Indo's kampen
met hun koloniaal verleden
(Overgenomen uit "De Volkskrant" van 23 februari 1984)
Wim Willems en Annemarie Cottaar hebben twee interessante artikelen geschre
ven over Indische Nederlanders. De neerbuigende houding van de Nederlanders
tegenover de Indische-Nederlanders komt duidelijk tot uitdrukking. Maar de
negatieve waardering van zijn Indonesische afkomst door de Indische Nederlan
der (kortheidshalve in het vervolg te noemen Indo) zelf wordt helemaal buiten
beschouwing gelaten. De Indo was en is permanent bezig zijn Indonesische af
komst te ontkennen. In wezen schaamt hij zich daarvoor. Hij wil daar niet aan
herinnerd worden: zoveel mogelijk Nederlander zijn, daar streefde en streeft hij
naar. Het gevolg hiervan was dat de Indo zich zo snel en zoveel mogelijk wilde
aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Zo min mogelijk opvallen was de
leuze. Het uiterlijk anders-zijn was al vervelend genoeg.
TEN GELEIDE
Het houdt niet op de "belangstelling"
voor Indische Nederlanders. Hun leven,
denken, achtergronden, de zin van hun
bestaan vroeger en nu in Nederland.
Elke grote krant (Volkskrant, Vrij Ne
derland, NRC, etc.) en vele streekbla
den hebben gemeend zich met de In
dische Nederlanders te moeten bemoei
en en U weet, als het op schrijven en
discussies aankomt, kent de Nederlan
der zijn weerga niet. Er worden wel eens
zinnige dingen gezegd, maar dan heb ik
altijd het gevoel dat dat per ongeluk is
gebeurd.
Wim Willems en Annemarie Cottaar twee
serieuze studenten hadden de Indische
Nederlander als onderwerp voor hun
scriptie en in de Volkskrant verwerkten
zij hun beschouwingen in een tweetal
artikelen. Een moeilijk te vatten onder
werp blijkbaar, want er kwamen reacties
o.a. van Drs. L. B. E. Vonk, sociaal-
econoom en zelf Indisch Nederlander
zoals hij frank en vrij bekent. Niet de
artikelen van Willems en Cottaar heb
ben ons geïrriteerd (integendeel zelfs,
Moesson overweegt hun scriptie uit te
geven) maar de notities van Drs. Vonk.
Waar hij noch Tjalie, noch diens werk
kennende toch meende een oordeel te
moeten vellen, leek het mij zinnig Tjalie
zelf aan het woord te laten. Wat wil het
geval? In juli 1955 schreef Tjalie voor
"De Groene Amsterdammer" het artikel
dat U op pagina 8 en 9 kunt lezen.
Toeval Voorbestemming Drs. Vonk
zou geen duidelijker antwoord gekregen
kunnen hebben. Misschien heeft hij er
wat aan.
L.D.
N.a.v. het artikel van Drs. Vonk ontvin
gen wij talrijke withete reacties. Ralph
Boekholt schreef zijn antwoord aan de
Volkskrant. Wij hopen dat hiermee de
zoveelste Indische kwestie is uitge
praat.
Indo's hebben het erg moeilijk met hun
Indonesische afkomst. Vooral onder
de wat oudere Indo's zijn er nog heel
veel die er rotsvast van overtuigd zijn,
dat de Indonesische eigenschappen bij
hen minderwaardig zijn en de Neder
landse niet. Men zou bijna kunnen stel
len dat Indo's er begrip voor kunnen
opbrengen en soms zelfs willen recht
vaardigen dat Hollanders (in de Indo
betekenis van het woord; iedere Ne
derlander die geen Indo is; Groningers
en Limburgers zijn voor Indo's één pot
nat) Indo's wat minderwaardig behan
delen.
Een verschijnsel van de laatste jaren
is het volgende: Indo-vrouwen komen
op Indische feestavonden steeds meer
gekleed in sarong en kabaya, de tradi
tionele klederdracht van Indonesische
vrouwen. Wat oudere Indo's reageren
hierop met opmerkingen als: "Ik be
grijp ze niet. Vroeger in Indië zouden
wij het niet in ons hoofd halen ons als
Inlanders te kleden. En nu opeens gaan
ze zichzelf gelijk stellen met die In
landers."
