O Herman en Juliette, een Indisch huwelijk BOEKBESPREKING BIBIK DINGKLIK door Hilde van Lessen-Douwes Dekker Moesson heeft met deze uitgave een boek op de markt gebracht, dat wij niet alleen met plezier gelezen hebben, maar dat bij ons een schat aan herinneringen opriep. Natuurlijk is de geschiedenis van het stormachtige huwelijk tussen Her man, geboren en getogen in een Gelders provinciestadje, en Juliette, het knappe, levensblije "Indische meisje", de rode draad, of beter nog "het rode lint", dat door het boek heen loopt en de aandacht gespannen houdt tot de laatste blad zijde. Maar dit huwelijk met al zijn menselijke "ups and downs", zijn goede en slechte tijden is door de schrijfster steeds met zorg gesitueerd tegen het Indië zo rond de jaren dertig. Allerlei bekende facetten van ons toenmalige zo rijke en gevarieerde leven komen we tegen. In het begin van het boek zien we de 1ste luitenant Herman Everman in zijn dienstwoning zitten in een oud Indisch binnenstadje op Sumatra. Hij zit al leen in zijn voorgalerij, mijmert en denkt na; Juliette is nog op Java, ze moet op krachten komen na een te vroeg afgebroken zwangerschap... De djongos pompt de gasoline onder druk-tank op en we horen bijna de suizende gasvlam van de lamp boven Herman. Herman piekert over de ge beurtenissen van het afgelopen jaar, die met de vaart van een sneltrein over hem gekomen zijn. Daar was de plotselinge oproep - na de KMA - om met zijn vriend en colle ga Frits Schans naar de Oost te gaan. De normale mailboten zitten vol en dan ontmoet hij in Genua de 20-jarige Juliette en haar 10 jaar oudere tante Paula op het vrachtschip met passa- giersaccomodatie. De vaart kwam er in, nadat hij haar voor het eerst ge zien had op het ook voor ons zo be kende Campo Santo waar Juliette op viel door houding, charme en uiterlijk. Overigens mocht haar knappe tante Paula er ook zijn! Later - aan boord - waren er op het sloependek en anders zins de traditionele elementen van een zoutwaterliefde en als Herman en Ju liette later in Sabang naar "boven" rijden, om in het bekende bergmeer te gaan zwemmen, komt de - uiterlijk - koele noorderling, die misschien nog nooit "gemengd" gezwommen had, duidelijk onder de indruk, van het "plaatje" Juliette. Een plaatje en een zwempartij tegen de achtergrond van de zo weelderige tropische vegetatie, die Herman voor het eerst ziet en on dergaat. Als het schip dan in Priok afgemeerd ligt en Herman in de beslotenheid van Juliette's hut, de koffers helpt dicht te doen, komt onvermijdelijk de spontane afscheidszoen, die toch ergens meer is dan het einde van een voor beiden plezierige, maar oppervlakkige flirt- patij op zee. Pa Cox, de vader van Juliette nodigt beide luitenants uit: "om gauw op de thee te komen". Frits komt direkt op visite en gaat onverwijld door met Paula het hof te maken. Door Paula gesteund, besluit hij uit het Knil te treden en in de theecultures boven Bandoeng te gaan. Een relatie van Paula zal hem opvangen en opleiden. Paula en Frits zijn al gauw verloofd, maar voor Herman was het einde van de reis het einde van de flirtpartij - althans, dat dacht hij. Hij komt op aan dringen van Frits toch naar de Coxen en in de grote donkere voorgalerij gaat hij op de bank naast Juliette zit ten om haar duidelijk te maken, dat hij nog geen verdere vrijersplannen heeft; Juliette is het hier niet mee eens en wanneer Herman - nerveus - haar beide handen vasthoudt om de eerlijkheid van zijn betoog te onder strepen, komt de auto met pa en ma Cox - de grote lichten aan - het voor erf op. Pa Cox vraagt, niet al te vrien delijk: "wat dit te betekenen heeft?" Herman redt de situatie door als een moedige Bayard, hij is per saldo jong officier, aan pa Cox om de hand van Juliette te vragen. De dubbele bruiloft, Herman en Juliette en Frits en Paula is binnenkort een feit. Juliette, gewend op grote voet te le ven, brengt financieel van haar huis houding niets terecht. De kaviaar, zalm, toiletten, dranken en het paard rijden worden door pa gesubsidieerd; Hermans lessen in budgettering en verantwoorde logistieke verzorging snijden voorlopig weinig tot geen hout! Pa Cox krijgt er dan genoeg van maandelijks forse bedragen in de huis- houdkas van het jonge echtpaar te moeten storten. Om een dreigende financiële catastrofe te voorkomen, vraagt Herman de be kende "buitenplaatsing" aan, die niet alleen meer betaalt, maar ook Juliette tot betere huishoudvoering kan inspi reren, door het domweg ontbreken van overbodige luxe. Juliette intussen tot haar verdriet in verwachting ge raakt, krijgt een overigens door ten nissen en paardrijden niet geheel on verwachte miskraam. Herman gaat alleen naar Tamboen (binnenplaats op Sumatra) waar hij de functie krijgt van plaatselijke militaire commandant en bij het begin van deze recensie zit hij moederziel alleen in zijn weinig riante ambtswoning, vol twijfel of hij wel echt van Juliette houdt en of dit leven nu datgene is wat hij zo graag wilde Waarde lezers, wij zullen niet verder uitwijden over de zo menselijk be schreven huwelijksperikelen van Her man en Juliette. Twee totaal verschil lende persoonlijkheden, die toch eer lijk probeerden naar elkaar toe te groeien en er echt iets, neen alles van te maken! Hoe dat in die eerste zes jaar van Her mans carrière in zijn werk gaat, moet U zelf maar lezen. De schrijfster loopt nergens omheen, noch gaat zij "ta boes" uit de weg. Huwelijkstrouw en ontrouw, jaloezie, ziekte en tegenstrij dige godsdienstige opvattingen, moei lijkheden met de kinderen en hun op voeding, een militair, die "mata gelap" wordt; 't is er allemaal en beschreven door iemand, die erbij geweest is. Daarnaast is daar de met zo vaardige pen en kennis van zaken geschetste Indische gemeenschap en de voor ons overtuigend getekende tropische na tuur. Resumerend, een boek dat meer dan normale belangstelling verdient. En dat we, als we uit het raam kijkend naar de bruine en gele herfsttinten in de bomen, doet verzuchten: 't Was goed weer een paar uren "terug" te zijn geweest". AvL Herman en Juliette, door Hilde van Lessen-Douwes Dekker. Uitg. Moes son, f 36,50, porto f 5,25. "Onvoorstelbaar deze. Ik hoor nog steeds het geknal van zijn Colt en kruitdampnja zit ook nog steeds in mijn neus." 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 20