een grote ruimte vrij te houden. Na de
landing zou de "Uiver" daar naar toe
taxiën en de bemanning uitstijgen. De
meegenomen post, met speciale en
veloppen, kon dan ook worden uitge
laden. Alles stond gereed om straks
de landing enz. vlot te laten verlopen.
Evenals alle anderen stelden we ons
het vliegtuig voor als de ons bekende
3-motorige Fokkers, de cabine en de
romp vastgemaakt aan de vleugel; een
hoekig, betrouwbaar produkt van de
Nederlander Anthony Fokker. Daaron
der het metalen landingsgestel dat er
vast aan zat. Zoals in die jaren veel
gebruikt door KLM en KNILM. Door
de laatste als éénmotorige uitvoering,
als ik me wel herinner (KNILM
Koninklijke Nederlands-Indische Lucht
vaart Maatschappij). We stonden in de
zogenaamde "Rust", het commando
dat volgde op "Op de plaatsrust".
Wij konden ons draaien en vrij bewe
gen, maar moesten wel op onze plaats
blijven staan.
Achter ons stonden en zaten mensen
op het kortgemaaide gras. Jong en oud,
mannen en vrouwen, jongens en meis
jes, Europeanen, Indonesiërs, Chinezen
en andere landaarden. Kennelijk was
er niet alleen door scholen, maar ook
door kantoren en bedrijven, voor deze
speciale dag, vrijaf gegeven. De ver
kopers hadden het druk gekregen. És
lilin, ès pasra, legèn, theebier gingen
vlot van de hand evenals katjang go-
reng, katjang asin, katjang arab en
wat dies meer zij. De bibis petjil en
lotèk waren al weggedrukt evenals de
toekang gado-gado, voor zover ze niet
uitverkocht waren. Waar het wat rus
tiger was kon je ze nog vinden.
Met medeweten van hogerhand, had
sergeant Fokkelman ons toestemming
gegeven elkaar los te laten en ook om
wat verfrissends te kopen. Van onze
soldij van 50 cent per dag, ontvingen
we 3,50 per week. Daar ging 0,25
van af voor het militie-afscheidsfeest.
En een dubbeltje voor de toekang me-
natoe (de wasman, die onze uniformen
waste en streek). Of was het anders
om. Ontving hij 25 cent en kreeg de
feestpot de 10 cent? In elk geval werd
f 3,15 uitbetaald. Daarvan ging een
kwartje naar de spandri (soldaat eer
ste klasse), die meestal als kamer
wacht overdag, je schiettuig door-
pompte. Hetgeen vooral een hels werk
was als je van een schietoefening te
rugkwam. Het verfrissends werd be
taald met wat er van de resterende
f 2,90 over bleef. Hetgeen geen nood
was. Want de prijs van de lafenis
varieerde van een bènggol (2'/2 cent-
stuk( tot een pitjis (10 cent-stuk).
Het publiek had zich, tot dan toe, rus
tig gehouden. Er was wel eens gepro
beerd, hier en daar, ons voorbij te
komen. Maar dat was een plagerijtje.
Zo'n gevalletje als probleem voorge
legd aan onze sergeant gaf als reac
tie: "Nou dan duw je hem maar terug."
En als hij dan nog niet wil luisteren,
dan sla je er met de veldfles op."
Onder diegenen, die achter mij ston
den, herkende ik Jaap Ligtvoet en Frie
da Ligtermoet, een leuke krullebolle-
rige Indische. Beiden zaten op de HBS
een paar klassen lager dan ik. Verder
op, in de afzetting, zag ik de miliciens
Mispelblom Beyer, Beyen, Blogg, Lui-
cke, Robinson, Kriegenbergh, Kraag,
Swaving en anderen. Een enkele kau
wend op een grassprietje. Omdat de
zon feller begon te schijnen, hadden
enkele durfals hun zakdoek om de hals
geknoopt. Normaal mocht dat niet.
Maar ja op zo'n dag
Er heerste de gemoedelijke sfeer van
wachten op de dingen, die komen
gaan. Binnen de omheining van de, in
het groen Garoet-B uniform gestoken,
militieplichtigen, wandelden de com
pagniescommandant en zijn sectie
commandanten heen en weer. Af en
toe stilstaand om met elkaar, of met
een brigadecommandant, te praten.
