Stein Callenfels TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. In 1933 werd ik voor het eerst hoofd van de Europese school in Ponorogo, in Gang Lodji. Twee brave borsten, Flieger en Zanen deden het werk. En mevrouw Van Rossum had de eerste en tweede klas. Dus ik hoefde alleen maar hoofd te zijn, een makkelijk baantje. Gaf me ook tijd om bridge te spelen met Lutge, die de H.I.S. had. En bridge is "a game of silence", dus we praatten dan niet over de school. Dit gezwoeg gaf mij ook de kans om veel tennis te spelen. Met Otto van der Mey, de AR en zijn vrouw en de rest van de haute volée. Pop van der Mey stuurde me overigens machtige kirimans, en dat was ook meegenomen. En zo maakte ik kennis met de regent, Sam. Een lustige heer, die onder andere een liefhebber was van alcohol, ietwat ongebruikelijk, maar wel gezellig. Bij het bezoek ter kennismaking zei hij bijvoorbeeld na zowat drie minuten "Zullen we overgaan" en dan kwam de vierkante pot op tafel en deden we gewoon. Via hem en Van der Mey kwamen we in kennis met de Patih Ridder, die zoals U begrijpen zult geen naam had maar een ridderorde. Van. daar. En die bracht weer een paar vrienden mee, Davies een eigenaar van een kalkgroeve en Stein. De eerste kennismaking met Stein was ietwat ongewoon Hij bekeek mij als een soort vlieg, sprak me ook zo toe en slechts mijn-toen-al-groot vermogen om consumpties te versnaperen, bracht me een, overigens matig prestige. Daaraan is het ook te danken geweest, dat wij, mijn vrouw en ik, deel moch ten uitmaken van een klein, select ge zelschap, wat vaak op zondag naar het kratermeer van Ngebel trok, op de Wilis. Niet als echte deelnemers, ei genlijk meer als een soort "glorified servants" een blanke djongos en ba boe. Maar de struggle for high life moet ergens beginnen, zeg nou zelf. In de auto van Van der Mey gingen we dan op zondagmorgen naar "boven". De vivres en vooral de dranken zou Stein wel zelf meebrengen. Boven in de pasanggrahan stond de hele staf al te sembajang dat de vonken eraf vlo gen. Stein sprak ze dan even toe, dat kon je ook in Madioen horen, makke lijk. Daarna zag hij toe, dat het Baijens echtpaar ging voldoen aan het proto col. Dat hield in, dat ik me als djongos moest vermommen en mijn vrouw als baboe. Als je me nou ziet, kun je na gaan hoe ik er toen uitzag. Mijn vrouw daarentegen zag eruit om te stelen, maar dat heeft ze haar hele leven ge daan. Daarna kwam de eerste acte van het zondags festijn. Aan de kant van het meer lag een vlot. Hierop gingen twee kisten Tjap Koen- tjie, vier stoelen en de vier heren hier boven vermeld. Otto van der Mey deed het best, de regent viel ook vrij handig aan boord, de pati ridder deed het meestal kruipend maar Stein, dat was andere koek. Eerst vier of zes man het water in, gebogen onder het vlot krui pen, grijs van angst en spanning. Dan een paar aanwijzingen van Stein, dit maal ook te horen in Semarang, en dan ging hij aan boord. Het gekke was, dat het iedere keer nog lukte ook, nooit eens een dode of zwaar vermink te vlot steuner. Dan werd het vlot naar het midden van het meer getrokken. En mijn werk begon. Ik moest namelijk met behulp van de mandoer de flessen tellen, die overboord werden gegooid. De zilveren hals gaf hierbij houvast. En terwijl de heren hun partijtje whist speelden (denk erom, het heertje sa lueren) telden wij ijverig tot vier en twintig. Daarna werd het gezelschap aan wal geloodsd en kwam Stein even de keu ken inspecteren. Die was steeds "op maat" dat wil zeggen op zijn maat. Niet gewone schalen en schaaltjes en zo, maar heuvels van voedsel, met een enkele berg ertussen. Naar zijn zeggen gaf dat Stein wat appeteit en dus