INTEELT EN SUPERINTELLECT Mijn artikel in Moesson van 15 juni j.l. over Tenganan Pageringsingan (Bali) was voor de redactie aanleiding mijn 'bewijsvoering' over de afwezigheid van inteelt niet sluitend te noemen. Letterlijk bekeken heeft de redactie gelijk, want inteelt is: "voortgezette vermenging van onderling nauw ver wante personen". Ik doelde echter op de effecten ervan, degeneratieve ver schijnselen. Het ging me erom wat tegengif te geven tegen de hardnekkige mythe die in feite plompverloren stelt dat er van degeneratie sprake is omdat er 'lange aristocratische figuren rondwaren met iets decadents' (Hélène Weski) of dat er een 'minder krachtig volksuiterlijk is' (Korn). In beide gevallen ontbreekt enige bewijsvoering voor degeneratie. Ik stel daar tegenover: 1. De door mij aangehaalde recente Zwitserse studie heeft aangetoond dat het percentage geestelijke afwijkingen in de bevolking uiterst miniem is, het geen indicatief is voor de afwezigheid van degeneratie. 2. Zowel vorig jaar als dit jaar heb ik uitvoerige gesprekken gevoerd met velen in Tenganan Pageringsingan. Ik kan aan de hand daarvan niet anders dan concluderen dat de bevolking daar uiterst intelligent is en en met kop en schouders uitsteekt boven het intelec- tuele peil van de gemiddelde desa bewoner op Bali of Java. (Vervolg: "Rare dag") uur later zijn ze allebei dood. 't Maakt me verdrietig, soms is de Natuur toch wel wreed. De was moet nog uitgehangen maar de zon heeft zich alweer verstopt. In het kleine huis dan maar, over rekjes. Mijn "paviljoen". Dan is het twee uur geweest. Nu even een rustig kopje koffie. Post inkijken. Post? Ik heb ver geten de brief te bussen. Geeft eigen lijk ook niet met die drie vrije dagen, 't Is somber weer, maar het regent niet, ik kan de tuin nog in. Uitgebloei de seringen en rhodo's uitknippen. Wacht I Eerst maar al die neergesla gen irissen. Die doen het nog mooi in een grote pul. Dan heb ik er tenminste nog plezier van. Ik steek er hoge toortsen anchusa tussen. Beeldig is de combinatie. Lila-paars en hemelsblauw van de vergeet-mij-nietachtige anchu sa. Mijn tuin belooft heel wat; toch nog. De rozen staan op openbarsten. Jasmijn, lupinen en riddersporen, la vendel, gele wederik, campanula's en digetalis. Maar het weer wil nog altijd niet zoals ik wil en U en iedereen... Het onderschrift bij de foto van de tempel Batan Celagi deugt bij nader inzien niet. De steenhoop behoort niet tot de in mijn artikel beschreven serie van elf. Deze serie ligt op een andere plaats in de Batan Celagi. Dr. N. WIEDENHOF Voldoende gerustgesteld dat de Ba- liërs van Tenganan door inteelt niet gedegenereerd zijn maar juist super intelligent, wensen we dit onderwerp definitief te besluiten. - Red. L.D. INDO'S INDONESISCHE AFKOMST Als Totok-Europeaan (niet-Hollander) met 30 Indische jaren er op en ge trouwd met een Indonesische die mij twee Indo-anaks geschonken heeft, heb ik volledig begrip voor de positie van de Indische Nederlanders van toen en nu. En ik ben het eens met de strek king van het artikel van Tjalie Robin son (Moesson 15-3-84), dat het toen malige Nederlandse opvoedings- en onderwijssysteem (verheerlijking van alles wat Nederlands was) de hoofd oorzaak is geweest van de ogenschijn lijke min of meer algemene verlooche ning door de Indo's van hun Indone sische afkomst. Als buitenstaander/buitenlander kan ik niet deelnemen aan het bestaande debat dat zo specifiek verbonden is aan het Nederlanderschap en de toen malige koloniale verhoudingen, ik kan mij alleen gelukkig prijzen dat ik en mijn gezin nergens last hebben gehad van vooroordelen