uit panje ic YAYASAN PENYAYANG BINATANG 9 Eigenlijk zou dit een stukje zijn dat in het herdenkingsnummer had moeten staan, want het houdt een kleine terugblik in. Gisteren sprak ik een kennis (ook "van daar") die hier in Spanje woont en me vertelde, dat ze o.a. laboe siam in haar tuin had. "Idioot eigenlijk," zei ze, "maar ik kon het niet laten: een levende her innering aan de bezettingstijd in Bandoeng." En daar was ik plots weer helemaal terug in de Bandoengse jaren, toen we zo grandioos vindingrijk waren in het bedenken van allerlei wat de dagelijk se pot kon verschaffen en aanvullen (en dan zo goedkoop mogelijk, want zeer schaars was het geld). Als we toen geen laboe siam gehad hadden! Wat een mogelijkheden hield die voor dien zo weinig gewaardeerde vrucht in I Wat maakte je er al niet van I In fijne sliertjes gesneden werd ze een surrogaat voor bami. Ze werd het voornaamste bestanddeel van gado- gado en petjel. Ik leverde toen op be stelling sla-schotels, mayonaise van klapperolie en eendeneieren (geen van mijn afnemers heeft ooit kritiek ge leverd en ook heeft er niemand tyfus van opgelopen). Het hoofdbestanddeel was oebi of ketella en laboe, in kleine stukjes gesneden. Ik deed er schijfjes door van heel jonge djagoengkolfjes, iedereen werd er lyrisch over, en ik had nooit gebrek aan bestellingen. Je creëerde een zalige drank van dje- roeksap met ananas en gekookte la boe, waar je kleine bolletjes uit schep te. Je maakte klappertaart van laboe slierten door een beslag van santen en eendeneieren. Droogde je schijven laboe dan bakte je ze in plaats van vlees, met uien en bawang poetih (en soms een tomaat) en je had een soort hachee. Enz. enz. Ettelijke variaties kon je uitdenken voor het bereiden van laboerecepten, zowel zoet als hartig. Behalve dan nog het gewone gebruik in de sajoer en als lalap. Ik denk nog met weemoedige dankbaar heid terug aan die peervormige licht groene vrucht, die mij niets kostte, want in de tuin had ik twee laboe- planten die zich door de heg slinger den, ik hoefde maar te plukken Echter zo verwend zijn onze tongen geworden, dat, toen ik onlangs op de Spaanse markt een laboe kocht en die ter consumptie gekookt had, ik er to taal niets meer aan vond. Tja, zo zijn we, nu willen we bloemkool en peultjes en zelfs verse asperges en champig nons. Maar al heb ik dan geen behoefte meer aan laboe siam, ik zal er toch altijd een zwak plekje in mijn hart voor behouden en ik kan me best voorstellen, dat iemand zo'n plant in z'n tuin wil hebben. Er is hier zoveel wat het oude land "aan die groene einder" weer in mijn herinnering terug brengt. In Fuengirola zag ik in een supermer- cado plots guava, djamboe kloetoek. Helaas waren het rijpe - en natuurlijk at je ze vroeger alleen halfrijp - meng- kel. In de tuin aan de Lembangweg had den we twee grote bomen die over vloedig vrucht droegen en ik placht 's middags, op één van de takken ge ïnstalleerd en leunend tegen de stam, al djamboe etend, mijn lessen te leren. De kembang spatoes staan vol bloe men, rode, rose, gele, zelfs witte met purperen hart. En al de bougainvilles bloeien in rijke overdaad. Ik zag ergens een bougainville met helgele bloemen, schitterend I Mijn vriendin Corrie heeft een witte, die zag ik tot nog toe alleen in Californië, in de kloostertuin van Capistrano en in Menado. Mijn hart gaat open als ik een water val van blauwe convolvulus zie, of een boom met de hangende, witte kel ken van de ketjoeboeng, die hier da tura heet. Hier op het terras van het flatje van Ina, waar ik een poos "djaga roemah" speel, zit ik omringd door vele plan ten. Het is avond en boven mij welft zich een tropische sterrenhemel. De hitte van de dag is versmolten tot een weldadige koelte. Wat kan een oud mens gelukkig zijn met deze rust, deze sfeer, met al deze geuren "van toen froeher". Want de melati gambir mengt haar Laboe siam (ook waloeh siam of gembas genaamd). aroma met die van "dama da noche", de plant met de trossen heel licht groene sterrebloemetjes, die mijn moe der vroeger Indische sering noemde. Hier heet ze "dama da noche", dame van de nacht, zo'n bekoorlijke naam. De nachtwind waait om me heen, koel en geurig. En o, wat hoor ik de kre kels Zo goed is nog het leven voor een oud geworden mens, ook al is er soms een moment van weemoed, om al wat voorgoed verleden werd. Ik hoor de krekels sjirpen in het duister, Hun tonen klinken hoog en broos als glas. Ik kan niet slapen, en ik luister naar al dat fluisterscherp tumult in 't gras. En ik herinner mij de vele malen dat krekelkoren klonken, hoog en hel en zacht, en duizend sterren met de manestralen een weefsel sponnen door de tropennacht. De Spaanse nacht is koel, het diepe donker is van de hoge krekelklank vervuld - Er waren nachten, licht van sterrenflonker En al mijn weemoed is daar eensklaps onverhuld - MINNIE HOOGLAND-DE WINTER AAN ALLE OUD-ATJEH BEWONERS EN/OF GEÏNTERNEERDEN De Stichting FETINA stelt zich ten doel om zoveel mogelijk mensen te berei ken, die vroeger in Atjeh gewoond, gewerkt hebben en later ook de ge- interneerden. Er zijn reeds een aantal bekend, maar nog velen niet. Juist naar deze mensen, die zich nog nergens hebben gemeld, en/of bekend staan, gaan de gedachten. Het ligt dan ook in de bedoeling om een contactdag te houden, en wel in de vorm van een maaltijd op 2 decem ber 1984 a.s. in het Groot Handels Gebouw ENGELS te Rotterdam; tegen over het Centraal Station en dus op loop afstand te bereiken. Bij voldoende deelname zijn de kos ten 27,50 p.p. te storten op gironr. 44.110.67 t.n.v. bovengenoemde stich ting met vermelding van uw naam, adres (event, tel.nr.) en aantal deel nemers. Gaarne opgave voor 20 okt. a.s. of afspraak en inlichtingen bij Mevr. J. Schmitz-Kuypers tel 08896-3186 (stichting "Dierenbescherming") w.o. Dierenasiel te Jakarta o.l.v. Ibu M. Supiah, heeft haar vertegenwoor diging op de Burg. Keyzerlaan 105, 2262 BD Leidschendam, tel. 070 - 27 1541, gironr. 5654049.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 9