moessQn VERZAMELBANDEN Kerstdiner Het jaar was 1956. We zaten op onze eerste dokterspost in Nieuw Guinea; Kaimana. Onze kleine zoon, Peter-Jan, had net z'n eerste verjaardag gevierd en we waren vast van plan om hem zo goed en zo kwaad als het ging in die pri mitieve omstandigheden, een fijn kerstfeest te geven. Ik had (héél weinig) wat kerstspulletjes meegebracht uit Holland (wie denkt - als je verhuist aan Kerstspullen), een enkel glinsterballetje en een slinger. Gelukkig was daar wel een opvouwbaar stalletje, zo'n grote overmaatse dubbele wenskaart. Als je die openvouwde kwamen alle acteurs van het tableau overeind, inclusief het kribbetje met stro-dak dat er zéér natuurlijk aan alle kanten uitpuilde, de os, de ezel en de schaapjes en al. Gelukkig barstte het rondom ons van de tjemarabomen, dus ik voorzag de kamer volop van groene takken, die ik versierde met rode lomboks, kleine tjabé rawits, rode en witte kralen van een kapotte keting en rood lint. Dat lint was zowat 't enige kerstattribuut dat in de Chinese toko te krijgen was, hoewel het daar verkocht werd als afbieslint in de garen- en bandafdeling. En dan natuurlijk: kaarsen I Bendes kaarsen en waxinelichtjes. Die waren er te kust en te keur in de toko. Zo zag de kamer er al dagen van te voren feestelijk uit en het frisse tjemaragroen rook heerlijk. Met één van de Indo-gezinnen in Kaimana waren we heel intens bevriend geraakt. Een jong stel, nog zonder kinderen, die stapel waren op Peter-Jan. Ik besloot ze uit te nodigen voor kerstavond en ik zou een écht diner in elkaar flansen. Dat was met een beetje fantasie wel mogelijk, want hoewel er vers haast niets was (behalve papaja, tjabé's en klappers om je heen en kankoeng in de slokans) kon je tóch wel, zij het beperkt, het één en ander uit blik halen in de toko. In mijn herinnering schieten daarboven uit: de aardappeltjes! I Die walgelijke glazige, zoetige njèng-njèng aardappeltjes in blik, die dreven in 't vocht I Maar op Kerstavond nou es géén rijst. En dus die aard appeltjes, maar dan uitgelekt en gebakken. Best te doen I Ook het toetje, dat ik gemaakt had van agar-agar met een scheut fris-rode vruchtenstroop er door en gevuld met fruit uit blik en overgoten met nep-slagroom (opgeklopte melk uit blik) staat me nog helder voor de geest, omdat het, al zeg ik het zelf, best lekker was, al was de pudding mis schien iets te hard uitgevallen, bang als ik was, dat ie niet zou opstijven. Dus te veel agar-agar gebruikt. We moesten hem met een mes snijden Ik had zelfs een voorafje uit allerlei bliklekkers gefabriekt. Dus werd het een "Drie Gangen Diner". Ajo Stoer I Het enige probleem was 't vlees Er was dus geen vleesEn om nou wéér die ikans van elke dag te geven of die zoute vlees toestanden uit blik, daar had ik geen zin in. Kippen hielden we niet. Er schar relde wel van alles in onze paradijselijke tuin, maar er wa ren geen kippen bij. Kippen waren tóch schaars in Kaimana vond ik, en een echte pasar was er niet. Goede raad was duurIk heb nog even gedacht aan onze kaka(toea), maar voelde me onmiddellijk daarna een verrader. Uit schuld gevoel en wroeging heb ik hem nog dagen daarna verwend. Gelukkig had mijn man een mantri verpleger, Job, die als hobby dolgraag op jacht ging. En Job zou speciaal voor njonja dokter de zondag vóór Kerst op jacht gaan en in de rimboe een paar bosduiven voor het kerstdiner schieten. Hij zei dat ze klein van stuk waren en vroeg voor hoeveel duiven hij moest zorgen. Ik wou onze twee lieve gasten eens extra trakteren en zei: "Sa orang satoe, djadi ampat, ja Job? Kalau bisa!" In mijn fantasieën zag ik ons al smullen elk aan een eigen "kip" en verheugd en opgewonden ging ik alvast menu's maken in mijn schoonste schrift. Voor elk één gesierd met een tekening en de naam. En ik schreef als hoofdgerecht: "Pigeonneau Röti Pierre Jean", want dat stond beter dan: Gebraden Duifje Peter-Jan. Ja toch? Het gevogelte werd 's avonds afgeleverd en onze papoeajongens begonnen meteen met schoonmaken, zodat ik de volgende dag met de bereiding kon beginnen. De vogeltjes waren wél erg klein en mager, vond ik. Maar goed, ieder kreeg een hele, dus dat was toch geweldig. Op Kerstdag kwamen onze vrienden al vroeg, en met de kleine Peter-Jan, die genóót van al die kaarslichtjes en de versiering overal, hadden we een geweldige gezellige mid dag en avond. Ik ging de keuken in om alles klaar te maken en weldra dreven heerlijke geuren van het gebraad de ka mer in. Hongerig en vol verwachting schoof men aan tafel. Ook Peter-Jan in z'n kinderstoel, die z'n eigen prakje aan de feesttafel mocht mee eten. De menu's werden bewonderd. Met smaak en onder gezel lig gepraat begonnen we te eten. Het was allemaal heel lekker en 't ging primatót de gebraden duifjes I Toen werd het allengs stiller aan tafel. De gezichten kregen be denkelijke uitdrukkingen en men concentreerde zich puur en alleen op 't kauwen. Om de haverklap hoorde je 'n gesmoord "Au" en dan was er weer een kies op 't nippertje gered. De felle, venijnige tikken, waren de botjes en de hagelkorrels die op de bor den vielenkleine blauwzwarte metalen kogeltjes I Job was blijkbaar niet zo'n beste schutter I Elke vogel zat bar stensvol hagel. En dat gevoegd bij 't feit, dat het tóch al van die broodmagere beestjes waren, en blijkbaar behoor lijk op jaren óók, want de luttele sliertjes vlees, die eraan zaten, vergden uren kauwwerk, maakten mijn glorieus aan gekondigde: "Plat de Résistance" tot een tragische mis lukking I Gelukkig heeft het de kerstsfeer niet kunnen bederven en hebben onze vrienden alles met veel gevoel voor humor ge accepteerd. Maar ik „was behoorlijk maloe hoor. Mijn vrien din troostte me: "Je kunt niet alles hebben I" Daarna hebben we er met z'n vieren hartelijk om gelachen. LAUTY KLEEVENS-MUSCH om zelf uw jaargangen Moesson snel, praktisch en goedkoop in te binden. Een simpel systeem met schuifpinnen, die het inzetten en uithalen van bladen mogelijk maken. De banden zijn voorzien van Moesson-opdruk. Prijs f 16,50 4,25 porto niaceoAM Prins Mauritslaan 36 - 2582 LS Den Haag TOKO MOESSON Telefoon 070 -54 55 00 - Postgiro 6685 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 8