Waar is die tijd "DROOMREIS INDONESIË" Indië 1916. Het jaar, waarin ik 10 jaar was geworden. Met broertjes en ouders woonde ik in een oud riant Indisch huis, met een tuin voor en achter, gehuurd van een rijke hadji-dorpsgeestelijke. De huur werd betaald door vaders werk gever, de Volkscredietbank. U kent zo'n bank, waar de armlastige bevolking een krediet tegen onderpand kon bekomen voor de aankoop van zaaizaden. Met de geldelijke hulpverlening werd bereikt dat zij uit handen van de privé geldschieters, meestal hadji's of Chinezen, konden blijven, die van de Javanen hun aandeel in het produkt van de oogst opeisten. De overeenkomst bestond dan uit de terugbetaling van de lening plus de daarbij opgelegde woekerwinst in natura. Wat een jeugd; met zoveel vrijheid en blijheid konden wij ons in die tijd uit. leven in kattekwaad, of het nu een strooptocht was of een sportieve er varing met onze vrindjes, de Javanen. Over de strooptochten het volgende. Een katapult was een normaal bezit. Hiervan leden de vruchtbomen, vooral de mangga- en djamboebomen het meest. Of de vruchten nog onrijp aan de boom hingen of niet, elke treffer gaf je de zekerheid het schieten te beheersen. Meer nog het was de kunst om bijvoorbeeld de steel waaraan de vrucht hing, te raken. Het opeten was vers twee. Wij beperkten ons tot de rijpe exemplaren. De onrijpe hadden een andere bestemming. Die bezorg den wij bij de door ons gewaardeerde Javaanse matrone Bok Soejing, die er een warong op na hield op een hoek van de straat, aan de overzijde van ons huis. Zij was er ons altijd dank baar voor, maar wij waren ook vaste afnemers van haar rudjak, waarvoor zij de basis ingrediënten ontving. Een vast bedrag aan zakgeld hadden wij niet. Dat werd verzorgd door de oude getrouwe kindermeid baboe Adik. Moeder had haar volmacht ge. geven wat wij vroegen, te geven. Ik heb me later afgevraagd, hoe het kwam dat wij broers steeds zonder protest accepteerden wat zij kwijt wil de. Een voor de hand liggende ver klaring zou zijn dat de kleine plaats waar wij toen woonden ons geen ge legenheid bood het geld nuttig te be steden. Overwegend gevestigde Chi nese toko's die van allerlei verkoch ten voor de Javaanse markt, waarvoor wij geen belangstelling konden op brengen. Uitzonderingsgevallen daar gelaten, maar daarover straks. Het waren dus meer snoepcenten, waarmee wij het best konden stellen. Met 10 cent deed je al erg veel; een portie rudjak kostte maar 21/2 cent. En dan had je genoeg. Buikpijn was er niet bij. Als het er wel een keer van kwam, dan was norit het aange wezen medicijn. De lagere schooltijd maakten wij door in Tegal, 12 km van de plaats waar wij toen woonden. Deze dagelijkse af stand vice versa werd per trein afge legd. De SCS (Semarang Cheribon spoorwegmij) verzorgde de school- trein door een wagon extra, bestemd voor de scholieren achter het treinstel aan te haken. Ik herinner mij nog altijd de laatste stopplaats voor Tegal, de desa langs de spoorbaan, waar dage lijks een tafereel aan ons voorbijging van geslachte geiten, waarvan de huiden aan touwrekken hingen te drogen. Dit uitzicht gaf ons niet al leen een gevoel van wreedheid, maar ook de commercie welke daarbij een rol speelt, was onaanvaardbaar. We konden wel bevatten dat men enkele geiten voor de consumpte nodig had, maar niet dat zoveel tegelijk werden afgeslacht. Primitieve opvatting, kin derlijke beschouwing zult U zeggen; waarom kan of mag dat niet. Van ons mag dat niet. Daarom werd beslo ten onze aanklacht te bekrachtigen met de volgende poging. Zakken met kleine stenen droegen we op de te rugreis mee, om ze uit de trein te gooien naar de gewraakte stellingen. De Spoorwegdirectie kreeg de klacht van de gedupeerden ter behandeling met het gevolg dat wij voor onze ou ders verantwoording hadden af te leg gen. Wij zeiden alleen; die arme die ren. U weet hoe dat gaat. Beloven deden wij niets; zullen wel zien. Met stenen gooien gingen wij gewoon door. Het behoeft echter geen betoog dat onze ambitie werd bekoeld toen van Spoorwegzijde gedreigd werd dat de gebruikelijke extra wagon niet meer zou worden aangehaakt. Op school had je verschillende cate gorieën kinderen, maar allemaal In do's. Vechtersbazen, zachtmoedigen, moeders lieveling en de onverschilli gen. Wij schikten ons bij de laatste groep. Het favoriete knikkerspel tij dens de pauzes zorgde vaak voor bonje. Twee tegengestelde polen zorgden voor een twistgesprek, dat altijd uitliep op een vechtpartij na schooltijd. Plaats van het strijdperk was altijd een leegstaand erf op klei ne afstand van de school. De sterkste onder ons wierp zich op als secon dant. Het gevecht begon meestal zon der praten, doch wel met de vooraf spraak; boksen of worstelen of beide. Dat de vertoning geen scherts was, bewees op een keer het gevecht tus sen twee rivalen, waarvan de een bij het worstelen onder kwam te liggen. De verliezer kreeg twee handen in de hals gedrukt, waardoor hij bewuste loos bleef liggen. Met interventie van de secondant werd een ongelijke strijd beëindigd. Normaal is datde verliezer na afloop het woord "ex cuus" zegt, of met een verbitterde stem "morgen weer". In het laatste geval ten teken, dat hij zijn verlies niet accepteerde en het gevecht wilde overdoen. De betrokken onderwijzer die inside information ontving, bena derde de partijen om de strijd bij te leggen. Op school werd ook catechisatie ge geven. Veel hebben wij er niet van geprofiteerd. De tijd die voor deze les werd uitgetrokken, was slecht geko zen, omdat ze begon na het laatste lesuur. Voor ons was de handicap, het missen van de trein naar huis. Bijzonder enerverende herinneringen hadden wij aan de vliegertijd. Dan werd het budget opgetrokken voor het kopen van vliegertouw en kah (vislijm). Glasscherven fijngestampt tot poeder maakte deel uit van het glas- De landelijke reünie comm. v.d. strijdkrachten LRCS organiseert in samenwerking met ARKE reizen de Droomreis een 25-daagse reis naar Indonesië. Vertrek op 29 mei en 23 oktober 1984. Oktober - november is de vruchten tijd. Het programma is in het kort als volgt. SingaporeSingapore; Sumatra; Padang of Medan; Java; Jakarta; Bogor (Buitenzorg); Bandoeng; Djokjakarta; Semarang; Surabaya; Tretes; Bali; Sanur en andere plaatsen. In eerste klasse hotels op basis van logies met ontbijt en diner. Verlenging tot 45 dagen mogelijk met geringe bijbetaling. Inclusief luchthaven belasting, visumkosten, reis bagage ziekte en ongevallen verzekering. Voor de prijs van slechts 4.590, Vraag voor deze unieke goedkope reis een prospectus aan. Secretariaat J. A. Prinsstraat 13, 1785 BB Den Helder, tel. 02230 -3 42 57 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 14