Make the best of it
h
A. C. VAN AHEE
Albert Christiaan van Ahee werd op Nieuwjaarsdag 1916 te Buitenzorg (Bogor)
geboren. In een eenvoudig milieu, gehuld in tjelana monjet en badjoe tjina, aan
de voet van de Salak groeide hij op en genoot van knikkeren, vliegeren, tollen
en voetballen. In 1932 vertrok hij met een beurs naar de IEV-Kweekschool in
Bandoeng. In 1937 studeerde hij af: Europese Hoofdakte en akte Wiskunde l.o.
Van 1938 tot 1981 heeft hij het onderwijs gediend. Tussendoor nog de akte
Handelswetenschappen MO-A gehaald en 6 jaar directeur geweest van de
School voor Detailhandel in Zwolle. Hij schreef verschillende leerboeken, die
nog steeds bestsellers blijken te zijn. In 1946 trouwde hij met Victorine Nauman,
toen ook onderwijzeres. Samen zijn zij de ouders van 4 kinderen en grootouders
van 7 kleinkinderen. De trein bracht me naar Zwolle.
Ze zijn dankbaar, dat kun je zien. De
kinderen zijn goed terecht gekomen,
hij heeft een mooie carrière gehad,
het huis is mooi, ze kunnen anderen
nog helpen en daar is het rotsvast
vertrouwen in God en de berusting in
Zijn leiding.
We zitten in de tuin want de zon laat
zich eindelijk voelen. Koffie toebroek
en loepis staan nog op tafel als de
eerste vraag wordt gesteld: "waarom
hebt U vroeger voor het onderwijs ge
kozen". Hij lacht en zegt dat dit ty
pisch een vraag is van een jongere.
"Vroeger kon je niet of nauwelijks kie
zen. Ik wilde dokter worden, maar in
Bogor waar we woonden was alleen
een MULO. Daarbij komt, en ik schaam
me daar niet voor, dat ik van een
voudige komaf ben en er was geen
geld. Een MULO-diploma was al heel
wat. Pa was commies 3e klas bij de
Rekenkamer en stierf toen ik 3 jaar
oud was. Mijn moeder, Bertha Wilten,
ging toen weer werken als vroed
vrouw, accoucheuse zeiden ze vroeger.
We werden toen eigenlijk opgevoed
door opa en oma Wilten, pracht men
sen. Hij was een goede koloniaal: een
voudig, geen drank, tabak en geld,
maar geestelijk rijk. Opa en oma vat
ten het leven samen in enkele spreek
woorden, waaronder het gezegde over
kinderen, liefhebben en kastijden.
Al lang kan ik zeggen dat ik daar blij
om ben en dat ik bepaald niet gebukt
ga onder de frustraties van een wer
kelijke opvoeding. Opa Wilten heeft
zich opgewerkt tot hoofdverpleger van
het Krankzinnigengesticht Bogor en is
evenals opa Van Ahee koninklijk on
derscheiden. In 1926 is hij gestorven
ten gevolge van wat nu de ziekte van
Parkinson wordt genoemd. Hij hield
van het land en de mensen, maar tot
de laatste snik is hij Nederlander ge
bleven. "Waarheen, opa?" vroegen we
als we met hem gingen wandelen.
"Naar de Vecht" antwoordde hij dan.
Opa riep de dokter als een van de kin
deren ziek was, maar als hij de deur
uit was, ontbood oma de doekoen.
"Zeg maar niet tegen opa, hij begrijpt
toch niet". Maar het ging altijd goed
Foto uit 1900, genomen voor het huis Tjilendek 72 te Buitenzorg. Opa en oma Wilten met
hun kinderen. Rechtsvoor zit Bertha, moeder van A. C. van Ahee.
Buitenzorg 1925. Zittend rechts Albert van
Ahee. Achter hem zijn broers George (Tjos)
en Freddie. De andere jongens zijn vriend
jes.
tussen mijn grootouders, zij waren ge
lukkig.
Vanuit de keuken zoeken bekende
geuren hun weg naar de tuin. Even
later zitten we aan de lotèk.
In 1950 bracht de Johan het gezin naar
Nederland. Eén jaar verlof, tenminste
dat was de bedoeling, maar een tele
gram waarin stond dat op terugkeer
(naar S.M.P. in Jakarta) geen prijs werd
gesteld, maakte het verblijf definitief.
Kamers waren gehuurd in een privé
pension in Hilversum en voordat het
telegram werd ontvangen was al ge
solliciteerd naar een baan op de Am
bachtsschool. "Ik wilde van de ge
legenheid gebruik maken om kennis
te nemen van het Nederlandse onder
wijs waarover zoveel geroemd werd.
Mijn conclusie was dat het onderwijs
in Indonesië alles behalve achter liep".
Een vaste aanstelling volgde, maar met
dien verstande dat de 13 Indische ja
ren niet meetelden voor de inpassing
in de salarisschaal. "Ik ging terug naar
af en de directeur was toen erg ver
baasd dat ik mij daarbij neerlegde".
Hij vertelt over zijn ervaringen in het
onderwijs. De collega's waren colle
giaal en de leerlingen, ach, als ze een
maal wisten wat ze aan je hadden dan
had je er geen moeite mee. "Soms
waren we iets voor tijd met de les
klaar en dan praatten we gewoon met
elkaar over de werkelijke waarden in
het leven. Nu nog ervaar ik bij ont
moetingen dat velen deze gesprekken
niet vergeten zijn. Als we in Indone
sië zijn, ontmoeten we altijd oud-leer
lingen van de H.C.S. in Muntok en de
Gouvernements Muloscholen in Cheri-
bon, Solo, Ambon en Jakarta. Tijdens
reünies mag ik dan ervaren dat ik een
steentje heb mogen bijdragen aan de
vorming van hen die nu allerlei func
ties bekleden." Van 1964 tot 1970 was
Van Ahee directeur van de Detailhan
delschool Zwolle en in die funktie
4