Twee werelden: Morotai - Amsterdam -1947
ORIENT TRAVEL B.V.
Amsterdam 1947, de hoofdstad van Nederland. Nauwelijks enig begrip had ik
ervan waar dat land lag. Aardrijkskunde was een woord dat mij weliswaar boei
de, maar nauwelijks meer inhield dan wat witte krijtlijnen op een met teer be
werkte papieren wand in een slaapkamertje. Dat was Nederland, onderwees mijn
vaderStel je voor, een kind van tien dat niet weet dat de aarde rond is,
de rest nog daargelaten.
Dat domme kind was ik, op die andere planeet, een eilandje in de Pacific, Moro
tai geheten. Mijn wereld begrensd door zee; een sprookjeswereld met witte
stranden, palmbomen, een rimboe vol wilde zwijnen en geluiden die rillingen
over mijn lichaam trokken, sensatie en een intens genieten gaven. Mijn wereld.
Maar Amsterdam 1947 was de volstrek
te tegenpool. Die zomer heette schrik-,
barend heet te zijn, maar ik had het
koud. Huizen, huizen allemaal huizen
en straten, straten allemaal straten,
geen zee, geen rimboe. Ik moest naar
een school, lange gangen, kil en don
ker. Oude lokalen, schoolbanken in het
gelid, een inktpotje in een gleuf waar
geen inkt in zat, maar volgepropt met
papiertjes. Kroontjespen waar altijd
een draadje aan kleefde, waardoor het
schoonschrijven steevast resulteerde
in brokkelige weggetjes op grof hout
papier. Een landkaart van enorme af
meting hing achter de katheder van de
juf; het stelde de provincie Limburg
voor bleek later, en ik dacht dat dat
nu die andere planeet wasik snap
te er geen barst van
H*
Amsterdam is gebouwd op palen ver
telde een oom van me die rond '47 z'n
dienstplicht in Indië vervulde. Hij kwam
er vers vandaan, dus hij wist het
In Balikpapan op Borneo woonden wij
een tijdlang in noodbarakken. Daar aan
de rede was een pier die ver de sme
rige zee in liep. Op die pier stonden
wat huisjes van atap. In één ervan
woonde onze wasbaas. Vaak glibber
de ik over die gladde planken naar die
Chinees om de was te halen. Bij hoog
tij spetterde het zeewater tussen de
reten door De zee was daar ontzettend
smerig door aangespoelde oliedrums
en ongeschikt om te zwemmen. De pier
was dan ook altijd gelei-achtig glad.
Hoe die Chinees de was smetteloos
wit kleeg, is voor mij nog altijd een
raadsel.
Toen we op de boot naar Nederland
stoomden dacht ik: zó ziet Amsterdam
er dus uit: huisjes op palenBij
aankomst snapte ik er geen barst van
De vulkaan de Krakatau barstte uit en
zelfs wij in het verre Morotai werden
dagenlang getrakteerd op een fijne as-
regen. We aten rijst met as, we dron
ken thee met as, het was smerig. "Kijk1'
zei mijn moeder, en zij kon het weten,
want zij kwam er vandaan; "zó moet je
je de Hollandse sneeuw nu voorstellen,
alleen is hij wit én koud"
Toen het sneeuwde in Amsterdam in
de winter van '47 had mijn moeder niet
gelogen, maar die enorme vulkaan die
sneeuw uitbraakte wist ik niet te plaat
sen enik snapte er geen bast vanl
Ook aten we geen rijst met sneeuw of
dronken geen warme thee met sneeuw,
die bleef buiten op de vensterbanken
kleven en wij zaten achter de ramen
om die koude wereld daarbuiten weg
te bannen. Wat zijn spruitjes, witlof,
koolraap, aardappelen en erwtensoep?
Bij witlof en spruiten op het menu,
beeldde ik me in doodziek te zijn en
"zij" trapten er vaak in. Liever met een
lege maag naar bed dan in de witte
snotpap happen.
