Dik in de suiker
BIBIK DINGKLIK
BETER ÉÉN VOGEL IN DE LUCHT
DAN 100 IN EEN KOOI
Naar aanleiding van het gedicht over
het sadopaardje van de heer Koot,
indertijd te Madioen woonachtig, het
volgende.
Deze heer Koot, ik meen dat hij ver
bonden was aan de Opleidingsschool
voor Inlandse ambtenaren, gelegen
aan de Karreweg, was een groot die
renvriend. Ook ik woonde met mijn
familie aan deze weg (1910-1915).
Op een dag kwam een vogelverkoper
bij hem; hij droeg heel wat koeroen-
gans aan zijn pikoelan met verschil
lende vogels erin. Heer Koot had erg
te doen met deze vogels en kocht "de
hele partij" op en tot stomme verba
zing van de koopman maakte hij alle
deurtjes van de kooien open en gaf
de vogels de vrijheid
De volgende morgen stond het hele
voorerf van het huis van de heer Koot
vol met vogelverkopers Jammer dat
ik niet weet wat de heer Koot toen
gedaan heeft.
CH. J. LANTINGA-LASTDRAGER (82)
(Vervolg: "Djogjase roddels")
de koning(in) en de kroonprins werd
door het Gouvernement aangewezen.
Op een kwade dag overleed deze
kroonprins met het gerucht dat hij
vergiftigd was. Déze sultan is toen met
zijn lijfjongen (later regent geworden)
uit de kraton gevlucht naar de resident.
Die nam hem in huis om hem te be
hoeden voor vergiftiging en stuurde
hem naar Nederland. Op een Nieuw
jaarsreceptie ten paleize zou hij minis
ter Ruys de Beerenbrouck hebben
horen zeggen: "Ik begrijp niet, dat die
man nog zo beroerd Hollands gpreekt,
hij is toch al een tijd hier." Daarna zou
hij nooit meer Hollands hebben willen
spreken.
(wordt vervolgd)
wakil vertegenwoordiger
Sitinggil ontvangstzaal
Bangsal Kentjono pronkzaal
pradjoerit krijger
dawuh rondschrijven
Lily Gerrissen's ingezonden reportage
over de s.f. Watoetoelis heeft bij mij
een lawine van heerlijke en vooral zoe
te herinneringen teweeg gebracht.
Mijn vader heeft langer dan 30 jaar
gewerkt op het Hoofdkantoor van de
Cultuur Mij. der Vorstenlanden in Se-
marang. Ik zelf zat daar in 1933 voor
een blauwe maandag als typiste en
verdiende voor die tijd het vorstelijke
salaris van 60,per maand.
Wat kon je er allemaal niet mee doen
Een avondjurk van "glasbatist", toen
heel erg in de mode, kostte mij mét
loon voor de djait hooguit 10,voor
een kwartje kocht je op pasar Djohar
een boterblik oendjoeng - hoog op
getast - dikke emping melindjoe, of
zakken vol gekookte katjang, of welke
andere lekkernij dan ook.
Een oudere zuster van mijn vader
trouwde met iemand uit de suiker, zo
ook een jongere zuster van mijn moe
der. Twee broers van mijn vader waren
respectievelijk boekhouder en weeg
bruggen een tijdelijke baan, alleen ge
durende de campagne oftewel "maal
tijd" op de s.f. Demak Idjoe.
U ziet het, wij zaten dik in de suiker
ooms en -tantes en alle grote vakanties
brachten we door op diverse suiker
fabrieken, ik noem ze op, op volgorde
van mijn herinnering.
S.f. Tjokro Toeloeng, s.f. Rewoeloe,
s.f. Demak Idjoe, s.f Pagottan, en waar
ik nog het meest van weet is de s.f.
Kedaton Pleret. Op suikerfabriek Pa
gottan na, die in Madioen ligt, lagen
andere in het Dljogjase.
"Eigenlijk is die Sugimin een rotvent,
weet je."
Ook wij hadden een bepaalde voor
keur voor dat dunne gele riet als we
achter de lorries draafden en de naam
weet ik ook nog, het is (misschien nu
was) D.l. 51 of D.l. 52.
Vanwege mijn blauwe maandag op het
Hoofdkantoor kan ik nog een paar an
dere rietsoorten noemen: E.K. 48, ge
noemd naar de heer E. Karthaus; een
veel dikkere soort en wat harder ook
om te schillen dan de P.O.J., die wij
niet lekker vonden, ietwat zurig, ge
noemd naar het Proefstation Oost Java,
en D.l. betekent Demak Idjoe, ik denk
dat deze "zalige" soort daar is ge
kweekt.
Ook al vanwege de "blauwe maandag"
weet ik dat de suiker onder een be
paalde soortnaam werd verhandeld,
S.H.S. voor superieure hoofdsuiker,
H.S. voor hoofdsuiker. De niet geraf
fineerde bruine suiker at ik graag op
brood, vanwege de tètès-smaak die er
nog aan zat.
Dan had je nog de warme gekookte
ketella-pohong die ondergedompeld
in "tjing", een andere naam voor tè-
tès, iets super-verrukkelijks was, waar
we nooit "bossen" van werden.
Kortgeleden was ik nog op de pabrik
gula "Gempol" in Cirebon. Daar is
mijn jongere broer 1e machinist; jam
mer genoeg viel mijn bezoek niet in
de campagne, maar het was toch fijn
een suikerfabriek opnieuw te bezich
tigen.
Toen we op de s.f. Rewoeloe onze va
kanties doorbrachten, hadden mijn tan
te en oom al een moderne auto en
ook een "bendy". Onze koetsier heet
te Mangoen en de paarden Freddy en
Lady. We hadden daar wel 6 tekkels
(uitstekende slangenjagers), het krioel
de er van slangen.
Mijn tante met haar tangan dingin had
de mooiste anggreks, de meest ge
varieerde groententuin en tientallen
soorten varens. Haar chevelures waren
alom bekend en vruchten hadden we
allemaal uit de eigen tuin.
Wat konden wij terugkijken op een
mooie kindertijd, de vakanties bij de
suikerooms en -tantes waren onverge
telijk.
Ik had echt de behoefte om in te ha
ken op uw Sweet Memory. "Suiker"
groeten van
TRUUS VAN REYN-UHLENBUSCH
alias KENÈS
INZENDING KERSTCOPY
Wie voor het Kerstnummer aar
dige anecdotes of stukjes (liefst
niet te lang), ook foto's ter
illustratie, wil inzenden, gelieve
dit VOOR 20 NOVEMBER a.s.
te doen. Bij voorkeur geen ver
volg artikelen.
21