In Memoriam Kurt Görlitz
Het was voorpagina-nieuws en het NOS-journaal had
er een filmploeg op af gestuurd: 25 kilo kruit en
springstof, 100 granaten, 91 pistolen en revolvers, 13
schietballpoints, 10 spuitbussen traangas, 25 gewe
ren, 10 machinegeweren, 123 incomplete wapens,
200.000 scherpe patronen, 65.000 hulzen en tientallen
messen en sabels werden na het overlijden van de
heer K. B. G. Görlitz gevonden in diens woning te
Den Haag. Deze vondst werd gedaan door de nieuws
gierig geworden politie: Görlitz had een geladen
pistool meegenomen naar het ziekenhuis waar hij was
opgenomen voor een beroerte.
Inderdaad als er brand was uitgebroken of zo, dan
hadden er ongelukken kunnen gebeuren en bepaalde
dingen had deze voormalige conservator van het
Armamentarium in Delft (een wapenmuseum dat is
verbonden met het Koninklijk Nederlands Leger- en
Wapenmuseum in Leiden) niet mogen doen. Maar
wie het onderstaande In Memoriam van A. van Leeu
wen gelezen heeft, zal Görlitz begrijpen en hem vrij
spreken: niet wegens gebrek aan bewijs, maar we
gens het ontbreken van schuld. En in de overwegin
gen van het vonnis zou zeker opgenomen kunnen
worden dat een huis vol wapens bij Görlitz vele
malen te verkiezen is boven één bot mes in de han
den van geteisem dat hier en nu een hels paradijs
heeft. Redactie
De jager in het groen.
"shooters bible", naast de geïllustreerde catalogus van een
der grootste Amerikaanse verzendhuizen werden door hem
uitgespeld. Zaken waar hij extra warm voor liep, kwamen
in discussie aan vele kampvuren onder het zuiderkruis,
vaak tot diep in de nacht, waarbij met één oor geluisterd
werd naar de vele geluiden buiten de lichtkring
Kurt was eigenlijk op jeugdige leeftijd al een legende. Zo
was daar het verhaal van de oelar welang, die warmte bij
Kurt zocht, toen hij in zijn slaapzak sliep aan de kant van
de weg ergens in het Bantamse. De slang betaalde zijn
nieuwsgierigheid met een afgeschoten kop
Zo ook de python, die hij levend wilde vangen, toen het
reptiel om hem heen zat en Kurt om hulp vroeg en aan
wijzingen gaf om de staart vast te grijpen, hij - Kurt - had
de kop al beet
Daar was de zieke tochtgenoot, die hij vele kilometers terug
droeg naar het basiskamp om op te knappen.
Kurt kwam uit een goed nest: Fijne vader, die altijd belang
stelling had voor Kurt's vrienden, een schat van een moe
der, lieve zusters en leuke broers, ja dat huis in gang
Adjudant was "a happy ship".
Na de oorlog kwam Kurt ook naar Holland; hij had immers
bij de Nefis gezeten. Op de vaderlandse schietbanen gooi
de hij al gauw hoge ogen, speciaal met de Parabellum
9 mm. Al gauw werd hij conservator van oorlogs/wapen
musea, eerst te Delft en later in Leiden. Was dit op aan
wijzing van de goden op de Olympus? Kurt kreeg zo een
uitvoerige kennis van wapens en springstoffen, in aanslui
ting op wat hij al wist en dat was niet gering. Hij kreeg dan
ook nationale en internationale vermaardheid. Dat hij vanuit
deze positie een huis vol wapens en kruitsoorten verzamel
de, zoals bij zijn overlijden bleek; wie kan hem dit - echt -
kwalijk nemen. Voor mannen als Kurt gelden speciale nor
men en maatstaven, los van het feit dat er maar weinigen
zijn die gerechtigd, dan wel in staat zijn "Kurt te meten
Kurt Görlitz, oude makker, tot ziens in de eeuwige jacht
velden. Je zult daar opgevangen zijn door oubaas Olivier
en Tjalie, twee van de grootsten onder ons; Ook Lex Den-
ninghof en onze spoorzoekers Allak en Anta (Tjitespong)
zullen er gestaan hebben, terwijl old Mr. Ives "hello ge
roepen heeft. Als het zover is, hopen we je weer te her
kennen aan die grote groene helmhoed en de Mauser
uhlanen karabijn, jouw laatste onvergetelijke zilverbuks
ANTON VAN LEEUWEN
Posteerhuisje voor de jacht.
Dinsdagavond 29 augustus 1984, lazen wij de overlijdens
advertentie in de Haagse courant Kurt Bruno Carl Görlitz
overleden. Hij werd 72 jaar
Van alles gaat er dan door je heen en met computersnel
heid draait de klok terug. Kurt dood; hoe kan dat nou?
Die potige makker van je, wel weer een hele tijd geleden...
Wij leerden Kurt kennen op de hoofdaktecursus van de
Pams in 1934, waar we bij hem in de tweede klas kwamen.
We werden, al ging dat niet zo maar, goeie vrienden, gin
gen veel samen met de fiets op jacht en hielden lange
gesprekken over alle mogelijke onderwerpen in zijn "out
door life" ingericht paviljoentje in gang Adjudant te Batavia-
centrum.
Kurt was een merkwaardige kerel, altijd wat aan de stille
kant, begiftigd met een fijne soort humor, oersterk - de
beer werd hij wel genoemd - een rustige uiterst betrouw
bare makker, van wie je altijd op aan kon en die als 't nodig
was, watervlug in actie kwam. Kurt geloofde in idealen en
discipline. Hij trainde en oefende dagelijks vele uren om
spieren en ogen in feilloze combinatie op commando te
laten samenwerken en zo steeds betere resultaten te be
reiken in de boksring, op het jachtveld, op de schietbaan
of zo maar, als een onverlaat het waagde met zijn beroem
de groene fiets er van door te gaanWapens waren
immer zijn grote liefde en de jaarlijkse uitgave van de
6