of complexen van wege het gemengde huwelijk. Maar ik kan mijn persoonlijke visie op deze gemengd-ras kwestie geven, zo als ik het beleefd heb. Je kwam als jonge uitgezonden Europese kracht in een samenleving waar je wegens je blanke huid tot de heersende klasse 's Avonds lig ik op de bank televisie te kijken maar het programma gaat aan mij voorbij. Ik kijk terug op deze dag. Roewet, wat je noemt. En dat aardige mevrouwtje, misschien een voorbij gaand scheepje bij heldere dag. Ze komt terug zegt ze, maar het leven is zo druk voor iedereen immers. Zo vol taken en verplichtingen. Toch een aardig intermezzo. Ineens denk ik terug aan lang, heel lang geleden. Op een onderneming in het Djemberse. 's Avonds, tegen een uur of acht, hartje regentijd. We hebben gegeten en djon- gos is aan het afruimen. Horen we het getuf van een motorfiets die dichterbij komt. Aan de stoep stapt een man af, druipnat. "Wie bent U? En waar komt U vandaan, waar logeert U?" "Hier bij U, als het mag." Het klinkt zo vertrouwelijk, zo vanzelf sprekend. Dat is het toch ook. Hij krijgt droge kleren, een pyama en een tan- deborstel. Djongos dekt opnieuw de tafel, baboe maakt het bed op in de logeerkamer. Die avond vertelt hij ons veel over het mooie werk van het Leger des Heils. HET NEDERLANDS INDONESISCH CONFLICT Ontsporing van geweld door J. A. A. v. Doorn en W. J. Hendrix Een sociaal-psychologische stu die over het geweld in de jaren 1945-1949 in Indonesië. Prijs f 39,90, porto 5,25 BOEKHANDEL MOESSON hoorde - het Bestuur, de Handel, enz. Het is intussen een natuurwet, dat een jongeling op die leeftijd wordt aange trokken door het andere geslacht, en ik wil niet eens zeggen dat aan gebrek aan Europese jonge meisjes de keuze so wie so op een Indisch of Oosters meisje moest vallen. Integendeel: Je was langzamerhand onder de bekoring gekomen van het zachte, gedweeë, beminnelijke, bescheiden wezen en in nerlijke beschaafdheid van de gracieu- se Oosterse meisjes van het land. Wat een verschil met het in vergelij king ruwe, arrogante, soms onbeschof te optreden van de doorsnee Euro peaan in Indië. Ik heb dit verschil hier natuurlijk tè generaliserend en tè over dreven getekend, er waren altijd uit zonderingen die de regel bevestigden. Maar voor een emotioneel jongeling in zijn Sturm-und-Drang periode was de Europese samenleving in Indië een woestijn, het lieve bruine meisje een oase. Als ik Indo was, zou ik met de grootste waardering over mijn moeder/groot moeder denken, want van hen zou ik de kehalusan en overige opgesomde aantrekkelijke eigenschappen, aan hun ras eigen, geërfd hebben. KNUD KI/4ER En zo maak ik SATÉ IN DE PAN Kip, de borst als het gauw klaar moet; of mals varkensvlees. In dobbelsteen tjes snijden of dunne plakjes. Door een marinade halen van azijn en een beetje ketjap voor het bruinen, zout en gesnipperde knoflook. Opbraden in margarine tot bijna gaar en dat is het binnen een kwartier. Opgieten met een beetje water om het bruin van de pan los te maken. Verdun een lepeltje pindakaas met water en giet dit al roerend over de vleesjes tot de ge wenste dikte van de saus is verkregen. Proef en maak op smaak af, zout, zuur, zoet. Voor de pedes bak ik gesnipper de rawits mee. Bij het opdienen be druppelen met citroensap en bestrooi en met gehakte rauwe uit. Rijst alleen met dit en een rauwkostje. Witlof bv. Of heel fijn gesneden spits kool. Een frisse trantjam. Azijn, een beetje suiker en een lik sambal uit een pot, de groenten er door heen. Al. Net zo lekker als saté op een stokje. Bijna PLANTERSVROUW 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 22