Creolinede geur van toen it Mrs. Jeanne de Quant INDISCHE SPEKKOEKEN SENTIMENTAL JOURNEY (3) Wanneer je geboren bent in een land ergens in de gordel van smaragd, dan zijn er van die herinneringen, die je niet kunt of wilt loslaten. Zelfs degenen, die daar niet geboren zijn, kan 't gebeuren, dat, als ze eens de sfeer daar hebben geproefd, de schoonheid van de natuur in zich hebben opgenomen, er bij hen altijd iets blijft in hun wezen, hun verlangens, naar dat wat geweest is. Je omringt je in je huis met dingen, die je aan vroeger herinneren. Schilderijen, beelden, snuisterijen, kleden en een heleboel planten. Palmen en varens vooral, de hibiscus en de ficus Benjamin. Wie kan geloven, dat in dat verre tropenland deze zelfde plant kan uitgroeien tot een geheimzinnige reus? De waringin, de heilige boom, met zijn vele luchtwortels, die ook weer stammen vormen als ze de grond raken. Ik heb ze in sommige huiskamers gezien, zo hoog tot het pla fond. Zelf heb ik er drie. Een middelgrote en twee kleine. De ficus Benjamin is gemakkelijk te stekken. Dan heb ik eens een varen gekregen, zo ragfijn, dat het wel lijkt of het groen kantwerk is. Het is me gelukt hiervan nieuwe plantjes te kweken door split sing. De potjes staan op een bodem van vochtige kleikorrels in een sier- pot. Zo krijgen ze de vochtige damp, die ze nodig hebben. Trots als een pauw ben ik, als ze hun best doen steeds nieuwe loten te vormen. Ook de sierasperge voelt zich hier thuis. Een waterval van fijne groene ranken, soms met kleine witte bloemetjes, siert de bakstenen muur samen met andere soorten varens. In onze vensterbank, speciaal breder gemaakt voor alle mogelijke kweek- potjes, staan bloeiende planten, maar ook cacteeën en vetplanten. Stekjes, door mijn zus uit Indonesië meege bracht en zaden, worden met alle mo gelijke zorg en liefde opgekweekt. Soms met goed resultaat, soms minder goed en soms helemaal zonder resul taat. Het ergste is, als de zaden op komen en ineens, zonder enige oor zaak, alles weer afsterft. Zoals de zaden van de "stoute jongens". De plantjes waren vijf centimeter hoog. Ik had ze verpot en de volgende dag zielig verschrompelde stengeltjes, die niet meer tot nieuw leven waren te wekken. (Hoe ik er ook tegen praatte.) Als tegenwicht kwam een ander soort zaad tot bloei en de plantjes bloeien nu nog. Helaas weet ik de naam niet, kon de plant ook niet vinden in het tropische plantenboek. De bloemen, zacht rose geaderd, lijken wat op de kembang sepatoe. Het blad doet den ken aan dat van een stokroos. Toen de zaadjes pas opkwamen, dacht ik, dat het waroe-zaadjes waren. Daar leken de blaadjes op in 't klein. Mijn grote trots is de "Sogoh Toenteng". Als plant in de huiskamer nu niet be paald een schoonheid vanwege de nogal wilde klimgroei. Maar is 't niet leuk, dat uit een klein rood-zwart zaad je een plant is gegroeid, die steeds nieuwe loten vormt, bloemen draagt, die peulen worden waar weer van die schattige Sogoh Toetenkjes uitkomen? En dat in een huiskamer in Nederland! In de ene helft van de kamer een rottan bankstel, nog uit Indië, al meer dan dertig jaar oud en nog even sterk! Samen met andere rottan meubels op een agaat-groene plavuizen vloer: mijn wereld! In de andere helft van de kamer op dezelfde plavuizen vloer, een blank eiken eethoek en wandmeubel: de wereld van mijn man Twee werelden, samen een harmonisch