2
Naar Japara, maar niet vanwege het houtsnijwerk
Links: "Rumah wayang" in Japara. Rechts: Eenvoudig huis in Japara, van bamboe en klapperbladeren gebouwd.
Begin oktober was ik in de gelegenheid een reeds lang gekoesterde wens in
vervulling te zien gaan, namelijk een uitstapje naar Japara te maken. Niet om
daar het zo geroemde houtsnijwerk te bewonderen, maar om een belofte in te
lossen, gegeven aan een student die van daar afkomstig was, namelijk zijn ou
derlijk huis te bezoeken, gelegen buiten Japara. Samen met een paar geschiede
nis studenten van de Gajah Mada universiteit een Colt gehuurd (geen revolver,
maar een mini-busje van Japanse makelij). Via Solo, Purwodadi, Demak en Kudus
bereikten we tegen 4 uur in de middag Japara, maar we moesten nog een uur
verder, eerst via de grote weg en toen nog diep de desa in, aan de voet van de
uitgebluste Moeria-vulkaan. Voor wie het precies wil weten, bij Bangsri rechts
afslaan en dan nog zeker een half uur rijden de desa in, naar Plajan.
In de djamoefabriek worden de kruiden
machinaal verpulverd.
Ofschoon we al bij het vallen van de
duisternis daar aankwamen, kon ik
toch reeds een glimp opvangen van
de huizen daar, bijna allemaal in tra-
ditioneel-Javaanse stijl, oftewel de
"djoglo"-stijl (zoals we die ook kun
nen bewonderen op het traject tussen
Ponorogo en Blitar). De dag daarop
was ik in de gelegenheid meer details
van die bouwstijl te bekijken, hierbij
voorgelicht door de student die van
daar afkomstig was. Ook de meest
eenvoudige huizen zijn in die stijl op
getrokken, maar de dakbedekking is
van gedroogde alang-alang of klap
perbladeren. Het geraamte is van ste
vige bamboe en er komt geen spijker
aan te pas. Deze huizen worden "welit
loentjip" genoemd. Voor wie het kan
bekostigen is het geraamte van hout
(dikwijls djatihout) en de dakbedek
king is dan van pannen, of gedeelte
lijk van pannen. Het bijzondere is de
versiering op de nok van het dak,
waarop uitsteeksels staan in de vorm
van mensen of wajangfiguren. Midden
op het dak staat een "kelir", bedekt
met geglazuurde fragmentjes, zodat
die in de zonneschijn schitteren. De
wayangfiguren op de nok staan niet
naar de kelir toegekeerd, maar er
vanaf, terwijl de figuurtjes op de
schuine dakspanten juist naar boven
zijn gekeerd.
Helaas wordt deze traditionele stijl
meer en meer verlaten (ook al omdat
het hout duur is en er bij de djoglo-
stijl nogal veel hout gebruikt moet
worden). De vader van de student die
nogal welgesteld was (hij bezat een
Het spoorwegmuseum in Ambarawa.
Het station in Ambarawa.
Links: De plaats waar de ruïnes van het oude Portugese fort in Japara zich bevinden. Rechts: overblijfselen van het Portugese fort.
6