Verder nieuws van 99Giri Katon99
Eind januari was het drie jaar geleden dat ik voor het eerst neerstreek in de
desa Tanèn op de helling van de Merapi, ongeveer vier km ten zuiden van Ka-
lioerang en bezit nam van mijn hutje dat ik de weidse naam "Giri Katon" oftewel
Bergzicht, gaf (zie Moesson 15 febr. 1983). Veel is er in die drie jaar veranderd.
De kamerafscheidingen van gedèk zijn vervangen door triplex; er is een euro
pees toilet en stromend water, d.w.z. als het regent Via een paar bamboebuizen
wordt het water dan van de pannen opgevangen en naar een grote plastic drum
geleid. In de droge tijd moet het water echter geput worden uit een put op on-
veer 30 meter afstand.
Hoog bezoek, de ambassadeur van de
Republiek Singapore en echtgenote.
Er is verder ook elektriciteit gekomen,
en wel van het agregaat van de desa
gemeenschap zelf. Iedere inwoner van
Tanèn kan als hij per maand 10,
betaalt 50 watt stroom krijgen, genoeg
voor twee TL buizen en zelfs een klein
televisie-apparaat. En zo is ook het
probleem licht opgelost, d.w.z. als de
motor van het agregaat op volle toeren
draait, want dikwijls is de voltage te
laag, en dan moet de petromax bij
springen. Alleen is de werkcapaciteit
van mijn grote hoofd de laatste tijd
aanzienlijk teruggelopen, zodat ik
meestal om 7 u 's avonds al onder de
wol kruip. Desalniettemin heb ik in de
afgelopen drie jaren (d.w.z. iedere
week twee dagen, zondag tot dinsdag
morgen) kans gezien drie boeken te
vertalen: Jnanasiddhanta van Dr. Ha-
ryati Soebadio (over balinees-siwa-
tische yoga); Inleiding tot de Literatuur
wetenschap van Jan van Luxemburg
e.a. en De moord op kapitein Francois
Tack door wijlen Dr. de Graaf. Met
daartussen door wat stukwerk, zoals
het her-vertalen van De opbouw van
de wetenschap van Prof. van Peursen.
En zo heb ik al met al de bouwkosten
van Giri Katon er al tienvoudig uitge
haald en het culturele tijdschrift Basis
in leven kunnen houden. (Dit tijdschrift
bestond september vorig jaar 33 jr. I).
Verder ben ik voor 33% mede-eigenaar
van een Holden Premier geworden
(bouwjaar 1972) die het nog uitstekend
doet. De jonge man die de andere
67% heeft gedokt heeft zich verbonden
om me iedere zondag gratis voor niks
naar Giri Katon te brengen, want op
de scooter rijden, daar heb ik toch
maar van afgezien. Ofschoon we hier
in Indonesië geen VUT-regeling heb
ben, voel ik me toch niet meer fit ge
noeg om op die tweewieler te rijden.
En iedere zondag als ik Tanèn binnen
rijd word ik verwelkomd door mijn
twee honden die me dan vooruithollen
en als ik het portier open dadelijk te
gen me opspringen en me van louter
"gemes"igheid in kuiten en armen
bijten.
Verder heb ik het stukje grond rond
Giri Katon proberen wat groen te krij
gen en te houden, o.a. door er een
paar pinusboompjes te planten die het
goed doen, wat accacia's (die het min
der goed doen, waarschijnlijk omdat
het te hoog ligt, nl. ong. 875 m boven
de zeespiegel), twee kelapa hibrida
(die al vrucht draagt als hij pas 3 m
hoog is), een z.g. djamboe bidji van
Bangkok (met grote vruchten zonder
pitten, maar niet zo geurig als de ge
wone djamboe bidji). In de tussentijd
zijn echter de bamboebosjes ten noor
den van mijn hutje groter geworden,
zodat het vrije uitzicht op de Merapi
enigszins belemmerd wordt. Maar die
wuivende bamboeslierten hebben ook
een eigen charme. Volgens de Jnana
siddhanta symboliseren ze de lucht in
de bamboestengels die verlangen ver
enigd te worden met het Oneindige.
En dan denk ik weer aan die dicht
regels van Rilke:
Dies ist die Sehnsucht
Wohnen im Gewoge
und keiner Heimat in die Zeit.
Dies sind die Wünsche
Leise Dialoge
taglicher Stunden mit der Ewigkeit.
(ik weet niet of ik de naamvallen alle
maal juist heb.)
In elk geval, dat allemaal geeft me de
rust en het gevoel van harmonie zodat
je zelfs een 300-tal papers of proef
werken kunt nakijken zonder je al te
afgepeigerd te voelen (zoals de vorige
maand december het geval was).
Verder heeft Giri Katon vier nieuwe
inwoners gekregen, twee tweevoeters
en twee viervoeters (de twee honden
Mijn twee kostjongens, Bambang en Soepri.
Aan de wand een poster n.a.v. het verschij
nen van een boekje dat ik schreef over
Mens en Kunst.
die ik hiervoor al vermeldde). De twee
voeters zijn twee jongens uit de Lam-
pungs, twee broers kakak beradik zo
als we hier zeggen. De oudere broer
is student op de IKIP Sanata Dharma,
een opleiding voor leraren MO, de
adik is leerling op een handelsschool
(SMEA) in Pakem. Zij zorgen er voor
dat Giri Katon vooral 's avonds altijd
bewoond is en dat de honden te eten
krijgen. Als ik zelf boven ben is eten
geen probleem meer, want de katho
lieke inwoners zorgen bij toerbeurt er
voor dat ik geen honger hoef te lijden.
Gewone desakost: rijst, sajoer van
tempe en lombok, wat sambel goreng
peté of iets dergelijks. En met die
twee jongens kan ik ook veel spulle
tjes veilig daar achter laten, o.a. mijn
trouwe typemachine die nu al meer
dan 20 jaar zijn dienst gedaan heeft.
Het gastenboek van Giri Katon is in
de afgelopen drie jaren aardig vol
geraakt. Vrienden en kennissen uit
binnen- en buitenland die ik uit
nodigde om hier de frisse berglucht
in te ademen, te genieten van het
uitzicht, kennis te maken met de desa
gemeenschap en vooral om de rust op
je te laten inwerken. Onder de binnen
landse gasten wordt de rij geopend
door Prof. Resink uit Jakarta, Prof. Su-
lastin Sutrisno en echtgenoot (zij is
dekaan van de faculteit der letteren
aan de Gadjah Mada universiteit), mijn
goede vriendin Nen Adiwinata uit West
Java (haar man was jarenlang presi
dent-directeur van het syndicaat van
theeondernemingen in de Soendalan-
den), en de gepensioneerde generaal
van politie, Raden Said Soekanto.
Onder de buitenlandse gasten noem ik
in de eerste plaats Prof. Teeuw en
echtgenote, Rogier Boon, John Textor
Grieve en last but not least de am
bassadeur van Singapore te Jakarta,
H E. Mr J. F. Conceicao, een Eurasian
oftewel een Indische jongen. En als
twee Indische jongens elkaar ergens
ontmoeten klikt dat meteen. "Please,
call me Joe. And whenever you come
to Jakarta, please stay with us. It will
16