Wij, miliciens, waren nu 5 maanden
onder de wapens. Er had een herver
deling plaatsgevonden. Bestond de
compagnie oorspronkelijk uit geweer-
dragenden, nu had een deel de man-
licher 95 verwisseld voor de M 95-
karabijn en de bajonet voor de kle
wang. Een enkele was aangewezen
als karabijn-mitrailleurschutter en
droeg de KM-15. Als helper had hij
een munitiedrager, die tevens de re
serveloop torste. Karabijnschutters
dienden als dekking voor hen beiden.
Uit deze miliciens waren reeds de mi
litiebrigadiers voortgekomen terwijl
voor het "afzwaaien", in december '34,
de militie-sergeanten uit de brigadiers
zouden zijn gekozen.
Intussen was er enige beroering onder
het kader en de, tot een zee van men
sen uitgegroeide massa, achter ons,
ontstaan. Wij kregen het bevel elkaar
weer vast te houden, door in de, met
de gebalde vuist op de heup geplaat
ste, gebogen arm, van je buurman te
haken.
Langzaam naderde, in de strakke
blauwe lucht, een stip, die, zilverkleu
rig, groter werd tot een bol met vleu
gels. Het werd stil op het vliegveld,
waar eenieder, met verbazing, bewon
dering en verwondering het vliegtuig
gadesloeg. Vooral toen het afzwenkte
om, ver boven ons, een ovaal te be
schrijven.
Leek het eerst op een vogel, nu was
het duidelijk een vliegmachine. Zilver
met een mengeling van blauw en wit
Als een zilveren vogel
maar het bleek toch een vliegtuig te
Het ongelofelijke gebeurde. Het stak zijn
"poten" uitI
Met 2 motoren, links en rechts van de
cabine, aan de vleugels bevestigd.
Geen hoekig geval, maar vloeiend van
lijnen, gelijk een meeuw in het uitspan
sel. Met ogen, die naderhand de lan-
dingslichten bleken te zijn.
De "Uiver" maakte over het ademloos
naar bovend starend publiek zijn
vluchtovaal af. Daarbij in zwenkings
bochten zijn smetteloos-zilveren rug
tonend. Op het beginpunt teruggeko
men gebeurde het ongelofelijke. Er
kwamen twee donkere "poten" uit de
onderkant van het metaal-glanzend
lichaam tevoorschijn. Ter hoogte van
de motoren zetten deze "lichaamsde
len" zich schrap naar voren. Op dat
moment begon de duik naar de lan
dingsbaan, waarbij de "kop" schuin
omhoog kwam. Eenmaal geland taxiëde
het toestel naar het, door ons vrij ge
houden, deel van de baan.
Achter ons begon men te dringen.
Door onze rug te spannen en het on
derlichaam achteruit te duwen pro
beerden wij te verhinderen, dat er een
doorbraak kwam. De sergeant had wel
gezegd: "terugduwen" en "sla er maar
met de veldfles op." Makkelijk praten.
Hij en zijn collega's, schoten wel te
hulp op plaatsen waar gevaar dreigde,
maar er was geen houden aan. Vooral
niet toen het vliegtuig op de toege
dachte plaats was aangekomen, de bei
de motoren zwegen, de landingstrap
was geplaatst en de cabinedeur werd
geopend. Ik zag verder niets meer van
wat er daar gebeurde. Achter en naast
mij, was het opeens een heksenketel
van gillende vrouwenstemmen, roe
pende en vloekende mannenstemmen,
terwijl boven mij hijgende en zweten
de hoofden verschenen. Door de druk
genoodzaakt lieten mijn linker- en
rechterbuurman los. Door me zo goed
mogelijk om te draaien, probeerde ik
nog, hier en daar, iemand tegen te hou
den. Vergeefs evenwel. Zodat ik eie
ren voor mijn geld koos, me weer om
draaide en met de transpirerende
stroom meeliep. Richting "Uiver". Daar
was het het kader toch nog gelukt om
de deinende massa, op enige afstand
van de Londen-Melbourne handicap-
racewinnaar, een halt toe te roepen.
Hoe dat weet ik niet. Toen het wat
rustiger was geworden, moesten we
ons verzamelen en ging het terug naar
de tangsi van het 1e Depot Bataljon
Infanterie.
ELS
Behalve in de kazerne gebeurde
het exerceren ook op het Spartater-
rein; voor de militairen tevens voetbal
veld. Voor de "bereden"officieren het
grasveld waar ze met hun paarden
oefenden. Parades werden hier ook
afgenomen.
19