook zagen we later wilde
pauwen. Het strand is bekend om de
schildpadden, die je 's avonds daar
kunt zien als ze eieren leggen.
29 Juli maakten we de weg terug in
21/2 uur ruim. Pancar ligt dicht bij Pu
lau Merah, waar we de vorige dag
waren. We kwamen er dus toch vlak
in de buurt, omdat naar Sukamade
alleen één weg is, nl. vanaf Pasang
garan.
In Pancar was al een hele drukte, met
verlof van Camat en politie - onze
Eeri van de 11 riviertjes die we met onze
auto moesten oversteken.
gids stelde ons voor als gasten van
het plaatselijk bestuur - mochten we
Yoris dichtbij parkeren, wat wel pret
tig was, want de officiële plechtigheid
was uitgesteld tot 2-3 uur, omdat de
Bupati niet eerder kon komen.
Eerst bekeken we het scheepje, on
geveer twee meter lang, dat de offers
naar de zee moest brengen. Van alles
zat daarin, gerechten, koekjes, een
gebraden kip, maar ook twee levende,
een hennetje en een haantje moesten
mee. In het midden een brandende
kaars. Ook poppen moesten mee.
Voorlopig stond het scheepje nog in
een groot lokaal, waar ook zeven jon
getjes wachtten op een "massale be
snijdenis", ook gratis vanwege het
feest.
Buiten was een dans aan de gang, die
daar "jaranan buta" wordt genoemd,
eigenlijk een Kuda kepang of paarden
dans. Onvermoeid dansten vier man
nen met hun stokpaarden van leer en
zwepen, heel wild, begeleid door
trommen en een fluit. Later raakten
een paar van hen in trance, maar daar
werden ze zo gauw mogelijk weer uit
gehaald, waarna ze eten en drinken
kregen.
Toen ze ophielden wandelden wij weer
verder en bekeken de versierde prau
wen in het haventje. Er werd omgeroe
pen, dat schepen die mee wilden de
haven moesten verlaten, want de vloed
kwam al op.
Het strand was vol mensen, verkoop
sters van vruchten en ander eten, een
aantal prauwen zette zich in beweging
om uit het haventje te komen en in de
baai te meren. Eigenlijk zou nu de
plechtigheid moeteit plaatshebben,
maar de Bupati kwam veel te laat, de
mensen waren daar wel erg ontevre
den over. Op het strand waren ook
dansen.
Tegen 2 uur werden Jan, Toetie en ik,
met Tulus genodigd in de pendopo,
de anderen bleven liever op het
strand, waar de kleine boot nu stond,
met "Sang Hyang Baruno" erop ge
schilderd en met volle zeilen, wach
tend op het ogenblik van vertrek. Ook
een enorme Tumpengan, 30 kg rijst,
De "Petik Laut" ceremonie in Pancar het scheepje met de offergaven wordt naar zee
gebracht.