COMA
HEROPEND:
czAncjrelz^oelan
Wat ervaart iemand die in coma
ligt? Schrijver van nevenstaande
ervaring G. W. H. van den Berg
onderging een hart-operatie
waarna hij wekenlang in coma
lag omdat hij niet uit de verdo
ving kon komen. "Weg" was hij
allerminst, hij leefde in de geest
verder, werd betrokken in vreem
de en vaak afschuwelijke situa
ties. Bijgekomen krabbelde hij
direkt zijn ervaringen op, recon
strueerde later zijn hallucinaties.
Vreemde kopij voor dit blad, zult
U denken. Toch blijft het een op
merkelijk relaas, Van den Berg
vertelde dat hij alles in kleur
zag en elke figuur, plek, glas
helder doorkwam. Niets wazig,
niets dromerigs. Evident zijn de
symbolen die iedereen op eigen
manier kan uitleggen. Vreemd,
maar wel interessant. - Red.
Onafzienbare rijen gekleurde kinder
lichaampjes van beiderlei kunne zaten
als Boeddha-beeldjes, met dezelfde
grijns en hetzelfde haarloze hoofd
boven op eikaars schouders. Netjes in
rijen, vooraan beginnend bij een streep
op de vloer. Er achteraan de anderen,
tot wel zeven-hoog. Ik kneep een baby
in zijn (haar) wang, hij (of zij) glim
lachte even en keek daarna weer voor
zich uit. Op wie leken zij? Op mij?
Ach, alle babies leken toch op elkaar!
Waar kon ik heen? Overal zaten die
babies te zitten. Ik liep ergens heen.
Ja er ontstond een pad. Hoe? Weet ik
niet, maar dat pad was er en ik liep
er door. Plotseling stopte het pad toen
moest ik dus links of rechts. Links
maar proberen. Slechts vijf stappen.
Het pad achter me was compleet ver
dwenen, ik was volledig ingesloten
door de babies.
Terwijl ik zoveel mogelijk voorwaarts
ging, ontdekte ik dat er geen trappen
waren, maar dat het een gewone hel
ling was. Op een gegeven moment
was ik zo tureluurs van het gedraai en
geduw om me een weg te banen, dat
ik de kinderheuvel een flinke schop
gaf. Ik was blootsvoets in feite was
ik helemaal bloot. Een kreet klonk
"Papa"! Uit honderden, duizenden ke
len. "Stop", riep ik, "nu is het genoeg".
Doodstil werd het weer. Alle babies
waren weg en ik stond er alleen. In het
lege niets. Ergens zag ik beweging.
Ik wilde roepen, maar geen geluid
kwam over mijn lippen. De figuur
wenkte mij. Ik liep er naar toe, voor
zichtig om niet te struikelen. De figuur
droeg een hele lange robe, tot aan de
grond, in allerlei kleuren.
Ik herkende zijn gang, het was Luud,
mijn overleden broer. Hij ging rustig
verder, wenkte mij van tijd tot tijd over
zijn schouder en kwam bij een af
scheiding. Een afscheiding? Het was
een soort staketsel waarop papier was
geplakt. Hij draaide zich nog eenmaal
rond en wenkte mij. Toen riep ik, ik
had mijn stem weer terug, "Nee, ik ga
niet mee, ik heb nog zoveel te doen
Ik zie je misschien nog wel."
Hij trok berustend zijn schouders op,
ging dwars door de papieren wand
zonder een spoor achter te laten en
verdween. Ik had zijn gezicht niet ge
zien, daarvoor waren wij te ver van
elkaar verwijderd. Ik keek dus naar
de plek waar hij verdween, tot ik ach
ter me plotseling beweging voelde,
een rustige maar definitieve voor
waartse beweging. Ik werd er door
ingesloten, door deze figuren in hun
lange jurken. Ik probeerde mij zo klein
mogelijk te maken, maar tegen de pa
pieren wand gedrukt lukte het mij niet
om weg te komen.
Het ging niet, de papieren wand hield
ons allen tegen, hoewel we daar met
duizenden tegen aan drukten. Plotse
ling klonk er een geluid, een geklep
per als van castagnetten, evenals
vioolmuziek. Ik zag geen instrumenten,
maar het geluid klonk hoe langer hoe
luider.
