Acht dagen Sumatra
14
Gezicht op de Sibayak vanuit Berastagi,
door Dr. Fiep Kruyt
Van Jakarta gingen wij, Els en ik, met de Airbus van de Garuda naar Medan.
Direkt bij binnenkomen in het Polonia-vliegveld, in de aankomsthal, werden we
aangesproken door een heer van "Worta Holidays" een reisbureau in Medan,
die zich voorstelde als Samsuar. Hij bleek onze gids te zullen zijn in de komende
dagen. Aangezien er geen andere liefhebbers bleken te zijn voor de "North
West-Sumatra overland tour" zouden we deze met ons tweeën maken. Vanaf het
moment van ontmoeting werden we volmaakt verzorgd en hoefden niets meer te
regelen, alleen te genieten. Hij hielp met onze bagage, er stond een klein busje
klaar met de chauffeur Darsilo. Van het vliegveld reden we de stad in. Medan is
tamelijk uitgebreid. De betjak's hebben een rijder opzij en niet achter, zoals op
Java. De meeste waren gemotoriseerd.
Omdat het al lunchtijd was werden we
eerst naar een - op ons verzoek een
voudig - restaurant gebracht. Na de
lunch reden we door Medan en be
zochten het paleis van de Sultan van
Deli, de Istana Maimun, gebouwd in
1888, heel rijk en met de luxe van die
tijd. We zagen alleen het voorste deel,
want het wordt gedeeltelijk nog be
woond. De sultan zelf is nu lid van het
Parlement en andere familieleden heb
ben ook behoorlijke functies. We hoor
den ook nog een legende over een
vereerd kanon, onder een afdak in de
tuin. Er bestaan daar meerdere legen
des over schone prinsessen, die wei
gerden in het huwelijk te treden met
de man aan wie ze beloofd waren, ont
voerd, weer terug-veroverd en derge
lijke.
Toen de stad uit en de bergen in, naar
Berastagi, in het Karo-Batak land, on
geveer 1300 meter hoog, prachtig in
de bergen en dus fris. We logeerden
in het hotel "Bukit Kubu", dat op een
heuvel ligt met een enorm park er om
heen, waarin ook een golf-terrein. We
verfristen ons en verkenden natuurlijk
het park, waarna we weer werden op
gehaald en naar mooie punten ge
bracht, waar we een race aangingen
met wolken, die ons wilden beletten
de gunung Sibayak te fotograferen.
We bezochten de pasar, waar veel
vruchten waren, steeds terzijde ge
staan door onze gids, die dat op een
bijzonder prettige manier deed. Hij
vond het wel prettig, dat wij beiden
Indonesisch spreken.
Ontbijt in het hotel, daarna vertrok
ken we, het Karo-land in. Dat wordt
voor een deel beheerst door de ber
gen Sibayak en Sinabung. Eerst be
zochten we een adat-dorp, Lingga,
waar nog de traditionele familiehuizen
worden gebruikt. Wel tamelijk onge
zond en vuil. Overal een grote menigte
varkens, die wel helpen het menselijk
vuil op te ruimen. De huizen zijn op
palen gebouwd - het valt niet mee er
in te klimmen met wat oudere benen -
en hebben het typische dak van het
Karo-land.
Even verder reden we door de hoofd
plaats Kabanjahe. Een druk verkeer
van veel-kleurig versierde auto's, me
rendeels autobussen en Colt's, van
binnen en bovenop volgeladen met
manden en wat die plegen mee te
voeren. Toen naar het zuiden, tot we
even opzij van de weg de Sipisopiso-
waterval gingen bekijken, een hoge
waterval, die het water in de noorde
lijkste punt van het Toba-meer stort.
Een prachtig uitzicht daar gaf ons de
eerste blik op het beroemde meer.
Nu - naar het zuiden - kwamen we in
het gebied van de Simelungun-Bataks,
ten oosten van het Toba-meer. Daar
bezochten we het oude paleis van de
radja van Simelungun, die daar in één
groot familiehuis woonde, met zijn on
geveer 20 vrouwen en hun kinderen,
die ieder een eigen hokje hadden, met
vuurplaats en slaapplaats. Wel heel
primitief voor een vorsten-familie
Nu is het een museum, heel goed on
derhouden, het houtwerk en de gewel
dige boomstammen die het gebouw
stutten, alles prachtig versierd. Het pa
leis is van hout en gevlochten bamboe
en het dak van palmbladeren. Verder
naar het zuiden gingen we een nieuwe
weg op, speciaal voor het toerisme,
met overal prachtige uitzichten op het
meer, vooral bij Simarunjung. De weg
zelf was hobbelig en smal en bij een
wegverbetering moesten we een tijdje
wachten. Tenslotte kwamen we weer
op de brede geasfalteerde weg van
Pematang Siantar naar Parapat en
even verder kwamen we daar aan
het bekende toeristen-centrum, waar
het niet moeilijk is een restaurant te
vinden en bijna toko aan toko films
worden verkocht. Na de lunch gingen
we samen met een grote groep toeris
ten uit Singapore op een motorboot,
over het meer naar het eiland Samo-
sir. Een prachtige tocht. Eerst landden
we bij Tomok, waar - behalve erg veel
souvenier-verkoop - een oud kerkhof
is, met stenen sarcofagen en verder
de typische Batak-huizen met het twee
puntige dak, geïnspireerd op de kar
bouwen-horens. ledereen, groot en
klein, handelt daar en we hadden veel
plezier met een klein meisje, dat pet
jes verkocht en het aandurfde met de
Chinezen van Singapore. Zelf kochten
we een paar "ulas"-en, goedkoop en
mooi. Het einddoel was een klein
schiereiland van Samosir, waar een
hotel is, "Toledo-lnn," waar we zouden
overnachten. Na een wandeling en het
diner, werd ons, d.w.z. de hele troep
toeristen Batakse zang en dans aan
geboden, door de jongelui van het
hotel zelf, voortreffelijk. De Bataks zijn
bekend om hun zingen.
De volgende morgen weer in de boot.
Een eind verderop meerden we aan bij
het dorp Ambarita, waar ook een over
blijfsel is uit de oudheid, een rechts
zaal onder de bomen met stenen zit
plaatsen en compleet met het blok
voor het onthoofden van de schuldige.
Ook in Ambarita werd druk handel ge
dreven, er speelden blote jongetjes in
het meer, met prauwtjes, waar ze in
en uit klommen, zij haalden bekwaam
de munststukjes op, die in het water
werden gegooid.
Weer voeren we verder. Het was
prachtig weer en heel helder. Overal
op de kust van Samosir - als in alle
delen van het Batakland - waren graf
monumenten, wit afstekend tegen de
heuvels. Verder domineren de kerken
daar het landschap. Ons doel was het
eilandje Pulau Tao, een klein paradijs
je in het meer. Een prachtige tuin waar
vogels fluiten, bloemen bloeien, vruch
ten aan de bomen hangen. Ook was
er een restaurant. Rondom het schone
water van het Toba-meer. We genoten
een tijdje, gingen toen weer terug. Net
op de boot gestapt begon het te rege-