geheel vormend. Boven de bank een schilderij van een straatje met een bloeiende flamboyant. Er onder een paman djadjan. Hij heeft een klant; hurkend zit die te wachten. Aan de andere kant van het straatje een kamponghuisje en daarnaast een witte muur met een hek erin. Een kerk hof? Een vrouw in sarong en kabaja, met een blauwe hoofddoek om, loopt er naar toe. Een gebogen figuurtje met een tuiltje bloemen in de hand. Het geheel ademt een sfeer van rust. In het wandmeubel een houtgesneden Balinese vrouwenkop, beeldschoon Naast enkele foto's van de tjoetjoeks, een kikker, gesneden uit een stuk boomstronk. Onvoorstelbaar, dat de maker hiervan in een simpele stronk dit beeld reeds zag. DaarnaastSubandi, mijn kleine fluitspeler, zittend op zijn karbouw. Het kalfje loopt ernaast. Achter glas een verzameling van rif en schelpen. Een porselein wit zee hondje schijnt zich hier wonderwel thuis te voelen. Een brandend lampje tovert hier 's avonds een heel eigen wereldje. Dan vult de kamer zich ook met de geur van de bloeiende Stephanotis. Ik adem diepde geur doet me aan melatie denken. Als ik mijn ogen sluit zie ik ineens een grote tuin met melatie en sedep malem. Knoppen plukken voor het badwater, de volgende och tend "Koffie!" klinkt de stem van mijn man, me uit mijn weqdromen rukkend. De pittige geur van een vers gezet kopje "koppie toebroek" voor mij en "kop- pie soesoe" voor hem mengt zich met de bloemengeur. Slokje voor slokje genieten we. Ik kijk om me heen, jaik geloof, dat ik er toch een beetje in geslaagd ben een sfeertje van "toen vroeher" in onze Zoetermeerse huiskamer te creëren. En toch mis ik iets I De geur van creoline I Creoline, waar de vloeren in ons In disch huis elke zaterdagmorgen mee werden geschrobd. Alles wat draag baar was werd naar buiten gesjouwd. Wat werd er gepoetst en geboend. Probeer niet op zo'n dag baboe of djongos voor iets om hulp te vragen. "Nanti, non, saja sekarang misih ban jak rèpot. Hari bongkar, non taoe, ja". Op een afstand keek je dan maar toe, hoe er geploeterd werd om alles weer schoon en droog te krijgen en vooral fris. Alles rook naar creoline. Tot zelfs in de bijgebouwen en de stallen was de geur van creoline. Maar dat was daarhoe kom ik hier aan Creoline? De meeste drogis ten kennen 't niet eens! Eindelijk, in Haren, een drogist, die 't wel verkoopt. Met een grote fles weer op weg naar huis. Creoline, wat een rijkdom! Wat voor dag is 't vandaag? Zater dag De emmer en de dweil komen tevoorschijn. Rieieienggg Oei, de telefoon gaat. "Ja, hallo? O, met jou Greet? Gezellig! Wanneer? Vandaag?! Ai, kan eigenlijk niet, weet je. 't Is toch zaterdag en je weet toch, zaterdag, mijn hari bongkar! Andere keer dan, ja? Je vindt 't echt niet erg? Nou, tot horens of ziens dan." Nu moet ik toch gauw opschieten. Oef! Werken geblazen! Hari bongkar, banjak rèpot Alles wordt weer fris en schoon. Creoline, de geur van "thuis", toen en nu I RAMONA VAN DALSEM Makelaar in onroerende goede ren te Los Angeles reeds meer dan 30 jaar wonend in de U.S.A. 2331 - 20th. Str. Apt. 4, Santa Monica (L.A.) Califonia 90405, telefoon 09-1.213.450-4607. TANTE NON's Franco thuis in speciale verpakking. Min. 750 gram 25, Min. 500 gram f 20, stort op giro 38 92 616 Mevr. F. Y. Robert-Flamand Mozartlaan 629 5011 SP TILBURG, tel. 013-56 08 35 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 19