nam hij een paar paitjes. Het mo gen er acht of tien zijn geweest, kan ook meer zijn. Ik weet dat niet, omdat wij geacht werden ervoor te zorgen dat de glazen niet leeg werden. En dan het maal. Daarbij mochten wij ook aan_ zitten, aangezien wij altijd volgens Stein, zielig mager waren en dus wat moesten eten. Hierbij past het mij een opmerking te maken. Volgens mij is de schepping foutief georganiseerd. Als je jong bent en pas getrouwd, is je eetlust goed en groot en je salaris misselijk klein. Ben je daarentegen oud, dan mag je niets meer, niet van eten en van drinken. En je hebt een top-salaris. Als ik bin nenkort eindelijk en welverdiend in de hemel kom, moeten de engelen even wachten maar, ik moet dat eerst re gelen met de Opperste Bouwheer van het Heelal. Na de maaltijd werd er niet geslapen. Stein beschouwde dat als een zwak heid en dus werd er gepraat. Dat deed Stein altijd alleen, daar had hij trou wens niemand bij nodig. En dan sprak hij over zijn werk en toen vooral over de Borobudur. Tegenwoordig hoor je daar ook wel over praten, maar nooit zal iemand over dat monument kunnen spreken zoals Stein dat deed. Hij nam het in zijn handen, bevoelde het, liet je meevoelen, en op zijn foto's, die grote glasplaten, kon hij je dingen la ten zien, die je nooit zelfs maar had kunnen vermoeden. Video's waren er toen nog niet, maar geen video kan de platen van Stein nabij komen. Soms geviel het, dat de natuur Stein riep, en U moet mij ten goede houden dat ik hier in details ga. U kent de normale kamar ketjil, maar die is niet normaal hoor. Normaal is de kamar ketjil van de pasanggrahan in Ngebel. Een brede deur, en dan een meter of tien lopen, hopen dat je het haalt, en dan twee brillen. Niet dat benepen gedoe van een bril. Je kunt immers nooit weten. En mogelijk omdat Stein last had van claustrofobie, maar hij mocht wel eens de deur eruit lichten om peinzend het meer te overzien. Grote mannen hebben grote ideeën. Het hoogtepunt voor ons kwam in de schemer. De mandoer stond al klaar om de zetel naar beneden te sjouwen, een soort sofa, maat Stein. Dan liet hij zich neer en overzag de schare. Want de desa was gekomen voor hun deel van het feest, een verhaal van Stein. Kunt U het zien, kunt U het horen en ruikenDe schemer, de bruine men sen, kalm en waardig gezeten, de kin dertjes erbij, grote ogen of aan de borst. En dan begon Stein te vertellen. We hebben het nooit echt verstaan, maar dat hoefde niet. Ook als je geen Javaans kende, begreep je het. Van de intonatie, het haast fluisteren, de don kere klanken, het statige van het woord. Geen geluid van het publiek, gevangen in het bekende maar steeds weer nieuwe verhaal van het Goede en het Kwade en de strijd tussen die twee. Het meer, het bos, de zwoele geur En dan de apotheose. De strijd was gestreden, het Goede had gezegevierd en trots stond Stein dan op en brulde de overwinning de ruimte in. En steeds weer hetzelfde. De hele kampong, een uur gevangen en gehypnotiseerd door die stem en die man en dat verhaal, vloog gillend alle kanten uit, kinderen rolden om, moeders kakelden als kip pen en Stein keek tevreden rond. Ik woon nu in Den Haag in een wijk, waar iedere straat de naam heeft van een gouverneur-generaal van Indië. Maar als het aan mij ligt, komt er iets bij. Geen straat, maar een groot plein, het Stein Callenfels plein. Maar wie is JAN BAIJENS 385 Beeklaan Telex: 34193 tunas nl. 2562 AZ DEN HAAG Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen sen gesneden Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta kantoren: Medan. Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA. 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 37