Beleefdheid, adat, kiesheid MOMENTEN UIT MIJN LEVEN (6) door Hilda Mijn oudste dochter Inez, die haar teveel aan energie via de dansschool kwijt wilde, was (en is het nog) al jaren bezig dansende door het leven te gaan. Ze had daardoor ook een grote kennissenkring opgebouwd en door haar verhalen over Indonesië, waar zij tot aan haar negentiende jaar verbleef, kwam bij haar vrienden het verlangen op ook eens kijkje in dat prachtige land te gaan nemen. "Nou," zei Inez, "ik wil wel als gids fungeren, maar het moet alleen een groepje van acht zijn, want mijn zusje heeft twee kamers beschikbaar en dan wordt het wel een jongens- en een meisjeskamer en matrassen op de grond, veel koeler ook trouwens." ledereen: "O.K. I" Mijn tweede dochter Ferie, die in Ja karta woont en met een Garuda-piloot getrouwd is, vond het ook prachtig. Zij heeft maar één dochter en kon best wat leven in de brouwerij gebruiken. Zij zelf is een levendige, lieve - maar geen doetje hoor - en altijd actieve meid, niet in de huishouding, maar wel wat het sociale leven betreft en op het gebied van sport. Enfin, zij maakte de twee kamers klaar, Rock, haar man, had gelukkig geen bezwaar, en het stelletje van acht vertrok op een goe de dag uit Holland (1976) naar het Verre Oosten. De meesten met klop pende harten, want zo'n vliegreis van 22 uren was wel angstig vonden ze en er was er één bij, een meisje, dat nog nooit gevlogen had. Inez had hun aller lei instructies gegeven, dat bijvoor beeld in de badkamer wel een mandi- bak was, maar niet om er in te liggen. Natuurlijk uitleggen wat een gayung was. Er was wel een douche, maar met de gayung baden was veel lekkerder. Enfin, erg veel instructies over ver schillende gewoonten in het voor de totoks vreemde land. Maar ja, toch vergeet je wel eens wat. De groep was gearriveerd, heel erg laat in de nacht door allerlei kortslui tingen in het vliegschema. Kokki had al twee maal het eten opgewarmd. Eindelijk, daar waren ze dan, uitgehon gerd, dorstig en ze vielen natuurlijk, ondanks de onbekendheid met de sam- bel goreng udang, sajur lodeh, empal enz. enz., op het eten aan. "Zalig, lek ker zeg I" Kokki keek vergenoegd toe, "lekker zeg" verstond ze natuurlijk goed. Wonderwel doorstonden ze het wat pittige eten goed. Ook de daaropvol gende dagen. Er werden picknickjes gemaakt naar de Plantentuin in Bogor, de Tangkubanprahu. Op één van de dagen op de terugweg naar Jakarta zei Ferie: "Kom, laten we Rock's tante een bezoek brengen. Ik heb een ont zettende dorst." ledereen natuurlijk enthousiast. Gelukkig was tante thuis en blij verrast met het bezoek uit Hol land. "Silahkan duduk, ga zitten, ga zitten." ledereen plofte direkt overal neer waar maar gezeten kon worden, moe, warm, verhitte gezichten. "Wil len jullie wat drinken?" vroeg tante. "Ja, ja, graag, graag, heerlijk I" was in allerlei toonaarden het antwoord. Tante keek of zij de Krakatau hoorde brullen. Enfin, de stroop susu met agar-agar en selasé kwam er aan en was ook met een verdwenen. Ferie achter haar zak doek aan het ginnegappen, Inez van Ferie naar tante gegeneerd kijkend en ook een beetje schuldbewust, want ja, daarover had zij de jongelui niet inge licht. De drank of de koekjes die je aangeboden worden, moet je eerst één of twee keer weigeren. "Neen, dank U, doet U geen moeite," en als tante je toch heeft kunnen overhalen wat te nemen en de lekkernijen staan voor je op tafel, eerst wachten tot tante, met een handgebaar naar de tafel, zegt "Silahkan" en dan pakt zij als eerste het glas op. De daarop volgende slok ken mag je nemen wanneer je wilt. Ja, de jongelui vonden het toch eigenlijk wel riskant om eerst een paar maal te weigeren, "want dan gaat de koekjes trommel bij ons subiet dicht." "Nou daar hoef je in Indonesië niet bang voor te zijn," zei Inez, "de stopfles blijft altijd open zolang het bezoek