Medische studiereis naar Indonesia Zoals in Moesson van 1 mei 1984 was aangekondigd, vond van 4-26 augustus 1984 een medische studiereis plaats naar Indonesië. Aan deze reis, die werd georganiseerd door dr. H. R. Sinia, werd deelgenomen door 12 Nederlanders en 9 Duitsers. Dr. Sinia is door zijn jarenlange werkzaamheden in de tropen goed bekend in Zuid-Oost Azië en door hem werden contacten gelegd met In donesische collegae, waardoor zeer leerzame bezoeken konden worden gebracht aan medische instellingen in Bandung, Yogyakarta en Denpasar. Over en weer werden wetenschappelijke verhandelingen gehouden en verder vielen de deelnemers enkele onverwachte verrassingen ten deel, zoals een ontvangst door de burgemeester van Bandung, een uitnodiging de dansvoor stelling bij te wonen van de kinderen van de onderneming Kaliklatak in Oost- Java, een ontvangst ten huize van prof. dr. R. M. Moerdowo, rector magnificus van de universiteit Udyana in Denpasar en een aangeboden cocktailparty in het Bali Beach Hotel te Sanur. Maar het belangrijkste was toch de uitwisseling van kennis en ervaring en hetgeen de studiegroep leerde omtrent de volksgezond heid in het huidige Indonesië. Over dit laatste schreef dr. Sinia ons het volgende: door Dr. H. R. Sinia Van Indonesische zijde deelde men mede, dat poliomyelitis sedert 1977 wordt bestreden met verplichte inen tingen. Dengue, een koortsende virus infectieziekte, komt slechts endemisch voor bij kinderen tussen 5 en 10 jaar. Sedert 1974 zijn in Indonesië geen pokkengevallen meer waargenomen. Het aantal malaria-patiënten op Java is de laatste jaren sterk verminderd, maar deze ziekte steekt zo nu en dan weer de kop op. Enterogastritis is in Indonesië nog al tijd een groot probleem gezien vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. Deze ziekte vertoont het hoogste sterf tecijfer bij kinderen onder de vijf jaar (40%). Verantwoordelijk is het entero- toxine dat wordt uitgescheiden door Escherichia coli. Het aantal patiënten met wormziekten ligt bij de Indone sische bevolking zeer hoog (80%); de helft komt daarbij voor rekening van Ascariden (spoelwormen). Een onder zoek, uitgevoerd in het district Abian- semal op Bali naar het voorkomen van taeniasis - een ziekte veroorzaakt door het parasitair in de darmen aanwezig zijn van lintwormen, gekenmerkt door vaak heftige buikklachten, hongerge voel, algemene vermagering en het met de faeces verliezen van handvormige proglottiden - wees uit dat 2% van de 2538 onderzochte kinderen geinfec- teerd bleek te zijn. Daarbij werd de hoogste graad van infectie aangetrof fen bij kinderen van 0-9 jaar. Het ge ringste aantal besmettingen werd waargenomen bij kinderen van 10-19 jaar. Als oorzaak van de overdracht van lintwormen op nieuwe patiënten komen de volgende mogelijkheden in aanmerking: de gewoonte zijn behoef te te doen op onjuiste plaatsen, het fokken van varkens rondom de wonin gen, het eten van lawar (een onder de bevolking geliefd Balinees gerecht be reid uit rauw vlees), ontoereikende zelfbehandeling. Een klinische studie uitgevoerd bij 108 patiënten, die werden opgenomen in de afdeling voor hartziekten in het ziekenhuis Sanglah in Denpasar, ge houden in de periode van juli 1983 tot augustus 1984 gaf het volgende beeld te zien: van de 70 mannen en 38 vrouwen tussen 20 en 90 jaar le den 66 (61.1%) aan coronaire vaat ziekten; 15 (13.9%) aan rheumatische hartaandoeningen; 10 (9.3%) aan arythmie (een stoornis in de gelijkma tige frequentie van de hartslag); 7 (6.5%) aan een hypertensieve hartaan- doening (een hartziekte ontstaan op grond van een te hoge bloeddruk); 7 (6.5%) aan een pulmonale hartkwaal; 3 (2.8%) aan cardiopathie (een aan doening van de hartspier); 30 (27.8%) van deze patiënten overleden ten ge volge van verschillende oorzaken: 12 (40%) aan een congestieve hartaan- doening, d.w.z. door een abnormale