ORIENT TRAVEL B.V. KERSTFEEST OP DE WISSELMEREN 1954 13 Ik denk dat er maar heel weinig mensen zijn, die in Nieuw Guinea op de Wissel meren zijn geweest. Dit is hoofdzakelijk te danken aan het feit, dat er geen wegen naar toe leiden en de enige manier om er te komen is per watervliegtuig of liever per amfibie. Ook daar bestaat de mogelijkheid dat men niet landen kan. De meren zijn namelijk gelegen in een krater en vaak overdekt met wolken. Het is ook puur toeval dat ze ointdekt zijn door een marine-officier, officier-vlieger der 2e klasse, F. J. Wissel, op 31 december 1936. In 1954 was ik als administrateur bij de Kon. Marine Luchtvaart Dienst in gedeeld bij het esquadron 321 Catali- na's in Biak en vloog wel eens mee naar o.a. Merauke en Manokwari. Ik kon heel goed met mijn commandant opschieten, zelf een Indische jongen die nog zijn opleiding in Surabaya had gevolgd en in die tijd (1954) reeds overste vlieger was bij de Marine; overigens een zeer aimabel persoon, die door al zijn personeel op handen werd gedragen. Ik prees mij zeer gelqkkig dat ik werd uitgenodigd om de Kerstdagen door te brengen in de pasanggrahan van het Gouvernement op de meren, te meer daar de temperatuur daar, voor al vergeleken met het hete koraal eiland Biak (onze basis) er zeer aan genaam en fris was. Toen wij op het meer met veel moeite te (door een dichte bewolking) geland waren, kwamen ons enkele kano's te gemoet, die al onze bagage aanpak ten en naar de oever brachten. Ook wij zelf stapten in zo'n wankele kano en spoedden ons naar de oever alwaar we door de HPB werden opgewacht en naar de pasanggrahan gebracht. Na ons gedouched en verschoond te hebben (brr, wat was dat water koud) stelde één van de jongens voor om had veel te maken met alle Ambassa des en zat niet altijd achter dezelfde muren. Zijn laatste twaalf jaren hier op het platteland maakten alles goed. Toen was zijn boek uit. Ik ga met het mijne nog een beetje door. Die avond ging ik toch niet zo vroeg naar bed. Toen wel naar bed, maar niet direkt slapen. Ik pakte een boek van de plank dat het eerst voor de hand lag. Het was tevens het beste. Tjalie's piekerans bij een voorplaat. Honderd keer heb ik het gelezen van voor naar achter en terug. Het blijft fascineren. Ik ben een gelukkig mens met al mijn gedachten en herinnerin gen. (Hoe kan dat allemaal in dat ene hoofd). Veel moois en naar verhou ding zo weinig lelijks. Maar Tjalie ook. Hij heeft minstens evenveel beleefd en bovendien de heerlijke gave, zijn gedachten en gevoelens uit te dragen en over te brengen. Veel meer hadden wij elkaar moeten ontmoeten. Even wijdigheid van denken en voelen is zo ontzettend fijn om samen te beleven. Wat doe ik dit nieuwe jaar? Juist Als tenminste Onze Lieve Heer niet wat anders met me voor heeft een wandeling naar een hogerop ge legen kampong te maken. Zo'n kam pong kunt U niet vergelijken met een kampong op Java of één van de an dere eilanden. Dit waren de meest primitieve hutten die ik ooit gezien heb en deze mensen leefden echt nog in het stenen tijdperk. De wanden waren van klei met gras vermengd en het dak was een soort stro met in het midden een gat als een soort schoor steen, want in elke hut brandde in het midden een vuurtje. Terwijl we aan het wandelen waren hoorden we een koortje zingen; duide lijk was te horen dat het hier Engelse kerstliederen betrof. We gingen op het geluid af. Elk jaar omstreeks deze tijd moet ik er weer aan denken: het oerwoud met een paar hutten en uit elke hut een rookpluim, die heel lang zaam en niet beroerd door een zuchtje wind naar boven dwarrelde. De acous- tiek tussen de bomen was geweldig en mijn enige wens was om dit tafe reel op een smalfilm met geluid vast te kunnen leggen, maar helaas Uit nieuwsgierigheid ging ik een van de hutten binnen; ik voelde mij later een indringer, maar zette de gedachte opzij. Wat ik daar zag was: enige pa- poea's van beiderlei kunne, gezeten op de natte kleigrond met een vuurtje in het midden en één van de palen die het dak ophielden was bezet met al lerlei attributen, zoals een strooien zak waarin wat ketela rambat, een koker met allerhande pijlen en een veren hoofdtooi met schitterende pa radijsvogelveren. De heer des huizes gebaarde mij om naast hem op de grond plaats te ne men en spreidde een matje uit over de natte kleigrond; daarna gooide hij wat knollen in het vuur. Hij rookte een soort strootje, dat een paar keer was dubbelgevouwen. Hij zoog heftig op de zijkant van het strootje, waarin een klein gaatje zat. Toen nam ik één van mijn eigen sigaretten, stak die aan en presenteerde hem er ook een. Onmid dellijk maakte hij een gaatje aan de zijkant en terwijl hij de achterkant dichthield met een van zijn vingers, hield hij de voorkant tegen het bran dende strootje. Kennelijk was hij niet gewend tabak te roken, want hij be gon heftig te kuchen. Vervolgens haalde hij met een stok wat geroosterde knollen uit het vuur. Zijn vrouw die duidelijk hoogst zwan ger was, pakte een van de knollen met wat ruwe bladeren vast en begon de ze te schillen. Dit deed ze zo enkele malen totdat alle om het vuur gezeten' mannen, inclusief ikzelf, waren voor zien. Ik wees naar de hoofdtooi en haalde uit mijn broekzak een zakmes en èen aansteker. De man begreep me direkt, maar was niet erg happig. Inplaats daarvan bood hij me nog een knol aan. Ik wees echter naar mijn buik en maakte hem duidelijk dat deze vol zat, waarop hij naar de dikke buik van zijn vrouw wees en lachte Het pakje sigaretten gaf ik toen maar aan hem en hij keek me erg dankbaar aan. Ik ben toen maar de hut uitgelopen er over nadenkend dat twee duizend jaar daarvoor ook een echtpaar op hun kind zat te wachten in bijna net zulke scha mele omstandigheden. Ik voelde me als de wijze uit het oosten, die ge schenken kwam brengen. TH. H. VON WIEDERHOLD RETOUR BANGKOK VOOR SLECHTS RETOUR JAKARTA BALI - plus BANGKOK, SINGAPORE, SUMATRA, JAVA HAWAII f 1.395,— 1.650,— (ANVR) GARANTIEFONDS REISGELDEN retour 2.325, retour f 2.269,— Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020-24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020-23 74 84

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 13