We woonden éénhoog; onze tuin was
het balkon, waar de kolenkast stond.
Vanaf dat balkon keek je uit op de
achterhuizen van de Rijnstraat. Be
neden lag een schriel tuintje van de
onderburen. Vanuit het zolderraampje
kon je over daken en nog eens daken
kijken. Amsterdam was ontzettend
groot, krioelend van de mensen in al
die huizen en straten. Ik voelde me
altijd verdwaald en zocht naar de pa
len, maar kon er géén ontdekken. Ge
lukkig wist ik opaatje altijd te vinden
tussen Rijnstraat en voorbij de remise,
richting Kromme Mijdrechtstraat.
Opaatje was een kleine man van pos
tuur, niet slechts in m'n herinnering,
maar ook bevestigd door de foto's
van hem naast zijn eerste echtgenote,
mijn nooit gekende oma. Een struise
Nijmeegse met opgestoken kapsel, wat
nog eens duidelijker accentueerde dat
opaatje een kop kleiner was. En toch,
hij staat zo fier op die bruine plaatjes:
borst vooruit, sabel rechts, galapet
onder de linkerarm geklemd. Die trot
se blik waarmee hij daar staat temid
den van vrouw en talrijk kroost. Om
ringd door bloemen en palmen in pot
voor de officiële foto met de gouden
plak voor 25 jaar trouwe dienst in de
OostMaar zó heb ik opaatje
niet gekend. Voor mij was hij de opa
uit de kinderboeken en de enige fijne
herinnering aan acht maanden Amster
dam
In Morotai woonden we aanvankelijk
in een kamp. Het LOC-kamp stond ge
schilderd op een witte toegangspoort.
Een huisje op palen met als achtertuin
de donkere, angstaanjagende rimboe.
De voortuin bestond uit een serie
klapperbomen en een enorm breed,
wit strand met daarachter ons zwem
bad de zee.
Achterin het huisje een primitieve wc,
slechts wat bamboevlechtwerk scheid
de dat van de bushbush. 's Nachts een
plas doen was op zich al een angstig
avontuur. In die diepte achter het huis
je klonken de meest lugubere kreten
door in mijn verbeelding. Misschien
slechts onschuldige vleermuizen of
een verdwaald zwijntje? De veiligheid
van het bed werd erdoor verzekerd.
De schemering viel vroeg en de man-
dibeurt, eveneens achter bij de wc
was een wedloop met zeep, water en
de aansluipende nacht. Kleine, span
nende angsten, maar toch verkiesbaar
boven een zaterdags bad in een bad
kuip waarin het water warm was, maar
het uitkleden een ijzige geschiedenis
éénhoog Amsterdam.
Juffrouw Fontijn van klas 4 lachte me
uit toen ik haar niet wist te vertellen
waar de sneeuw vandaan kwam. Va
gelijk dacht ik aan een enorme vul
kaan, want zó gek was die gedachten-
gang toch niet, maar ik vreesde dat
dat antwoord ook fout zou zijn
Ze lachte me ook uit toen ik haar
vroeg of ik niet met een potlood in
het maagdelijk witte schrift (met hout
nerfjes) moest schrijven, opdat het
dan later uitgegumd kon worden voor
een tweede gebruik
Ze lachte me voortdurend uit, meende
ik, en de klas deed uitgelaten mee. Ik
wilde het mens dan uitdagen: kom
maar op as je durftmaar dat kon
(ANVR)
RETOUR BANGKOK VOOR SLECHTS f 1.400,—
RETOUR JAKARTA f 1.975,— GAMNT^oNos
BALI - plus BANGKOK, SINGAPORE,
SUMATRA, JAVA retour f 2.445,—
AUSTRALIË met stop JAKARTA retour f 2.700,— I
Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020-24 25 38
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 63 83 67
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM
Tel. 020-23 74 84
10