De menigte zakte in elkaar. Eerst ston
den ze rechtop, dan bukten zij zich,
gingen op de knieën, legden hun hoof
den op de grond en vervaagden, ter
wijl ik rechtop bleef staan tegen de
afscheiding aan.
Deze afscheiding of wand loste zich
ook op, van boven naar beneden. Gro
te druppels vielen op de grond en op
mij. Ik voelde er niets van, geen voch
tigheid, geen warmte of kou. Zij waren
er alleen maar, die druppels.
Hoe lager de afscheiding werd, hoe
beter ik er dus overheen kon zien,
hoe meer menselijke figuren ik kon
zien, allemaal in witte mantels gehuld.
Zij lagen op hun knieën, hun hoofden
op de grond, de armen uitgestrekt,
naar de afscheiding, naar mij toe.
Deze mensen waren allemaal dood.
"Moet ik er bij?", vroeg ik, "mij niet
gezien". Ik liep terug en kwam weer
bij de babies.
"Hi babies", riep ik met een Ameri
kaans accent, "hier is daddy". De hele
kindermuur stortte in elkaar, maar
niemand bezeerde zich. Het werd een
vrolijk en uitgelaten feest, totdat de
papieren wand weer opgetrokken was,
hij herstelde zichzelf leek het. De ba-
bies gingen op hun plaatsen zitten,
stil, doodstil.
De vervaagde doden werden weer
goed zichtbaar en ze kwamen over
eind, niet met rukjes en gesteun, maar
heel soepel, alsof er geen spierkracht
bij werd gebruikt, maar alles machinaal
leek.
Zij stonden op, gingen achter mij aan,
passeerden mij en velen gingen voor
mij uit dwars door de wand, zonder
deze te beschadigen.
"Ik ga niet mee", dacht ik, maar een
vriendelijke dode die naast mij liep
grijnsde mij toe met haar prachtige
tanden. "Ga ik ook dood?", vroeg ik
haar. "No no no", klepperde zij. Ge
armd liepen wij dus verder, terwijl ik
er voor zorgde aan de rand van de
menigte te komen.
Toen zag ik een plekje links tussen de
bomen (liepen wij toen in een bos?)
Het doet er niet toe, maar die plek
herkende ik, het was de plek waar ik
heel vroeger, aan een roodharige
schone mijn liefde bekende en on
bedaarlijk werd uitgelachen I
Ik liet de dode aan mijn zij los en
sprintte naar die plek. Allerlei verwen
singen en scheldwoorden klonken uit
de menigte. Japanse scheldwoorden I
Bagero, kanero, etc. totdat ik bleef
staan en ze toeriep (ook op zijn
Japans) wie ik was. Ik rammelde met
mijn twee vuisten op mijn borst (wat
deed dat pijn, waar kwam dat van?)
en schreeuwde: "Ik ben Katsuyama en
ik ben voor niemand bang!"
De menigte verdween plotseling en
het werd weer stil, doodstil.
G. W. H. VAN DEN BERG
Akar Teki
Akar Teki (Cyperus rotundus) is een
algemeen onkruid, dat op Java voor
komt tot 1000 meter boven de zee
spiegel. Het is overblijvend schijngras,
10 tot 75 cm hoog, waarvan de bittere,
aromatische wortelknollen als poeder
medisch worden gebruikt, onder meer
als middel tegen maagklachten, wor
men, diarree, kiespijn en mondziekten.
Guest House WISMA DJENGGER
28 Jl. Kramat 6 - Telefoon 349519
JAKARTA-PUSAT - INDONESIA
Alle kamers met AC, eigen bad
en telefoon. Inelontbijt.
1-pers. kmr. Rp. 17.000,
2-pers. kmr. klas A Rp. 21.000,
2-pers. kmr. klas B Rp. 19.000,
Extra bed mogelijk.
Nederl. spr. beheerder.
Transport vice versa vliegveld
Rp. 5.000,—
de orchidee
voor Uw vensterbank.
en andere soorten.
Dagelijks geopend van 10-5 uur,
ook op Zaterdag.
Orchideënkwekerij
D. J. Kloezeman
Karstraat 15, Bemmel (Betuwe)
einde A 15, driemaal rechtsaf
28