schip kon en wilde niet voor anker gaan. Dat was te riskant zei hij. In uiterste noodzaak kon hij de vaten over boord gooien, want die zouden met de straffe stormwind uit zee, naar de kust worden gedreven. Anders zou hij moeten doorvaren Goede raad was duur. Dan maar op hoop van ze gen de zee inl Toen alle vaten in zee lagen en* geleidelijk naar de kust dre ven, draaide de wind Het verlies van de vaten met petroleum was onaf wendbaar als er niets werd gedaan. Met enkele beschikbare prauwen gin gen mijn agenten naar de drijvende vaten en probeerden al het mogelijke om ze naar de kust te laveren. Het H.P.B. deed aan deze operatie dapper mee en toen het niet vlot genoeg ver liep dook hij zelf de woelige zee in en zwom met een vat voor zich uit naar de kust. Helaas hebben wij toch nog verscheidene vaten moeten mis sen. Naast onze politionele taak dienden wij ook het H.P.B. terzijde te staan in zijn bestuurlijke taak o.m. in het tot ontwikkeling brengen van land en volk. Zo zouden de politie-patrouilles in ons ressort - en dit besloeg een oppervlakte van een provincie in Nederland - zich niet beperken tot de kustgebieden, maar dienden te wor den uitgebreid tot in het binnenland. Want van dit achterland wisten wij nog zo betrekkelijk weinig. Het ver diende aanbeveling om in onze pa trouilleverslagen, naast rapportering of onderzoek van criminaliteiten of andere politionele activiteiten, ook te vermelden in welke omstandigheden de Papoea's in de door ons bezochte gebieden leefden. Hun gezondheids toestand, hun levenswijze, communi catie mogelijkheden en terreingesteld heid. Wat deed de Papoea aan de landbouw en werd er ook roofbouw toegepast? Hoe is de bos- of wild stand? Zijn er mineralen of ertsen bekend of aangetroffen? etc. etc. Uit verschillende verslagen, afkomstig van politie, bestuur of andere instan ties, kon het H.P.B. voor zijn ressort het beleid bepalen. Ik wil hierbij één geval aanhalen, dat het vermelden enigszins waard is. Er deed onder de kust-papoea's in een bepaald gebied het gerucht de ronde dat een bergstam die in het stroomgebied van een niet nader genoemde rivier woonde, voor haar verlichting gebruik maakte van een uit de grond stromende oliebron. Toen men mij dit verhaal vertelde, heb ik ze maar gerangschikt onder het hoofd "wilde verhalen". Tijdens een bespreking met het H.P.B. werd dit onderwerp terloops aangehaald. Wie schetste mijn verwondering toen de be stuursman daarop inging en tegen mij zei: "Kunt U bij uw volgende patrouille dat onderzoeken? U bent toch in uw vorige betrekking olieonderzoeker ge weest?" Ja, dat zal hij wel uit mijn dossier hebben gehaald Dus werden er voorbereidingen ge troffen voor een verkenningstocht van verscheidene weken. Ik wist bij be nadering niet hoe vér we het binnen land in moesten. De tijd was bepa lend voor de hoeveelheid voedsel die wij meenamen. Het rantsoen bestond hoofdzakelijk uit rijst, gedroogd vlees of zoute vis, koffie, thee, suiker en zout. De agenten namen ook wel ge droogde sago-koeken in hun ransels mee. Als je tijdens de patrouille hon ger had, doopte je het koekje in een rivier en beet het zacht geworden stukje af. Het smaakte wat flauw en zanderig, maar het vulde je buik. De contact-artikelen waren: keukenmes sen (piso-blati), plakken tabak (tem- bako-lempeng), spiegeltjes, kralen, zout en nog wat andere spulletjes waar de berg-papoea's dol op zijn. Een medicijntrommel is een onmisbaar at tribuut. Het leven van een gewond of ziek patrouillelid kan daarvan afhan gen. De patrouille-uitrusting, inclusief be wapening en macheta moest je zelf dragen; de rations werden door de dragers vervoerd. In de wouden van Nieuw-Guinea is voedsel een schaars artikel. Had je geluk een wild zwijn te ontmoeten dan kon je je actie-ra dius vergroten. Tenminste als je dat zwijn kon neerleggen De Higgens boot, een vervoermiddel bij uitstek geschikt voor Nieuw-Guinea. Het oerwoud van Nieuw-Guinea is wild-arm en mens-vijandig Het is er altijd schemerig en broeierig. De hoge woudreuzen laten weinig zonlicht door en in het vochtige kreupelhout huizen slangen, wespen en ander ongedierte. De ondoordringbaarheid in deze re genwouden doen in niets onder voor de Braziliaanse oerwouden die wij hier zo vaak op de film zien. De bos-papoea's wonen meestal in een opengekapt of afgebrand gedeel te van het bos. Al naar gelang hun streekgewoonte verblijven ze in paal woningen of op de grond in hutten. Kruipen bij elkaar in een grote ge meenschappelijke barak (opgezet uit takken en bladeren) of hebben een eigen optrekje met hun gezin. Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit knolgewassen of "sweetpotatoes" die zij op hun landje verbouwen. Als er een sagobos in de omgeving is, put ten zij hun voedsel uit de kern van de sagopalm. Zij planten en verbouwen net genoeg voor hun living. Een patrouille-eenheid bestond meest al uit de patrouillecommandant en een vier tot zestal agenten, plus een tolk of een verkenner (gids). Het aantal dragers is zoals reeds vermeld, afge stemd op de hoeveelheid rations. We moeten niet vergeten dat ook de dra gers moesten eten van het voedsel pakket dat we meenamen In het gebied aangekomen waar het gerucht de ronde deed, wisten alleen oudere kust-papoea's ons te vertellen, dat zij deze kabar-angin ook hadden vernomen van de bos-papoea's, die hun zo nu en dan bezochten en wat ruilhandel deden. De onderlinge ver houding tussen de kust- en bospa- poea's is nog steeds op wantrouwen gebaseerd, maar in sommige streken is daarin verbetering getreden. "En uit welk stroomgebied komen zij dan?" Zo vragend en informerend drongen wij dieper het achterland in tot wij na dagen lopen in een klein gehuchtje kwamen, waar slechts een half dozijn hutten stond. Onze tolk, die voor mij het woord voerde, vroeg aan de inwoners wat zij van het ver haal wisten. Een oude daar aanwezige bospapoea zei, dat hij van een ver dwenen stam had vernomen, dat zij inderdaad olie als brandstof hadden gebruikt. Misschien dat hij nog de plaats kon vinden waar de bron lag. Er was een bospad dat daar naartoe leidde, maar dat zou zeker wel over woekerd zijn Hij zou proberen dit pad te vinden en te volgen. (Wat con tactartikelen al niet doen Dit zoe ken naar het bewuste bospad heeft zeker een halve dag geduurd. Wij zouden dit nóóit gevonden hebben Maar de ogen van een bospapoea zijn zo scherp, dat hij iedere afwijking in de plantengroei opmerkt. Zij behoren zeker tot de beste spoorzoekers ter wereld (lees verder pag. 15, derde kol. onderaan) 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 13