er is." Nog lang daarna werd er om ge lachen. Iedere keer als bij Ferie thuis gevraagd werd: "Willen jullie wat drin ken?" brulde Inez "ja graag I" Maar op het laatst werd het niet eens meer ge vraagd, maar kwam Noh, de jongen, al gelijk met stroop aandragen; of het nou selasé, kolang kaling of stroop markisa was, alles vonden ze heerlijk. Ze waren dankbare gasten. De dag na aankomst kwam één van de jongens om half 12 binnenwandelen met petjel in blad, al etende met zijn vingers. "Hé, waar haal jij de rupiahs vandaan?" ledereen was verbaasd. "Oh, gewoon van de buurvrouw (kende hij nog niet eens). Ben met een gulden naar haar toegestapt om te ruilen." Ja, dat was die gekke Harry, die tijdens hun hele vakantie voor die vrolijke noot zorgde. Het vrolijke achttal ging, na een paar dagen wennen in Jakarta, per trein, lux met airconditioning, via de noordkust naar Bali, waar ze ook ontzettend veel plezier hebben gehad, in Kuta met die leuke atap bungalows niet ver van het strand en 's avonds als verlichting die ouderwetse lampu templek. "Erg ro mantisch" vonden ze het. De terugweg ging o.a. via Yogya. Een aardig onderkomen. Geen luxe hotel, maar gewoon een pension, helemaal Indonesisch ingericht, alles keurig net jes, toilet schoon en het eten naar ieders zin. Op een avond, het was ongeveer te gen 12 uur 's avonds, niemand had nog zin om te slapen en het was vrij warm, zat iedereen in shorts op het terrasje, voeten gemakkelijk in slof jepang ge stoken. "Kom laten we wat wandelen," zei er één. "O.K." en daar ging het achttal op pad, al snaterend en lachend. Het was stil op de wegen. Daar kwam een betjak, heel langzaam, misschien net als zijn baas half dommelend. Na tuurlijk was het weer Harry, de branie van de groep, die op de betjakkerel toestapte en met handen en voeten de man beduidde dat hij wilde rijden. Ik bedoel niet dat hij geweld gebruikte, maar in gebrekkig Indonesisch/Engels met handen en voeten aangevend "You, saya" en dan wees hij op zich zelf, daarna op het zadel, met zijn benen fietsende bewegingen makende. "En you sit, duduk," terwijl hij de jon gen in de betjak liet zitten. En daar ging Harry, wonderlijk genoeg, alsof hij al jaren een betjak had bestuurd, ging het goed, maar de man die er in zat hield krampachtig beide leuningen vast. Hij bracht het er levend vanaf en werd zelfs beloond met een paar hon derd rupiahs. Verder gingen de jongelui totdat ze voor een nachtclub stonden. De voeten gingen jeuken. "Lui, zullen wij een dansje wagen, het is daar binnen toch halfduister." Ze slopen naar binnen, slofjes uit. Heerlijke cha-cha-cha mu ziek. Maar plots floepte alle lichten heel fel aan. Het was namelijk het laatste lied voor die avond en daar stonden ze in hun shorts en op blote voeten. De andere gasten klapten en lachten. De eigenaar (bleek later) stap te op hen toe. "Nu zal je het hebben", mompelden Harry en Inez. Maar neen hoor, vriendelijk lachend vroeg de ei genaar wie ze waren en waar ze lo geerden. Bood hun zelfs een extra glaasje aan en zei: "Morgen kom ik jullie halen voor sight-seeing." En ja hoor, de volgende dag tegen elf uur stond hij met een busje voor het hotelletje en bezorgde hun een vrolij ke en interessante tocht door Yogya en omgeving en natuurlijk met makan na. Hij vroeg hun zelfs of de groep in zijn club een dansdemonstratie wilde geven. Maar neen, dat konden ze he iaas niet. Ze hadden daarvoor niet de gepaste kleren bij zich en men wilde weer ver der gaan. "Volgende keer als jullie weer hier in het land zijn reken ik er wel op hoor," zei hij. De hele groep knikte maar ja, ze zagen zichzelf al sjouwen met al hun baljurken. Enfin, de groep was in elk geval nog dagen daarna niet uitgepraat over zoveel gastvrijheid en tolerantie. Ja, waar vind je zoveel gastvrijheid en tolerantie 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 10