Afscheid van mijn moeder
MOMENTEN UIT MIJN LEVEN (8)
door Hilda
Het was in 1950, 9 september. Ik was in verwachting van ons vierde kind,
7 maanden ver en woonde met mijn man, twee dochtertjes en een zoontje in
Soerabaia, Jalan Tjipoenegara. Het was acht uur 's avonds en ik zat voor op het
terrasje van ons huis. Gezellig mijmerend over alles en nog wat en ook mij ver
heugend op het feit, dat mijn moeder begin oktober over zou komen en voor
onbepaalde tijd bij ons zou logeren. We zouden dan op 18 oktober onze ge
zamenlijke verjaardag vieren. Mijn vader die op die dag ook jarig zou zijn, kon
vanwege zijn werk niet weg uit Jakarta.
Ik zat dus op mijn terrasje. De kinde
ren sliepen al. Mijn overburen zaten
ook op hun terrasje. Voor mij was mijn
dikke gezellige overbuurvrouw tante
Marie. Een lieve vrouw.
Plotseling kreeg ik het vreselijk koud,
rilde over mijn hele lichaam en het
was net of er iemand achter mij stond
en ik hoorde in de stille avond "piet,
piet, piet", het gefluit van de ons zo
bekende Piet van Vliet. "Naar bericht"
schoot het door mijn hoofd. Ik kreeg
kippevel, stond op en liep naar de
overkant, naar tante Marie. "Tante Ma
rie, ik ben bang," zei ik, "ik heb de
Piet van Vliet gehoord en het was net
of er iemand achter mij stond."
"Kom," zei ze, "laten we Sam (mijn
man) maar tegemoet lopen." Ik zat na
melijk op hem te wachten. Hij was
toen inspecteur van politie en zou te
gen die tijd thuis komen. Mijn man
was wel Indonesiër (Sangirees), maar
was helemaal niet bijgelovig, althans
hij probeerde geloof ik voor mij zo
nuchter mogelijk te blijven, mij niet te
sterken in allerlei eigenaardige ge
beurtenissen die mij overkwamen.
De volgende dag, het was half acht
's ochtends, de meisjes waren reeds
naar de kleuterschool, de baby in zijn
boxje en mijn man naar zijn werk, toen
er door een PTT-er op de motor voor
mij een telegram werd bezorgd. "Ma
plotseling in de nacht overleden, her
senbloeding". Ik zal niet verder ver
halen hoe ik mij toen in die dagen
daarna voelde, maar het was wel alsof
ik door de bliksem getroffen werd. Het
was alweer tante Marie, die op haar
terrasje op de bibi blanja wachtte, die
mij te hulp schoot en gelijk mijn man
belde.
Twee dagen daarna kwam mijn broer
uit Jakarta over met een brief van mijn
zusje, bij wie moeder had ingewoond,
waarin ze schreef dat Ma in een coma
was opgenomen in het Tjikini Zieken
huis. Zij was niet meer bijgekomen,
maar 's avonds fluisterde ze plotseling
- mijn zusje zat aan haar bed - "groe
ten Hilda Sam". Op het laatste moment
dacht ze dus nog aan ons, misschien
ook aan de logeerpartij die ze bij ons
zou doorbrengen. Rob, mijn broer,
bracht ook nog haar rozenkrans en
kerkboekje voor mij mee.
Zou mijn gevoel van die avond op het
terras, dat er iemand achter mij stond,
haar laatste gedachten aan ons zijn
geweest? Ja, ik weet het zeker I
Drie dagen daarna, het was in de
nacht, werd ik wakker door een geluid
in de kinderkamer naast de onze. Ik
hoorde een la van mijn grote linnen
kast, die ik nog van mijn moeder had
gekregen en die in de kinderkamer
stond, open en dicht schuiven. Ik
hoorde zachtjes lopen langs het voe
teneind van ons bed. In de hoek van
onze kamer stond een tafeltje met
daarop allerlei dingetjes, zoals het
kerkboekje, de rozenkrans, sigaretten
koker en aansteker van mijn man en ik
hoorde de aansteker op de koker klet
teren. Ik had mijn ogen eerst stijf dicht
gehouden en dacht: "als het een dief
is laat hem maar stelen wat hij wil,
maar Sam maak ik niet wakker". Ik
was bang dat er een gevecht zou ont
staan en daar mijn man altijd met zijn
revolver onder het bed, binnen hand
bereik sliep, zouden de gevolgen mis
schien heel erg naar zijn. Toch werd
ik nieuwsgierig en maakte mijn ogen
heel langzaam open, maar ik zag niets
en hoorde de voetstappen verder langs
ons bed gaan en een laars viel om.
