Geneeskrachtige kruiden I MOMENTEN UIT MIJN LEVEN (9) door Hilda Kent U de plant "daon inggu" Ik leerde het pas kennen In Soerabia toen mijn zoontje triK ziek werd met noge koortsen. Mijn man kreeg als standplaats Soe- rabaia en omdat wij nog geen huis hadden, werden wij in de Oendaan-mess ondergebracht, waar ook nog vele andere politiemensen, die nog geen huis hadaen waren gehuisvest. Malaria", zei de dOKter. Ik was vrese lijk angstig, want Erikje deed zo raar met z n ogen. Ik was intussen goed be vriend geraakt met Ans Korver, vrouw van een hoofdinspecteur. Een schat van een vrouw, stond mij bij als de baby huilde, loen kwam ze op een ge geven ogenblik met een kommetje met uaarin geKneusde daon inggu, ver mengd met fijn gestampte uien en wat eau de cologne. Dat mengseltje legde ze op het voorhoofd van trik, zijn pol sen en enkeltjes werden ermee inge wreven. Droogde het op dan ging het spul weer het kommetje in en dan weer betten. Wonderlijk, niet lang duurde het of het huilen hield op en de koorts zakte. Nog een paar dagen werd Erikje er mee gebet, want de koorts kwam wel weer terug, maar niet hoog. Het spul rook wel ontzettend vies. Ik heb dat mengseltje nog wel eens gebruikt voor mijn kinderen als ze koorts had den. Maar het leuke komt nog. Ik was in 1956 in Holland. We zaten toen al zes jaar bij de BPM en mijn man werd naar Holland gestuurd voor een kader cursus. Ik mocht mee, maar de kinde ren niet en ze werden voor de tijd dat we in Holland waren bij de nonnen in Probolinggo ondergebracht. Mijn man was de hele week in Driebergen, waar de cursus werd gehouden. Vrijdag avond kwam hij dan thuis en moest zondagavond weer terug. Ik zat dus vijf dagen van de week alleen in Den Haag en verdeed mijn tijd niet alleen met lezen en mijn kippenhuis- houding, maar ging ook vaak op ver kenning uit door zo maar in een bus of tram te stappen tot aan het eindpunt en dan weer op een andere lijn over te stappen. Als ik honger kreeg stapte ik een of ander restaurant of Indisch eethuisje binnen. Maar wandelen deed ik ook en stond op een gegeven moment langs een waterkant naar de verschillende plant jes te kijken die daar groeiden. Plotse ling herkende ik iets, dat was daon inggu. In mijn nabijheid stonden ook een paar mannen naar het water te kijken. Ik was vreselijk nieuwsgierig en vroeg aan één van hen: "Meneer, weet U misschien hoe dat plantje heet?" en ik wees er dus naar. "Waar? Die? O die, dat benne duivelsdrek" en hij keek daarbij erg vies. Dat was dus mijn daon inggu en wat de geur betrof had hij gelijk. Ik leed drie jaar aan asthmatische bronchitis. Het begon toen ik 14 was en in Buitenzorg woonde. Van de dok ter kreeg ik dan injecties en dan was ik er voor korte tijd van af, maar het gure, kille, vochtige klimaat deed mij geen goed en de dokter adviseerde naar een warme stad te verhuizen. Omdat ik intussen op de HBS zat aan het Waterlooplein in Batavia, verhuis den wij dus naar Batavia, gelukkig dicht bij school. Een enkele keer kwam de benauwdheid terug, vooral als ik mij nerveus had gemaakt, maar niet zo heel erg meer. Op een gegeven moment, ik zat net in de eerste klas van de Kweekschool, werd ik in het ziekenhuis opgenomen voor een blindedarmoperatie. De ope ratie op zich was niet erg, maar op mijn ziekbed kreeg ik weer last van benauwdheden, want ik durfde niet goed op te hoesten vanwege mijn ope- ratiewond. Mijn moeder zat naast mijn bed toen een dame, die tegenover mij lag, vroeg waarom ik zo benauwd was. Mijn moeder vertelde dus dat ik in Buitenzorg begonnen was enz. enz. Toen zei die dame: "U ziet me hier nu liggen voor een buikoperatie, maar ik ben niet mager, eerder dik. Wilt U wel geloven dat er een tijd was dat ik zó mager was en ziek, dat de dokter mij naar het sanatorium in Patjet wilde sturen. Mijn kokki heeft mij, of liever gezegd mijn moeder, toen geleerd een drankje voor mij klaar te maken, dat ik iedere ochtend op nuchtere maag, nog voordat ik iets gegeten of gedron ken had, moest innemen. U moet biang kunir nemen. Dit is de moederknol van de kunir. De kunir heeft een plat ge deelte, de moeder, en de uitlopers worden gebruikt voor verschillende gerechten. Nou, die biang moet U schillen, niet wassen, maar raspen en het sap daarvan door een dun doekje uitpersen en opvangen in een komme tje of diep bord, waarin U van tevoren een eierdooier hebt geklutst. Niet het wit van het ei gebruiken hoor. Dit mengseltje, twee eetlepels vol meest al, dus op nuchtere maag slikken. Het smaakt ontzettend vies, maar garan deert genezing. Een kwartier wachten met eten en een half uur met drinken. Je mag je mond wel spoelen tegen de vieze smaak." Ik ben die dame, die later een goede vriendin van mijn moeder werd, altijd zeer dankbaar geweest. Nooit meer benauwd, kon rustig nat geregend tnuiskomen, vegen, erg verkouden worden, zonder benauwdheden. Mijn jongere broer die op een gegeven moment ook asthmatisch werd, heeft het maar heel even gehad, dank zij dat drankje. Je moet om te beginnen 3 maanden lang (als het heel erg is) iedere ochtend dat drankje gebruiken. Daarna een maand lang om de andere ochtend. Na die maand weer een maand lang twee ochtenden in de week en zo laat je het dan aflopen tot eens in de week, twee keer in de maand, eens in de maand, en als je wilt ook nog eens in de drie maanden. Je kunt er ook een lepeltje honing bij doen. Het was jaren daarna in Balikpapan. Ik was in verwachting van mijn zeven de en zat in de poliklinek geduldig op mijn beurt te wachten, toen één van de mantri's (verpleger) voorbij kwam lopen, heel langzaam met aan zijn arm een vreselijk mager amechtig vrouwtje. Ik kende hem goed, omdat hij geassis teerd had bij een buikoperatie van mijn schoonzusje. "Wat is er met je vrouw?" vroeg ik. "Asthma mevrouw," zei hij, "zij moet weer een injectie halen." Ik heb hem toen mijn asthma- geschiedenis verteld en hij schreef het recept op. Na een jaar kregen we thuis van hem bezoek met zijn vrouw. Tenminste ik herkende haar niet terug. Ze was niet meer het magere, amechtige vrouwtje van toen. Ze was zowaar veel dikker dan ik en gezond dat ze er uit zag. Vreselijk dankbaar waren beiden. Ik had eigenlijk nooit meer aan hen ge dacht en daar kwamen ze met twee kippen en dertig eieren. Zolang zij in Balikpapan waren - we kwamen er vier keer terug - kregen we met oudjaar altijd kippen, eieren en een taart. Ik was natuurlijk beretrots en zei hun dat ze het recept aan een ieder die het gebruiken kon mochten doorgeven, want ik vertelde het ook altijd aan ie dereen, die het maar horen wilde. Maar kun je hier in Holland ook aan de biang komen? Ik zie altijd alleen maar de uitlopers, die voor de Indische keuken gebruikt worden, of je zou ze uit Indonesië moeten laten komen. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 9