m&m V:m OPSPORING VERZOCHT Bovenstaande foto van een bijeenkomst van notabelen van het plaatsje Paloe (Celebes) en leden van de medische staf van het KNIL dateert uit 1925 of 1926. De namen van degenen die er op voorkomen zijn niet bekend. Wie van de lezers zou er iets over kunnen vertellen Er verscheen zelfs een geestdriftige brief, door een frans danskundige ge schreven aan zijn nicht, welke aldus luidde; vrij vertaald: "Lieve Nicht, reeds in tal van dagbladen heeft men gesproken over de kleine javaanse danseressen. Men heeft U haar kos tuums beschreven, wat er vreemds, edels, traags, geheimzinnigs, gods dienstigs in haar dans is. Mij heeft voornamelijk één ding getroffen, nl. dat haar lenigheid en buigzaamheid niet die zijn van onze danseressen en gymnastici. Die der javaanse dans meisjes is, om zo te zeggen, inwen dig en verraadt zich alleen naar buiten door het beschrijven van lijnen, veel langzamer en zachter, dan bij onze dansen." Minder overtuigend uitte zich de be wondering voor de javaanse muziek. Men vond deze wel aardig en bijzon der, zodat ieder muziekstuk een be- leefdheidsapplausje uitlokte, waaraan de muzikanten zeker niet in hun vader land gewend waren. Zelfs als de Soendanezen een rondgang door de javaanse kampong maakten met hun trommels en angkloengs, zoals op de omslag van Raoul's boekje staat af gebeeld, dromden de europese be zoekers in massa's achter hen aan. Doch onze echt-hollandse correspon dent vond het toch maar een raar or kest met zijn klokjes en rijk versierde bamboetrommels. Het gekst vond hij de bonang, die hij voor een reeks om. gekeerde koperen "kastrollen" of braadpannen uitmaakte. Ter veront schuldiging moge het volgende ge schreven worden. Toen ik in 1935 mijn vroegere leermeester prof. Huizinga bezocht, toonde hij mij het pas ver schenen boek van J. Kunst over de javaanse muziek. Doch de grote ge leerde verklaarde de javaanse muziek wel te bewonderen, maar zich als leek buiten staat te voelen, van dit twee delig werk iets te begrijpen. Er was in 1889 echter een jong frans musicus, de 27-jarige Claude Debussy (1862-1918), die dag aan dag de Kam pong Djawa bezocht, om naar de zang en muziek met aandacht en overgave te luisteren, en er van te genieten. Vooral de gamelan-muziek voor de vier javaanse danseresjes kon hem in hoge mate boeien. Dagelijks trok hij er heen "om er te speuren naar het geheim, het innerlijk verband van deze ijle, zoete muziek, met haar schier smarte lijke vluchtigheid". In Pahlen's Wereld geschiedenis der Muziek, leest men op blz. 330: "een rustpunt von De bussy merkwaardigerwijze in de cul tuur van het verre Indonesië. Niet dat hij ooit het verre Oosten bezocht. Maar van tijd tot tijd bracht een ja- vaans gamelan-orkest of een andere groep oosterse musici een bezoek aan Parijs. Ze maakten op Debussy een onvergetelijke indruk. Hij voelde intuïtief, hoe hier een muziekcultuur van duizenden jaren zich uitte met middelen, waarvan de geheimen zich met geen europese schoolwijsheid lie ten doorgronden. Staat Claude Debus sy aan het begin der nieuwe muziek van Europa, dan heeft hij daartoe ook van de javaanse muzikanten geleerd. Onbedoeld heeft de nederlandsch-in- dische regering, door het uitzenden van javaanse musici en zangeressen naar de parijse Wereldtentoonstelling van 1889 de deur geopend voor de invloed der javaanse muziek op de toonkunst van het Westen. Op de Wereldtentoonstelling te Parijs van 1900 poogde Nederland ook aan de beeldende kunst der Javanen meer bekendheid te geven. Op advies van prof. Pleyte werden gipsafgietsels in gezonden van de tjandi Sari (tussen Djokja en Solo). Zij trokken toen zeer de aandacht en met name de grote beeldhouwer Auguste Rodin zou er zich zeer voor geïnteresseerd hebben. Evenwel is van invloed dier hindoe- javaanse beelden op het werk van Rodin niets te bespeuren. Hij had zich toen trouwens reeds gevormd aan de hand van de Grieken en Michel Ange- lo. Debussy stond in 1889 nog maar aan het begin zijner carrière, Rodin naderde het einde van de zijne. Van de 25e CIE-KNIL-A.A.T. Willen de mensen die gediend hebben bij dit onderdeel in Me- dan, Sumatra, zich s.v.p. in ver binding stellen met de Reünie Commissie 25 A.A.T. p/a A. van Ast, Stadhoudersring 176, 2713 GH Zoetermeer, tel. 079- 16 80 83, na 20 uur. 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 27