BRIEVEN OVER "HET LAND VAN MIJN OUDERS" Geachte mevrouw (Ducelle) In eerste instantie wilde ik niet rea geren op uw onnozele geschrijf in Moesson van 1 dec. '83 met als reden "dat je je als integere Indische Neder lander niet druk moet maken om zo'n uit rancune en vooroordelen geschre ven stuk". Op de eerste plaats denk ik dat U voorbij gaat aan de bedoeling van de film "Het land van mijn ouders" of erger, dat U niet hebt begrepen. Vele jonge Indische Nederlanders (on der meer bij "Nines" en vele prolon gaties van de film in filmhuizen in de steden van Nederland bewijzen) heb ben hun ogen geopend voor hun eigen verleden, die misschien niet dezelfde is als de film, maar wel dezelfde cultu rele achtergrond hebben, de inrichting van 't "koloniale" verleden met al zijn rangen en standen. Zij willen zoals wijlen uw echtgenoot "Tjalie Robinson" hun Indisch zijn en 't nu begrijpen en "hoog" houden I Ik weet zeker dat als Tjalie deze film had mogen zien, hij de film had toe gejuicht, als menig Indische Neder, lander nu I Wij leven in 't nu en niet in 't verleden van Tempo Dulu is voorbij. Ik vond het toch al dat de strekking van Moesson afdreef van 't idee van Tong-Tong, mening wordt steeds meer bevestigd. Nu weer door uw reactie op deze "op recht" gemaakte film, om met zoveel rancune en vooroordelen (zie 1e all.) het gebeurde in de film te bejegenen en met uitspraken die met elkaar in tegenstelling zijn: b.v.: "knap film werk" en even later naar de regisseur fel uithalen. Van uw levenservaring uit Indonesië heeft U niets geleerd als U niet weet wat het "Indisch zijn" nu betekent. Hoger of lagere rangorde maakt mij nu niet uit, bij U wel I Ik zal U niet kwalijk nemen wat U over mijn gezinsleven en echtgenote heeft durven zeggen, ik wil 't beschouwen dat U het heeft gezegd uit domheid of niet beter weten. Wat mijn dochter met haar film heeft kunnen bereiken binnen de Indische samenleving nu, heeft U in die jaren met Moesson niet bereikt bij de jonge Indische Neder landers van de 2e generatie. Persoonlijk heb ik van verschillende lagen uit de Indische Nederlandse samenleving goede positieve reacties over de film gehad en dat was voor mij toch een bewijs van een zeer goede film. In uw blad heeft U het laatste "woord", ik hoop dat U dit schrijven in uw blad Moesson zal publiceren, maar het laatste woord is voor "Iemand" anders weggelegd. Gelukkig maar E. R. BLOEM Ik heb geen laatste woord, ik ben met stomheid geslagen. Moet deze (Bloem) Herinnert U zich deze foto nog uit Moesson van 15 febr. '83 en onze vraag wat deze vrouwen aan het planten waren Geen reactie, wel van dhr. Spruyt van het Instituut voor de Tropen aan wie mevrouw Spoelstra deze foto als Kerstkaart toezond. En ziehier dan met een omweg en na een jaar de oplossing: de vrouwen zijn bezig met het inplanten van Hevea-zaden in opgehoogde zaadbedden met behulp van "lijnstokken". De zaden zitten in de batoks die ze bij zich hebben. Bibit dus voor de rubbertuinen. Dat weten we dus ook weerBedankt mijnheer Spruyt en mevrouw Spoelstra lezing nog goed verwerken, dat kan jéren duren. Intussen gaan we toch maar door met onze Indische Moesson maken zoals Tjalie het bedoeld heeft. L.D. S.M.A. GIKI ZAALBERGSCHOOL SURABAYA Een paar kilo cement Hoewel ik nooit op een I.E.V.-school heb gezeten, wil ik toch een kleine bijdrage zenden voor de bouw van de nieuwe school. Alle beetjes helpen en misschien zijn deze 10,genoeg voor een paar kilo cement. Ik wens de initiatiefneemster veel suc ces met haar actie en ik hoop dat spoedig met de bouw begonnen kan worden. Misschien kunnen we in ons aller lijfblad Moesson t.z.t. lezen over de goede afloop van dit project. N.N. Met dit tientje ontvingen wij van een andere lezer 1000,voor hetzelfde project. Genoeg voor vier muren mis. schien, maar zonder die paar kilo ce ment staan die muren niet Grote giften, kleine giften, SAMEN maken zij het eindresultaat SINGKONG I Met interesse las ik in Moesson van 15 januari 1984 het artikel over sing- kong. Naar mijn mening is er echter een tweetal onnauwkeurigheden in de tekst opgenomen. De cassaveplant zal wel enige jaren eerder dan in 1935 naar Indië zijn gebracht. 1835 mis schien? Verder is de vermelding over het blauwzuur niet juist. De benaming moet zijn "Cyaanwaterstofzuur", een oplossing van blauwzuurgas (HCN) in water. Men heeft mij altijd verteld dat de ge wone ketella pohon knol onder de schil blauwzuur bevat, dat echter bij koken of bakken verdampt. P. J. ADVOKAAT (Inderdaad 1835. Typefout. Red. M.) SINGKONG II Volgens het Amboinsch Kruidboek van Rumphius (de "blinde ziener" van Am- bon) kwam cassave reeds in de 17e eeuw op de Molukken voor. Bijna twee eeuwen later deed gouverneur-gene raal Daendels (1808-1811) verwoede pogingen om deze cultuur te populari seren, zonder daar overigens méér mee te bereiken dan dat de knollen hier en daar naar hem werden ge noemd: "ketala djindral" of "ketela pransman". Omstreeks 1875 was cas save nog steeds niet overal bekend. Pas tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de rijstinvoer stagneerde en er voedselproblemen dreigden, nam de aanplant enorm toe. J. J. SCHLIEKER APPÉL '84 D-DAY Een aansluiting op een reactie van F. van Garling. Ook ik stoor mij aan de tekst die met D-day begint, want de rest van het verhaal klopt niet met D-day, bv. de Koreanen, de politionele actie, enz. Hoe dan deze. Als katjong, van daar, je denk dan: "Wat chauvi nistisch Gelukkig maar dat er geen landing op Sumatra is uitgevoerd door die D-day, om onze bevrijding te be spoedigen. Anders waren wij daar al lemaal "mampoes" geschoten door de JapMaar dat is weer een andere zaak. En dan die entreeprijs, en mijn gewone boeng? "Hoe hij dan?" Of alleen voor hoger rang? Heb al voorgesteld een dagkaart in te voeren. Dan kan mijn spandrie ook komen kijken H.N.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 19