Z" X'm
poirrié
k.akos
17
RED JE KONTJE MAAR
Toen ik na een vorstelijk bad het schoonmaakgebeuren met een heerlijk geurtje
uit één van die handig in de hand liggende flesjes reukwater voor mannen af
rondde, dwaalden mijn ogen over mijn door verjaardagen en Sinterklazen op
gehoopte voorraad vaste en vloeibare zepen en de nazorg-artikelen in de
lichaamsverzorging. Mijn gedachten gingen naar Indië. Terug naar die fasen in
Indië dat de mens, en in het bijzonder de militair, nog leefde met zijn zorgen
voor een goed lichaamsonderhoud in het zand-, zeep- en soda-tijdperk.
Al dwalende zag ik me weer naar de
mandiplaats kuieren met alleen als
kledingstuk aan een om het middel
geknoopte handdoek. Eén hand hield
ik op de knoop van de handdoek om
er zeker van te zijn dat de knoop in
de knoop bleef zitten, want ik voelde
er niets voor om onverwacht in m'n
nakie bloot te moeten staan aan dis
criminerende opmerkingen van mijn
wapenbroeders en baboes.
In de andere hand hield ik voor het
sirammen, mijn mess-tin en in de mess
tin lagen de spulletjes die me ter be
schikking stonden om de dag verder
schoon door te kunnen gaan. En dat
was, in vergelijking met de hoeveel
heden soorten reinigingsmiddelen van
heden, niet veel. Je had er echt geen
twee handen voor nodig. Toiletzeep,
scheerzeep, tandpasta, scheerkwast,
krabbertje, kammetje en één Joselan
per drie jaar, dat was al, en daar had
je het maar mee te doen. Dat lukte
natuurlijk wonderwel, alleenje
ging toen schoon, maar verder volko
men kaal door het leven: zonder de
toetjes voor mannen als okselfris, af
tershave, geurvreterspoeder en wat er
verder nog meer te spuiten, te smeren,
te deppen of te rollen valt. Al die toe
tjes, zo er enkele waren, bestonden
voor de militair niet. En nu had ik ook
nog de pech, dat ik van de twee reini
gingsmiddelen die we maar hadden
(zeep en tandpasta) er eentje veraf
schuwde, namelijk de tandpasta.
Daar ga ik van kokhalzen, want ik kan
niet tegen de pepermuntsmaak die in
tandpasta verwerkt zit. Voor mij is
tandenpoetsen altijd poetsen met lan
ge tanden geweest. Waarom er zo
nodig altijd een pepermuntsmaak aan-
de pasta moet zitten is me nog steeds
een raadsel. Nu de kunde er is om
een vanillestokje de smaak van ge
rookte paling te geven, waarom, zo
vraag ik me dan af, verzinnen ze voor
de tandpasta dan ook niet eens een
andere smaak. Pisang ambon- of een
saté kambingsmaak bijvoorbeeld zou.
den het goed doen. Maar ja, ook al de
raadsels zijn de wereld nog niet uit.
Met die schaarse onderhoudsmidde
len kon je zorgeloos leven zolang je
gevrijwaard bleef van pukkeltjes, mee.
eters, hoofdroos enz.
Maar o wee als je iets daarvan kreeg,
dan was het één en al zorg. Ik kan er
over meepraten, want ik heb het met
hoofdroos aan den lijve ondervonden.
Diep ongelukkig voelde ik me met al
die kopzorgen. Geen anti-roos sham
poo om die zorgen weg te wassen. En
nergens kon je met je problemen te
recht: onze consumentenman Frits zat
(als ik tenminste zijn leeftijd goed
schat) nog op de kleuterschool, Post
bus 51 Den Haag had nog geen num
mer en de praatgroepen hielden nog
stijf hun mond dicht.
Maar toen de nood zó hoog was dat
ik, in de spiegel kijkend zóveel roos
zag zitten, dat ik 't bijna zelf niet meer
zag zitten, was de redding, zoals ge
woonlijk, heel nabij. En héél nabij,
's Morgens was er nog niets van
enige redding in de buurt en 's mid
dags kondigde zij zich al aan in de
vorm van een gouden tip.
Die dag herinner ik me nog heel goed.
Het was precies een week na de be
ëindiging van de eerste politionele
actie. Wij begonnen die dag met een
patrouille in een voor ons heel onbe
kend gebied, vanuit een kampong
waarin we tijdelijk gelegerd waren.
Gewoonlijk droeg ik tijdens de pa
trouilles niets of alleen maar een pe-
lopporpetje op mijn hoofd. Maar dat
onbekende gebied en de gedachte:
het kan daar wel eens bloedlink zijn,
deden me gehelmd op pad gaan, want
zo dacht ik: je zal maar bij het snel in
dekking moeten gaan uit de bocht
vliegen en met je hoofd tegen een
boom knallen, dan zat ik goed met mijn
helm op.
Terug in de kampong na drie uur tip
pelen met een helm op (gelukkig als
een overbodige luxe) ging ik meteen
naar het huis waar ik een paar vier
kante meter van een kamer "mijn
plekje" mocht noemen. Op mijn plekje
zette ik mijn helm af en keek er toe
vallig in.
Wat ik toen zag deed me een langge
rekt "hallo" uitkreunen. De binnenkant
van mijn helm zat vol roos. Mijn baboe
zag het ook. Zij sloeg een hand voor
de mond en liet een gesmoord "adoeh"
horen. Nu, zij was het die mij toen die
gouden tip gaf. "Toean," zei ze, "je
moet klapperolie in je haar smeren,
dan ben je met een paar dagen van je
roos af." Ik ben toen direkt klapper
olie (tjap cocos) gaan gebruiken en ja
hoor! Zelfs binnen twee dagen was
ik van mijn roos af. Nergens meer een
spikkeltje te zien. En mijn haar? Eén
en al glans en het bleef dag en nacht
in model zitten. Als ik mijn helm af
zette hoefde ik niet eens met mijn
hoofd te schudden om mijn haar weer
in model te krijgen: het zat in model
en bleef in model.
Maar buiten de enkele tips die je, als
je geluk had tenminste, kreeg, was het
met lichaamsverzorging en - onder
houd in die dagen onder de klappers
een leven van red-je-kontje maar I
J BLOKKER
REÜNIE EX-KNIL "BUNGA MELATI"
In het Turfschip te Breda vindt op
zaterdag 28 april 1984 de 22e reünie
plaats van ex-KNIL "Bunga Melati
Het programma duurt van 10.00-17.00
uur en de toegangsprijs bedraagt
17,50 p.p. inclusief maaltijd- en kof
fiebon. Na overmaking van dit bedrag
(vóór 18 april a.s.) op gironummer
1669506 t.n.v. Penningmeester Bunga
Melati te Oosterhout, ontvangt U het
toegangsbewijs en de bonnen thuis.
Op verzoek kunt U ook een spoorweg-
reductiekaart ontvangen.
Tijdens de komende reünie zullen vele
bewoners van Bronbeek als speciale
gasten aanwezig zijn en aandacht zal
worden besteed aan het heugelijke
feit dat Bronbeek definitief open blijft
voor oud KNIL-militairen.
Bestuur Stichting BUNGA MELATI
Beverweg 64 - 4817 LN Breda
Telefoon 076- 13 67 15
automat
BAK Pao
Ioo^p ■sfc