OVERPEINZINGEN VAN EEN GEPENSIONEERDE AMBTENAAR
Controleur B. van Dungen was gek van zijn land,
hij sprak vloeiend maleis en hield van de mensen
en van de cultuur van dit paradijs zonder grenzen.
Op zijn rondes kon hij eindeloos over de sawahs turen,
intens genietend van al de pracht
en 's avonds de rustgevende mystiek van de tropennacht,
dat waren misschien wel zijn fijnste uren.
De bewoners, nee, er waren niet echt problemen;
zon en ruimte genoeg voor geestelijke rust
en zijn gezin: de tochtjes naar de kust.
Parangtritis, de oceaan en onderweg wat eten,
ruimzittend in de gehuurde amerikaanse slee,
altijd de kinderen van de buren mee
en die keer dat hij de gouverneur welkom mocht heten
Zijn jeugd: voetballen en vuurwerk op de aloon-aloon
en knokken met katjongs uit de buurt
en stiekem naar badende vrouwen gegluurd.
De onvergetelijke spekkoek van Pa Soemardjo,
de lekkerste die er was,
ze hebben zich er misselijk aan gegeten
er menige centen aan verbrast.
Zal hij van de 7500 naar Indonesië gaan
Ambtenaar B. van Dungen is even ingedut,
zeven maanden zit hij nu alweer in de VUT.
De kinderen hebben zich in Holland goed aangepast.
De kleinkinderen hebben hem wat gemeden
en zeggen: Ach, opa leeft in het verleden;
maar als ze er ooit nog heengaan, begrijpen ze hem vast.
Ze hebben die kantoorblik in hun ogen.
Als het zo fijn was, opa, wat voor auto hadden
jullie daar dan
en er waren niet eens disco's? Gatsie, niks an
De collega's: statusjagend, coquetterend met hun eigen ik:
Wat was er dan zo speciaal in dat Indië van jullie?
Mooie vrouwtjes zeker en makkelijk die bedienden.
Die uitspraken werden vaste prik.
Alleen dat, en verder kwamen die belanda's niet,
er groeide verbittering en stilzwijgen uit zijn verdriet.
Hij heeft geprobeerd om te vergeten.
Maar dan hoorde hij in zijn slaap, de gamelan steeds zingen
en, o, hoe geurde de melati in haar wrong;
dat stuk verleden kon hij niet verdringen,
als zijn ibu zachtjes voor hem zong.
B. van Dungen voelt een hand op zijn schouder,
kijkt op 'en ziet zijn lieve vrouw,
haar mooie gezicht, alleen wat ouder,
en mompelt: Ik had het nooit gered, schat, zonder jou.
De waas voor zijn gedachten verdwijnt,
vanmiddag komen de kinderen eten
en hij zou nog spekkoek maken voor die kleine Loes;
ineens wil hij van geen melancholie meer weten,
zijn levensleus heeft hij immers nooit vergeten,
zoals geen van ons, toch: Poekoel teroes
RICK VAN ZIJP
APPÈL 1984
"Aan alle oud-strijders en burgers, die
actief hebben deelgenomen aan de
strijd en het verzet gedurende de
de Tweede Wereldoorlog."
Gesteld wordt dat deze oproep na
tuurlijk ook in belangrijke mate geldt
voor de deelnemers aan de oorlog in
Ned. Indië tegen Japan. Een alinea is
mij in de oproep als zeer merkwaar
dig opgevallen, namelijk: "Stichting
Appèl 1984 roept U op om hierbij te
zijn, straks in 1984, voor de eerste en
laatste maal, op die grote ontmoeting,
met al die oud-strijders en burgers die
zich Nederlander voelen."
Kijk, die laatste opmerking over dat
"zich Nederlander voelen", kan enige
vraagtekens en onduidelijkheden doen
oprijzen. Indische Nederlanders (In
do's) zullen in het algemeen hier niet
bij stilstaan. Aangezien zij althans
vanuit hun eigen "Indische" identiteit
in staat zijn zich ook wel Nederlander
te voelen.
Maar als ik het goed heb, hebben ook
veel niet-Nederlanders tijdens de oor
log het hoogste offer voor de Neder
landse belangen gebracht. Ik denk
hierbij ook aan vele Indonesiërs, wel
ke weliswaar een gezond nationalisme
nastreefden doch uit vriendschap en
loyaliteit voor de Nederlandse zaak
gestreden hebben en zelfs gesneuveld
zijn. Ook onze Molukse en Menadone-
se wapenbroeders niet te vergeten,
hebben vaak een loyaliteit aan de dag
gelegd, waarvoor later helaas niet
altijd de nodige dankbaarheid is be
toond.
Daar ik aanneem dat de oproep van
Appèl 1984 toch ook voor deze perso
nen is bedoeld, zou een "rectificatie"
op zijn plaats zijn. Behalve natuurlijk
als Appèl 1984 er vanuit gaat, dat zij
aller) zonder uitzondering zich per
definitie Nederlander zouden moeten
kunnen voelen. (Dus niet slechts pro-
Nederlands etc.).
Zijn soms de verdiensten en gebrach
te offers op zich niet reeds voldoen
de
F. VAN GARLING
FUIVEN IN BATAVIA
Inderdaad waren de in het artikel
"Fuiven in Batavia en de grote muziek-
makers" (Kerstnummer 1983) genoem
de orkesten over heel Indië bekend en
gewaardeerd, mede dankzij de NIROM
en de ontelbare toen nog breekbare
bakeliet grammofoonplaten ter grootte
van ongeveer een huidige lp, met aan
elke kant slechts één nummer welke
met een vaart van 78 toeren onder de
stalen pick-up-naald rondtolden.
Ik miste echter één naam en wel die
van Miss Shoolbread. Nu weet ik niet
of ik haar naam goed schrijf, in ieder
geval werd die uitgesproken als
"Sjoelbrèd". Zij was een zeer popu
laire zangeres, ik meen bij de Hawaii
an Syncopators. Haar naam was alom
bekend en men luisterde graag naar
haar vocale prestaties die zeer goed
en welluidend waren en die een grote
bijdrage hebben geleverd aan de
dansmuziek uit vroeger jaren.
J. A. GRASHUIS
ALAS KEDAWOENG
Het aardige gedicht 'Alas Kedawoeng'
in het Kerstnummer is van Erna The-
ding van Berkhout. Alas Kedawoeng
was een onderneming boven Blitar.
Toen ik vier jaar was (nu 75) kregen
mijn ouders de heerlijkste melk van
hun melkerij.
IRMA SUSAN-MATHEY
RECTIFICATIES
1. In Moesson no. 7, pag. 10, wordt als
minimum donatie voor de Stichting
"Vrienden van Bronbeek" ten on
rechte vermeld 10,per jaar. Dit
moet zijn: 15,per jaar, over te
maken" op giro nr. 940 t.n.v. de
Stichting "Vrienden van Bronbeek".
2. In het artikel "Kolonist op Nieuw-
Guinea (III)" in Moesson ,no. 7, pag.
12, 3e kolom staat de zin: "De hele
familie Ondaatje bakte en verkocht
brood en banket". Dit moet zijn:
"De hele familie Ondaatje bakte en
verkocht gebak en koekjes".
7