djati-gesticht
DJATI PITTEN
ONS DJATI-HUIS
Nooit zuilen w'U vergeten
O, huis van onze jeugd
Waar wij ons leven sleten
In kinderlijke vreugd.
Het huis, waarin wij speelden,
Waar klonk een gulle lach,
Waar wij ons nooit verveelden
Bij d'arbeid dag aan dag.
Ons huis gestut door liefde,
God's liefde hield er wacht,
En wat ons deerd' of griefde,
Steeds werd ons troost gebracht.
De ene hielp de ander
Er heerst' een goede geest.
Eendrachtig met elkander
Zijn wij altijd geweest.
Nooit zullen w' U vergeten,
O, heerlijk Djati-huis.
Zelfs als wij zijn gezeten
Straks in ons eigen huis.
Wij zullen van U spreken
Tot man en kind'ren saam,
Nooit zal dat beeld verbleken,
Hoog houden wij Uw naam.
Rechts mej. Clara Roskes, midden mej. Carolien Krak en links mej. Horrocks.
door mevrouw F. Beudeker-Gerrits
Charlotte en ik hadden nu een ander tehuis. Hier zouden we dus moeten blijven
wonen. De directrice, gaf opdracht aan één van de meisjes - ze heette Hanna -
om ons wegwijs te maken in het Tehuis. We liepen niet door het hoofdgebouw.
Naast het gebouw was een stenen pad, dat ons bracht naar een vertrek, dat de
keuken en de eetzaal met elkaar verbond. Daarna liepen wij een lange galerij
door. Deze galerij grensde aan een binnenspeelplaats, het gras was mooi kort
gemaaid.
Wij passeerden een kleine kamer, die
net een bed kon bevatten, een kast,
tafel en stoelen. Dat was de kamer
van juffrouw Jongb, vernam ik. Verder
op een vruchtengoedang, dan twee
badkamers, een grote en een kleine.
Hierover later wat meer.
Op het eind van de galerij sloegen we
rechtsaf en kwamen in een grote zaal.
Deze bleek de recreatie- tevens werk
kamer te zijn. Hanna legde ons uit:
"Hier maken de meisjes hun huiswerk
en verstelwerk." Dan was er ook een
podium. Er werd weieens toneel ge
speeld op St. Nicolaasavond.
Zo kwamen we bij de trap, die naar de
grote slaapkamer leidde. Het huis had
behalve deze grote slaapzaal ook nog
een kleinere op de begane grond,
waar zowel grote als kleine meisjes
vredig naast elkaar lagen. Verder was
er nog een kamer voor de heel kleine
kinderen. Op de bovenverdieping aan
gekomen zag ik 4 rijen van 10 ijzeren
veldbedden. Aan weerszijden van de
slaapkamer 4 grote ramen. Op elk bed
lag een blauw-wit gestreepte deken.
Verder had elk bed een bantal (kus
sen). Niets anders. Ja toch, aan het
voeteneind een opgevouwen wit laken.
De bedden zagen er ijzersterk uit,
geen matras erop, gewoon zeil. De
grote zaal met al die bedden kon wel
een militair kampement zijn. Ik ben wel
nooit in een militair kamp geweest,
maar ik stel me voor, dat het er van
binnen zo zou uitzien.
De eerste nacht, dat ik in zo'n vreemd
bed moest slapen, dacht ik aan huis,
daar sliepen we wel op een zachte
matras. Ik kon de slaap niet zo gauw
vatten. Mijn zusje lag enkele bedden
verder, dus bij haar kon ik mijn troost
niet gaan zoeken. En ik kon niet zo
maar met degene, die naast me lag
(ze heette Mavis) een gesprek aan
knopen. De kamer was schaars ver
licht.
De assistente, de nicht van onze di
rectrice (tante Clarencia) had haar ka
mer links van de trap. Ze kon de hele
slaapkamer overzien als ze door het
glazen ruitje boven haar deur keek.
Haar slaapkamer was haast net zo
klein als die van de andere assistente.
De twee kinderen van tante Clarencia
sliepen met de andere kleine meisjes.
In het schemerdonker leken de slapen
de kinderen wel allen op schimmen of
spoken, want het witte laken hadden
ze over zich heen getrokken.
Ik miste iets, dat was een goeling, die
kreeg je hier niet. Bij mijn moeder
thuis hadden wij er allen een. Uitgeput
van alle emoties van die ene dag, viel
ik uiteindelijk toch in slaap. De aller
eerste nacht in mijn nieuwe Tehuis
ging voorbij.
De volgende morgen vroeg ongeveer
half zes moesten wij uit bed. Elk meis
je maakte haar eigen bed op. Men
stelde mij en Charlotte op de hoogte,
dat elk kind boven de 10 jaar een dag
taak kreeg. Zo moesten twee meisjes
de slaapkamers met een plumeau ve
gen. Je kon moeilijk onder de bedden
met een lange bezem. De meisjes
kropen onder de bedden, op een an
dere manier kon het niet. Ik heb dit
werk ook weieens moeten doen, wat
was het toch fijn om jong te zijn en
nog op je knieën te kunnen liggen,
zonder dat de gewrichten kraakten.
Maar om even terug te komen op het
eerste ontwaken in mijn nieuwe home.
12