w \v\^o\V>v' BIJ DE FAMILIE QUE Leuk die groepsfoto in Moesson van 15 augustus j.l., opgenomen ten huize van de heer Que te Manado in 1929. De foto is gemaakt op de privé tennis baan van de heer Que, hoog op een heuvel gelegen naast zijn huis, en wel aan de Kemaweg, Tikala, vlak naast de brug over de Tondano rivier. De heer Que was vendumeester, en had zijn kantoor tevens opslagplaats van onverkocht meubilair e.d. in de Havenstraat. Beneden naast zijn huis had hij een mineraalwater-fabriek, hij maakte er o.m. ajer belanda en limo nades. Het meisje aan zijn rechterhand moet ongetwijfeld Stien zijn, die ik ook wel op hun tennisbaan ontmoette. Zij zat o.m. op de R.K. Mulo-school voor Meisjes bij de Zusters tegenover de R.K. Kerk aan het einde, resp. begin van de Residentielaan-Tondanoweg. De foto, welke ik met een loep heb bestudeerd, laat voor mij enige be kende personen zien, ik noem de heer Jan van den Brink en echtgenote, de heer H. P. van Tour, de heer Th. Karis en de burgemeester v.d. Wetering. Toen de foto werd gemaakt was ik 12 jaar, ik heb het geluk gehad om ruim 10 jaren in Manado te wonen. Het was een heerlijke tijd. In 1977 bracht ik het laatst een bezoek aan Manado en de Minahasa. Zoals U ziet was er al elektrisch licht, de foto is derhalve na 29 april 1929 gemaakt, de dag dat Manado voor het eerst elektriciteit kreeg uit de centrale Sario van de N.I.G.M. (laten OGEM). De heer Van de Brink woonde aan de andere kant van de Kemaweg, tegen over zijn autozaak, alwaar hij de mer ken Rugby, Essex, Ford e.d. verkocht. Naast hem woonde toen de familie Sittrop, vader was architect en bouw de o.a. de elektrische centrale en woonhuizen op Sario. De heer Van Tour was bedrijfsleider van het elek triciteitsbedrijf, de heer Karis chef bui tendienst. De heer Cornelisse, hartelijk dank, U was vermoedelijk de commandant van de gouv. stomer Zwaluw. Later lag bij de vuurtoren het ms. Fazant op de rede. Uw opvolger heette Van Balken naar ik meen en daarna kwam de heer Kampschuur. Zijn zoon Wim was een vriendje van me. Maar ook Wim ben ik kwijt geraakt, als zo velen uit mijn Manado-tijd. Er moet echter veel meer geschreven worden over Manado en de Minahasa (één 's'), zoals dat mooie land vroeger terecht ook wel de Twaalfde Provincie van Nederland werd genoemd. COR DE JONG Torre Nueva - Myas Costa - Fuengirola - Malaga - ESPANA Bep Bakhuys eri Felix Smeets, die ertoe bijdroegen dat Thor (Soerabaja) een kam pioenschap behaalde. VOETBALCLUBS IN INDIË Ter aanvulling op het artikel van mr. Gerke over voetbalclubs in Indië, doe ik hierbij de andere volgen: Malang: Corinthians (burgers officie ren), Xerxes (Indische jongens), Spar ta (mil.), Albadar (Arab.), Ardjoena (In donesiërs), Faroka (sigarettenfabriek), TNHCH (Chin.). Bij Corinthians speel de o.a. Sultan Hamid Alkadri. Soerabaia: HBS - Excelsior - Thor - Ajax (mil.), MLD (luchtvaart) - Zee macht (Marine) - Chinese clubs T. Hoa Gie Hoo, HCTNH - Anasher (Arab.) - Mena Moria (Ambon) - RKS (roomse club). Bij Thor speelden o.a. Bakhuis en Smeets en ook de bekende rechts buiten Adam (bekend om de schaar beweging). Na rust in een wedstrijd tegen Anasher niet meer opgekomen, stierf aan een hartaanval. Ter completering bij de foto van Thor (Moesson no. 20) waren de onbekende spelers: Klencke en Marschner. Semarang: Go Ahead - MOT - SVV - de Chinese clubs Union, TNH en THH (Pekalongan) - Alhilal (Pekalongan). Bandoeng: Sparta - Velocitas (beide mil.) - LA (Luchtmacht) - Uni - Sidolig en de Chinese club YMC. Batavia: Hercules - Oliveo - Vios - SVBB - BVC - Chin, club UMS en Jong Ambon. Verder herinner ik mij een Java-elftal dat tegen Australië speelde en dat met 2-1 won. De opstelling was als volgt: Claassens (MOT) de Raadt (HBS) - de Jong jr. (MOT) Wasterval Risamen de Jong sr. (Excelsior) (MOT) (MOT) Hagenaar Meyers Malaihollo (Uni) (Thor) (Oliveo) Kho B.L., Rehatta (TNH Malang) (Oliveo) H. ALEXANDER PARADISO, EEN ANDERE VISIE Door middel van deze brief willen wij alsnog reageren op het verslag van R. Boekholt over de Indische jongeren dag in Paradiso (Moesson, 15 mei '84). Wij, twee van de aanwezige jongeren, hadden een geheel andere indruk van de dag. Om die reden willen we graag hier onze ervaringen vertellen. Voor ons was de bijeenkomst een be langwekkende gebeurtenis. Wij her kennen ons dan ook weinig in de be namingen die Boekholt de aanwezige jongeren toedicht: 'pubers stom be lachelijk', jongeren die 'het Indisch-zijn misbruiken om moeilijk te doen en rotzooi trappen'. Nooit eerder hebben we meegemaakt dat een zo grote groep Indische jon geren bij elkaar kwam om te spreken over hun Indische achtergrond. Het was prettig om te horen wat de ande ren te vertellen hadden. Wat er ge zegd werd riep soms herkenning en instemming op. Een voorbeeld hiervan is het feit dat wij geleerd hebben ons naar buiten toe zo veel mogelijk aan te passen aan de Nederlandse gewoontes en waarden. Ons werd bijgebracht keurig Nederlands te spreken en zo min mo- (lees verder volgende pagina) een paar anderen maakten alles klaar voor de picknick. Eerst kwamen we bij de smidse die in de schaduw van hoge bomen stond. Het slaan op het aambeeld klonk gezellig en liefelijk. Het dorp leek wel uitgestorven, 't was doodstil, geen mens te zien. Alles zag er keurig en schoon uit. Later ontdekten we onder de kolong van de huizen huisvlijt. Jonge meisjes en vrouwen weefden schitterende kleden, de Pa- lembangse Kain Songket. Er werd veel gouddraad in ver werkt. De meisjes weefden zonder een patroon erbij. Zo maar uit 't hoofd. Men deed één maand tot 6 weken over een tafelloper. Tijdens de wandeling kwamen we ook bij een stuk grond waar men een huis ging bouwen. Op die plek stond een aangeklede houten paal met een zwarte paraplu er op Bij navraag bleek die paal de jaga te zijn van dat stukje grond. Na de wandeling terug naar onze picknickplaats waar we al gauw gezelschap kregen van kippen, geiten, honden en vliegen. Er stonden ook een paar jongetjes die limonade, vruchten en zoete thee in flesjes verkochten. De koopwaar stond uitgestald op een paar planken op schragen. Het was een heerlijke dag, moe en met een voldaan gevoel gingen we terug naar Palembang. HEIDI BEIJER

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 7