ZOMER-EDITIE MOESSON KENNEN WIJ DE VOETBALCLUBS IN INDIË NOG UIT DE JAREN 1925? LEZERS ATTENTIE Het elftal van T.H.O.R. (Soerabaia) in 1929. Op de achterste rij v.l.n.r.: Boyer, Nijssen, v.d. Kasteele, Bennie Keasberry, Hans Greve, Voorste rij v.l.n.r.: Louis Alexander, Jan Meyers, Piet Keasberry, Tjoh Feuerberg. Batavia: "B.V.C.": "Bataviasche Voetbal Club'", oudste club van Indië, zoals de "Kon. H.F.C." (Haarlem) in Holland. Speelde op Koningsplein. Oprichter "B.V.C": Paatje Versteegh; overl. 1964. "V.I.O.S.": "Voorwaarts Is Ons Stre ven". Veld achter Laan Raden Saleh, bij Alataslaan. "Hercules": speelde hetzij in "Planten en Dierentuin", veld bij de Tjiliwoeng, óf in "Deca Park". "Oliveo": Onze Leus Is Voorwaarts En Overwinnen". Speelde, meen ik, in "Planten- en Dierentuin" óf in "Deca Park". - Sparta": militaire club; oefende veel op Waterlooplein; vlakbij lag het 10e Bat. Inf. "Jong Ambon": veel leden waren Am- bonnese beroepsmilitairen. "S.V.B.B.": Sportver. Dept. Binnenl. Bestuur" "U.M.S.": "Union makes strong". Chin, voetbalclub uit de Benedenstad Soerabaia: "Thor" en "H.B.S." Bep Bakhuijs heeft in zijn Indische tijd nog voor één van deze clubs gespeeld. Bandoeng en Tjimahi: "Sparta" en "Velocitas", beide met een overwegend militair karakter. "Sidolig": Sport In De Open Lucht Is Gezond. "Tjitjendo": Géén naam van een kali, maar een afkorting van de wonderlijke clubnaam: "Train Je In Trappen, Jon gens, En Naderhand Duizend Overwin ningen". Hoe verzint een mens het Bovenstaand lijstje is vanzelfsprekend bij lange na niet compleet. In andere garnizoensplaatsen (Buitenzorg, Mr. Cornelis, Malang, Magelang) - ook bui ten Java - en in grote steden (Cheri- bon, Semarang, Solo, Djocja, Madioen, enz.), zomede elders buiten Java, zul len ongetwijfeld in de jaren 1925, voet balclubs hebben bestaan. Misschien kunnen Moesson-lezers het lijstje aan vullen, cq. verbeteren. Dit is een eer ste begin. Mr. M. J. A. S. GERKE DJEROEK NIPIS BRAND Daar onze ouders in Batoeraden waren gaan wonen (een plaatsje op de hel ling van de Goenoeng Selamat) en wij nog leerplichtig waren, gingen wij in het St. Vincentius Internaat, in Meester Cornelis te Batavia. Er was geen school in de omgeving, daar moest men 17 km bergafwaarts voor naar Poerwokerto. Te voet drie uurtjes lopen, want er was geen ver voer. Het internaat had een ruim gras veld dat goed onderhouden werd, waar een paar honderd meisjes op konden ravotten. Op een dag, we waren met ons drie tjes, ontdekten we sproeten op ons gezicht en bultjes op de kin. Sproeten en bultenvreselijk Ik herinnerde me ineens dat djeroek nipis heel goed was tegen uitslag. Dat hoorde ik toevallig de ouderen thuis vertellen tijdens een theevisite. Als kind werd ik zoals altijd de kamer uit gestuurd als we visite hadden. Ik ben er eigenlijk nooit achtergekomen of het een grapje was. Toevallig stond er een djeroek nipis-boom waar we niet moch ten komen. Een non liep heen en weer om op al die kinderen te letten. Niet te lang gewacht Zodra die non van ons af liep rende ik naar die boom en plukte de zo begeerde djeroeks. We sneden de djeroeks door en wreven onze gezichten er flink mee in. We waren ondertussen met ons zessen. Maar, o wee I Onze gezichten be gonnen te gloeien en 's nachts konden we niet slapen van de pijn. Als we nou thuis waren geweest, konden we onze gezichten flink afspoelen en invetten of zo. We konden op dat moment niet vertellen wat we hadden uitgespookt. De nonnen schrokken wel hevig toen ze de volgende dag onze opgezwollen, roodgloeiende gezichten zagen. We biechtten op wat er was gebeurd. We mochten onze zakdoeken nat houden om onze gloeiende gezichten te bet ten. Voor straf moesten we iedere dag voor de klas te kijk staan. Eindelijk was het zover dat onze huid donker gekleurd was en barstjes ver toonde. Het was dus goed verbrand geweest door die djeroek nipis. Ik wou er zo gauw mogelijk van af en trok de vellen die in reepjes over mijn gezicht loslieten weg, wat hier en daar pijnlijke plekjes veroorzaakte. Het moet wel een belachelijke vertoning geweest zijn, de andere meisjes lachten zich slap. Sproeten heb ik gehouden, zo nu en dan een bult op mijn kin, maar djeroek nipis doe ik alleen in de sambel. F. VAN HOUTEN-SCHIPPER Amis mata De fijn gewreven bladeren van Amis mata (Ficus Ribes) op buik of lendenen insmeren, brengt verlichting in geval van koliek en buikloop. Ook dit jaar komt Moesson i.v.m. de vakanties uit in zg. 'Zomer-edities'. De nummers van 15 juni - 15 juli - 15 augustus zijn DUBBELNUMMERS. Op 1 JULI - 1 AUGUSTUS verschijnt Moesson dus NIET I 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 29