Oh, MET BLIJDSCHAP mem papa Guesthouse "TAMARA" KIMM Indische spekkoek Kerstmis, 1937 Bij mijn moeder zouden we, zoals elk jaar, de Kerstdagen doorbrengen. Vanuit de hitte in Cheribon was de koelte in Bandoeng een verademing. Bovendien was ik onder behandeling van onze Oostenrijkse familie-huisdokter, Dr. Rizzi, en ik was in verwachting van onze eerste spruit. We zouden tot na de grote gebeur tenis, die half januari zou plaatshebben, in Bandoeng blijven. Dr. Rizzi zei tegen me: "Ik ben benieuwd wie het wint, Juliaantje of jij." Want tezelfdertijd werd immers Beatrix verwacht. De 24ste waren we druk in de weer, de kerstboom moest opgetuigd en het huis versierd. In de vroege avond stond ik op een trapje om de bovenste ver siersels in de boom te hangen. Ik had gedurende enkele uren al wat lichte pijn in de rug gevoeld, maar wie let op zulke onbelangrijke ongemakjes met hot Kerstfeest voor de deur? Plots echter kreeg ik een felle scheut door de lendenen en haastig klom ik het trapje af. Neehet was toch niet mogelijkToch vonden we het raadzaam even bij de dokter aan te gaan. "Dadelijk naar het ziekenhuis, je bent al een eindje op weg." Een half uur later lag ik in het Borromeuszie- kerihuis. De dag van de 25ste december vierden we dus in het ziekenhuis. Ik werd ech ter pas tegen de avond naar de kraam kamer gebracht, terwijl het koor van de nonnetjes "Stille nacht" zong in de gangen. Voor mij werd het een nogal roerige nacht. Maar ik heb nooit be grepen, hoe vrouwen nog adem over houden om luidkeels hun stem te ver heffen. Ik had mijn adem nodig voor mijn zoon, die op de tweede Kerstdag, om half 9, een zondag was het, arri veerde, drie weken te vroeg. Onno Jan- Jelle, 51 cm lang en 6% pond zwaar. Toen z'n vader later op de dag een foto van hem nam, zei hij trots: "Niet mooi, maar ijzersterk!" Vele tientallen jaren later, vroeg hier in Bilthoven één van zijn vroegere Ly. ceumleraren naar hem, en toen ik ver telde, dat hij al vader was van vier kin deren, kreeg ik ten antwoord: "Hij is altijd al een vlotte jongen geweest." Hij besefte niet, welk een waar woord hij daarmee sprak I Ik, Onno Jan-Jelle Ze zeggen: Ik ben er een Kerstekind, maar 't laat me zo bitterlijk koud. Er is nog zoveel wat ik wonderlijk vindt, ik, arme, een paar uren oud. Ze zeggen: ik ben er een zondagskind, alsof ik daar ook iets om maal. Er is toch voor mij, die nog nauwelijks begint, zoveel nog, waar ik niet naar taal. Er is zoveel licht en er is zoveel lucht en ik voel me zo uiterst' tevree. Ik slaap en ik drink en ik kijk, ik zucht. De wereld valt werkelijk wel mee. De moeder Je hebt zo'n klein, diepzinnig fronsje, daar boven je linker wenkbrauwdonsje, wat of je daarmee toch zeggen wil Je kijkt zo wijs en je bent zo stil. Vind je de wereld zo'n knus onderonsje Een dreigende frons wordt soms dat fronsje daar boven je linker wenkbrauwdonsje, dan ben je niet stil en je kijkt niet meer wijs, dan davert het huis van je nijdig gekrijs I Dat 's eerst recht een knus onderonsje De vader M'n Onno, dat is een Adonis, die waarlijk uitzonderlijk schoon is. Pas één etmaal oud, en zo goed gebouwd. 'k Begrijp haast niet, dat hij mijn zoon is.... MINNIE HOOGLAND-DE WINTER Mijn vader was niet kerks, maar wel vroom. Hij ging nooit naar de kerk, heeft zijn kinderen ook niet laten do pen, dat moesten zij zelf maar beslis sen als zij volwassen waren, vond hij. Maar hij had een groot vertrouwen in Onze Lieve Heer en bracht dit vertrou wen ook op ons over. Hij leerde ons het lied van de Goede Herder. Daar buiten op de heide dwalen lamm'ren klein en groot. Zij grazen van de morgen tot aan het avondrood. Opdat geen leed hen dere, geen lam verdwalen zou, bewaakt een wakk're herder zijn kudde vroom en trouw. Zoals die wakk're herder zijn lammerkens bewaakt, waakt God vanuit de Hemel dat ons geen onheil naakt. Hij ziet vanuit de Hoge beschermend op ons neer En wie er ooit mocht dwalen keert Hij ten goede al weer. Hij zong het als wij naar bed gingen en bang waren om in het donker te slapen. Hij vertelde ons ook verhalen uit de Bijbel, maar deed dit op zijn eigen manier. "Adam en Eva hadden het heerlijk in het Paradijs. Ze wandelden en genoten van de heerlijke vruchten zoals pisang, sawo, djamboe. Op een dag zei Eva tegen Adam: "Wat ruikt het hier toch sterk, en wat ligt daar op de grond?" "O, dat is een doerian," zei Adam, "een heerlijke vrucht." "Wat!" zei Eva, "kun je dat eten? Met al die stekels?" "O ja," zei Adam, "wacht, ik roep de olifant I Hé, olifant, wil je die doerian voor ons openmaken?" De olifant rolde de doerian in de dorre bladeren, totdat alle stekels bedekt waren. Toen drukte hij zijn zware poot op de doerian zodat die openbarstte. En toen smulden Adam en Eva van het heerlijke, romige vruchtvlees om de pitten." MILLY INTVELD Jalan Wira Angun-Angun No. 46 in Bandung, gelegen in het centrum van de stad (achter taxi-ond. 4848) heeft 8 moderne twee persoons kamers met privé gemakken. Transport aanwezig voor tours over Java en Bali. Eigenaar Rudy G. Noya. Inlichtingen Mevr. Tamara Noya, Vlierstraat 460, 7544 GM Enschede, telefoon 053 - 76 16 45. Stort f 21,op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale ver pakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98, Amsterdam-Z. Tel. 020-62 84 61. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 8