Verder niets meer en toen schoot het
plotseling door mijn hoofd: "het is Ma
en de derde dag". Ik hoorde en voel
de mijn hart in mijn keel. Ik vouwde
mijn handen en zei: "Ma, als jij het
geweest bent, doe dit nooit meer. Als
je mij ontmoeten wil kom dan in mijn
droom. Je weet dat ik in verwachting
ben en ik kan door de schrik een
miskraam krijgen of een ontijdige be
valling. Ik heb al eens een miskraam
gehad. Laat mij van je dromen."
Mijn gebed werd verhoord. De volgen
de nacht droomde ik dat ik met mijn
man in een betja de straat in reed waar
zij gewoond had. Zij stond reeds voor
het huis, voor aan de poort op ons te
wachten. Wij stapten uit, zij kwam naar
ons toe, gaf ons een kus en weg was
het beeld. De derde dag na haar heen
gaan kwam zij bij ons om afscheid te
nemen. Ik ben in contact met haar ge
weest en ik denk ook wel en ik geloof
er sterk in, dat ook wij na drie dagen,
op de derde dag opstaan en nog 40
dagen hier op aarde de tijd hebben
om het een en ander te doen, af te
maken of wat dan ook, eer wij voor
goed deze aarde verlaten. Ja, wat is
er eigenlijk tussen hemel en aarde
Ik heb mijn zoontje dat in november
1950 werd geboren naar haar ver
noemd, Jules.
BAHASA INDONESIA
EN BEGRIJPELIJK NEDERLANDS
"In tegenstelling met het Nederlands
staat in de Bahasa het bepalende
woord achter het bepaalde woord.
Dit is de hoofdregel der nevenschik
king. In verband met deze hoofd
regel wordt hier de aandacht erop
gevestigd, dat de kwestie der ne
venschikking een zeer belangrijke
factor in de grammatica van de B.l.
is. Bij de nevenschikking domineert
het eerste woord; het tweede geeft
een bijzonderheid van het eerste,
bepaalt het eerste."
Als je het bovenstaande leest, word je
even bingoeng en je krijgt het gevoel
dat een cursus Bahasa Indonesia niet
voor iedereen is weggelegd, misschien
ook niet voor jou, want als je zo'n zin
al op een van de eerste pagina's van
de schriftelijke begeleiding tegenkomt,
wordt het aanvankelijke enthousiasme
wel even getemperd. En toch staat er
niets anders dan dat het bijvoeglijk
naamwoord in B.l. achter het zelfstan
dig naamwoord komt.
"We zullen volstaan met enige
grondwoorden die een werkwoorde
lijke betekenis hebben en onveran
derd als werkwoord gebruikt kun
nen worden. U zult begrepen hebben
dat grondwoordelijke werkwoorden,
bestaande uit een grondwoord, dat
alleen al als werkwoord gebruikt
kan worden, zonder dat de vorm
veranderd hoeft te worden."
Da's duidelijk, niet voor mij hoor, maar
ongetwijfeld wel voor de samensteller
van de cursus.
Even serieus: de laatste jaren volgen
velen een cursus B.l. Mondeling, schrif
telijk, met behulp van cassettes enz.
Sommige blaadjes hebben zelfs een
hele rubriek B.l. Nu is het denk ik zo,
dat als je een vreemde taal leert of
doceert, je een behoorlijke kennis moet
hebben van je eigen taal. Mis je als
docent die kennis (bijvoorbeeld omdat
je pas in Nederland bent en je nog
steeds denkt in een andere taal) dan
krijg je merkwaardige cursussen en
de leerlingen zijn dan de dupe. Zij
stoppen met de cursus of gaan sterk
twijfelen aan hun kennis van de Ne
derlandse grammatica en dat is jam
mer. Gewoon doorgaan met een an
dere leraar die wel kennis heeft van
de Nederlandse taal en die die kennis
in voor ieder begrijpelijke lessen over-
d raagt.
20