Indo's die dergelijke opmerkingen ma
ken gaan dan ook uit schaamte niet
naar dergelijke feestjes. Of een op
merking als deze: Adoeh, zij is al zo
lelijk (waarmee bedoeld wordt dat de
bedoelde vrouw erg veel op een Indo
nesische lijkt) en dan kleedt zij zich
nog zo opvallend. Logisch dat men er
wat van zegt." Er zijn nog steeds veel
Indische oma's die trots zijn op hun
"blonde" kleinkinderen I
Wat wij, Indo's, nodig hebben is niet
zozeer de vaststelling dat wij gediscri
mineerd worden, vroeger in Indië en
nu in Nederland, maar veel meer een
bezinning op onze eigen positie, onze
opvattingen over en waarderingen van
onze Indonesische afkomst. Wij zullen
onze eigen vooroordelen onder de loep
moeten nemen.
Het wordt zo langzamerhand tijd dat
wij onze Indonesische afkomst posi
tiever waarderen dan wij tot nu toe
hebben gedaan. En dit dan niet in die
zin dat wij alles goed en beter vinden
wat van onze Indonesische voorouders
afkomstig is en alles wat Nederlands
is moeten afkraken (een houding die
met name wijlen Tjalie Robinson innam;
naar mijn mening een volstrekt ver
werpelijke houding), maar wij zullen
zonder enig vooroordeel onze Indone
sische afkomst moeten waarderen. De
goede kanten aanvaarden en uitdra
gen; de slechte uiteraard laten liggen,
maar wat is slecht
Herwaardering
Wanneer Indo's zich over hun positie,
waarderingen, houdingen gaan bezin
nen, dan zullen zij onherroepelijk te
rechtkomen bij een herwaardering van
de samenleving waaruit zij ontstaan
zijn: de koloniale samenleving die Ne-
derlands-lndië was.
De grondoorzaak van de discrimine
rende houding van Indo's tegenover
Indonesiërs moet gezocht worden in
het karakter van de koloniale samen
leving. Deze samenleving kweekte bij
Indo's in veel gevallen een bijna haat-
houding tegenover de "Inlanders" -
om maar weer eens een bij Indo's ne
gatief beladen woord te gebruiken.
Beb Vuyk laat niet voor niets haar
verhaal De jager met zijn schietge
weer, waarin een Indo-kapitein van
een schip een hoofdrol speelt, als volgt
eindigen:
Hij vatte het vel van zijn onderarm tus
sen duim en wijsvinger en schreeuw
de, maar net naar mij, met het hoofd
ver naar achter geworpen het heelal
toekrijsend: "Dit zwarte vel, mijn eigen
vel dat ik zou willen afscheuren. Het
is de Aziaat in mijzelf die ik haat".
Ook andere schrijvers wijzen op deze
eigenschappen van de Indo's. In Bre
ton de Nijs' Vergeelde portretten komt
een tante Sophie, een Indo, voor, die
probeert de kinderen die haar broer
onwettig bij een Javaanse vrouw heeft
verwekt, te ontdoen van hun "Inland
se lucht" door ze te purgeren met
Engels zout I In Victor Ido's roman
De Paupers wordt een Indo die het
waagt erop te wijzen dat Indo's ook
van Inlandse afkomst zijn, door een
andere Indo toegesnauwd: "Hou jij
jouw smoel jij ben geen schot kruit
waard". In Maatstaf van februari 1961
kwam een gedicht voor, getiteld: "De
Indische Nederlander", waarvan de
eerste regel luidde: "Hij is gekleurd,
maar blanker dan Verwoerd" I
Hollandse positie
Ook in wetenschappelijke studies
wordt veelal geconstateerd, dat Indo's
in Nederlands-lndië druk bezig waren
met te bewijzen dat zij in wezen geen
Inlanders waren, maar toch meer op
Nederlanders leken. Indo's hoopten op
deze wijze een betere positie in de
samenleving te kunnen veroveren. P.
W. van der Veur constateerde in één
van zijn artikelen die gewijd zijn aan
de Indo's, dat Indo's probeerden de
Indonesische grootmoeder te ontken
nen en dat Indo-meisjes liever met
blanken trouwen.
Prof. Wertheim schrijft in zijn boek
Indonesian Society in Transition dat
vele Indo's druk doende waren te be
wijzen dat zij heel dicht bij het blanke
ras stonden en er een enorme afstand
bestond tussen hen en de "Inlanders";
dat zij zich beschouwden als de dra
gers bij uitstek van de Hollandse cul
tuur.
De vraag is nu hoe het mogelijk is dat
Indo's zo fanatiek bezig zijn en waren
hun Indonesische afkomst te ontken
nen, terwijl toch in praktisch alles te
zien is dat Indo's voor minstens 50 per
cent Indonesiërs zijn? Het antwoord
6