ophoping van bloed in het hart; 4 (13.3%) door een cardiogene shock; 6 (20%) door onbekende oorzaak. Ofschoon hepatoom (een uit levercel len bestaand gezwel) zelden voorkomt, wordt deze kwaal in sommige streken van de wereld regelmatig aangetroffen (bijv. in de Sahara, in Zuidoost-Azië - o.a. in Indonesië, Japan, India en in landen rondom de Middellandse Zee). In getallen weergegeven is hepatoom een van de kwaadaardigste ziekten in de wereld van vandaag, waarbij zich jaarlijks zo'n 200.000 nieuwe gevallen voordoen. De prognose (het voorspel len van de afloop van deze ziekte) is nog steeds moeilijk en het sterftecijfer zeer hoog (80-90%). Uitgaande van patiënten die geïnfec teerd zijn met een hepatitis B-virus bestaat er een opmerkelijke overeen komst tussen de geografische ver spreiding van HBsAg-dragers en het optreden van hepatoom. Dit wijst er op, dat er een nauwe relatie bestaat tussen deze twee verschijnselen, het geen weer leidt tot de conclusie dat een chronische hepatitis B virusinfec tie een van de oorzaken kan zijn van een primaire levercarcinoom. Op Bali werd een voorlopig onderzoek ver richt naar het voorkomen van een hepatitis A- en B-virusinfectie. Bloed monsters werden verzameld bij de be woners van 6 dorpen in verschillende districten. Verder werd bloed afgeno men bij leerlingen van middelbare scholen en studenten van de Univer siteit Udayana. Bovendien werd bloed verzameld van kinderen van 1-14 jaar oud, die om de een of of andere reden in het ziekenhuis Sanglah in Denpasar waren opgenomen. 14 Bloedmonsters werden verzameld van kinderen die met verschijnselen van hepatitis in het bovengenoemde ziekenhuis belandden. Bovendien werden 50 zwangere vrou wen in het onderzoek betrokken. Alle monsters werden opgezonden naar het Bethesda Laboratorium in de U.S.A. Het resultaat van dit onderzoek luidde: in de 6 dorpen waren alle onderzochte personen besmet met het hepatitis B- virus. Ook de leerlingen van de mid delbare scholen bleken allen positief te zijn; de studenten van de Universi teit Udayana waren voor 90% besmet met hepatitis B-virus. Van de kinderen opgenomen in het ziekenhuis Sanglah in Denpasar vertoonden 79% een he patitis A-virusinfectie en 74% een he patitis B virusinfectie. Wat de leeftijds groepen betreft is er een regelmatige stijging van het hepatitis B-virus waar te nemen bij kinderen van 1-29 jaar, overgaande in volledig positief wan neer deze leeftijd wordt overschreden. Hieruit blijkt dat het hepatitis B-virus reeds aanwezig is in een zeer vroeg tijdig stadium, mogelijk zelfs al bij de geboorte. Immunisatie van pasgebo renen kan dit patroon mogelijk op den duur doorbreken. Uiteraard werd naast de medische as pecten veel aandacht besteed aan land en volk, alsmede aan de culturele bezienswaardigheden, waaraan Indo nesië zo rijk is. Het ligt in de bedoeling deze studie reis naar Indonesië in 1985 te herha len. Belangstellenden kunnen zich nu reeds opgeven bij Dr. H. R. Sinia, De Meibrink 21, 7091 ZH Dinxperlo, tel. 08355 - 3050. Men krijgt dan t.z.t. bericht. WOORDEN GEVRAAGD Een vriendin in Indonesië van een van onze lezeressen is al lang op zoek naar woorden van oude liedjes, o.a. die van "Bal masqué", "Schooiertje" en van de overige coupletten van het hieronder afgedrukte lied "Verzuchting van een Javaans paard". Kassian dat paard: hij wordt door geranseld en krijgt te weinig eten en tot overmaat van zijn rampspoed ontbreken zijn laatste coupletten. Zelfs de Zangeres zonder Naam en Vader Abraham krij gen het niet voor elkaar zoveel treur nis ende leed neer te laten dalen op één rug. Maar wie weet welk een gunstige wending in de ontbrekende regels aan het lot van het paard wordt gegeven en om kort te gaan: wie kent de ontbrekende tekst en de woorden van de overige liedjes. Reactie gaarne aan redactie Moesson. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 7