Proces tegen de staat der Nederlanden inzake deel 11a NAGEKOMEN PERSOONLIJKE LENING 5.100,— 10.200,— f 15.100,— 20.100,— f 25.000,— f 30.000,— 36 36 48 60 60 60 178,26 f 350,41 f 409,30 456,30 f 567,54 f 678,71 SETIAKAWAN FINANCIERINGEN bv Het begon met de heer G. Jonker uit Bleiswijk. Net als vele anderen was hij be paald ongelukkig met de wijze waarop dr. L. de Jong in deel 11a van zijn serie "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" de koloniale periode in Nederlands Indië beschrijft. "Onjuist, onvolledig en vaak grievend" was de conclusie van de heer Jonker en hij liet het niet bij die constatering. Hij legde verschillende contacten, peilde meningen en uiteindelijk besloot hij tesa- men met twee medestanders de Haagse advocaat mr. L. van Heijningen te ver zoeken namens hen op te treden in een civiele procedure tegen dr. De Jong met als eis verbod van verspreiding van deel 11a dan wel rectificatie van de gewraakte passages. Mr. Van Heijningen, die zich bereid verklaarde als advocaat op te treden, adviseerde de procedure niet te rich ten tegen dr. De Jong (die heeft in principe de vrijheid om te schrijven wat hij wil), maar tegen de Staat, die destijds aan dr. De Jong - en alleen aan hem - de opdracht (of zo u wilt: het monopolie) heeft gegeven de ge schiedenis van het Rijk in de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. Eén van de vragen die in een eventueel proces aan de orde zal komen is dan ook of uiteindelijk één man belast kan en mag worden met officiële geschiedschrij ving. De situatie was dus ontstaan dat drie particulieren, bijgestaan door een ad vocaat, het wilden "opnemen" tegen de Staat. Voor een grote groep men sen over wie het gewraakte stuk ge schiedschrijving ook gaat, i.e. Indische Nederlanders, werd toen de vraag op geworpen "wat te doen". Verschillen de mogelijkheden waren daar.- afkeu ring van procesvoering, instemmend toekijken of daadwerkelijk meedoen. Sommigen keurden het voeren van een proces af, omdat het een te zwaar mid del zou zijn, omdat het niet niets is om de Staat te dagvaarden of omdat de gewraakte passages niet als onjuist en grievend zijn ervaren en zo dat wel het geval is geweest, dan legde men zich daarbij neer. Anderen stemden in met een proces maar zagen niet goed welke rol zij, veelal als particulier, zouden kunnen vervullen. En er waren er die daadwer kelijk het initiatief van de heer Jonker c.s. wilden steunen, moreel, financieel of anderszins. Ook redactie Moesson heeft zich be raden op de vraag wat te doen. Na intensief beraad hebben we uiteinde lijk besloten mee te doen, dat wil zeg gen dat naast de heer Jonker c.s. en de zich inmiddels eveneens aangemeld hebbende Stichting Nederlandse Ere schulden (S.N.E.) ook redactie Moes son als mede-eiser zal optreden in een eventueel proces tegen de Staat. Belangrijke overwegingen om mee te doen zijn - behalve natuurlijk de eer dere constatering van "onjuist, on volledig en grievend" het inzicht dat de eisende partij een zo breed mo gelijke basis moet hebben en de over tuiging dat er een situatie is ont staan, waarin Indische Nederlanders, georganiseerd of niet, een welhaast unieke kans hebben om - desnoods eenmalig - eensgezind en met geheven hoofd pal te staan voor hun geschie denis, juist in deze tijd waarin velen menen de werkelijkheid van toen te kunnen en te mogen herschrijven. Uiteraard houden wij u uitgebreid van de ontwikkelingen op de hoogte. Ook op de kosten van het proces komen we terug. Vast staat wel dat een tot en met de Hoge Raad gevoerde pro cedure ca. 40.000,gaat kosten. Er zal dan ook een speciaal gironummer worden geopend door het Comité Ge schiedkundig Eerherstel, waarop zij, die financieel willen bijdragen aan deze belangrijke procesvoering, hun giften kunnen storten. LILIAN DUCELLE RALPH BOEKHOLT Ik heb een vrij lange periode gehad van niet-lezen. Althans, niet te lezen datgene wat de gemiddelde mens pleegt te lezen: kranten, weekbladen, vere- negingsbladen. Moesson - dat dierbare blad - "las" ik nog het best: ik blader de het door en pikte hier en daar een (niet te lang) verhaal uit. Van de krant las ik vrijwel alleen de koppen en af en toe een redactioneel artikel. Verder de strip-verhalen. Garfield als eerste. Door anderen merkte ik dan wel dat ik soms iets "miste". Ik denk dat ik in zeker opzicht moe was van dat gejank en gewauwel in dit land. Over wel of niet salariscom pensatie, wel of niet arbeidstijdver korting, over hulp bij zelfdoding, over kindertelefoon, over voetballen, over stakingen en protesten omdat we moe ten versoberen, over een televisie programma, over PTT'ers die klagen over hun te kleine kerstpakket, over Amsterdam, over Brinkman, over ster vende kinderen op de "gevoelige" plaat vastgelegd met camera's van tweeduizend gulden en gratis verblijf in Hilton, over belasting betalen, over de Elfstedentocht, overMijn he mel, waar zijn we toch aangeland Ik zou wensen, dat er iemand opstond die één grote brul gaf, zodat iedereen haastig weer z'n plaats opzocht en het stil werd. Net als op school. Mis schien dat er bij iemand opkomt dat je ook dankbaar kan zijn. Voor wat er is. Maar ik dwaal af. Door mijn niet-lezen heb ik de oproep gemist in Moesson, om over mijn ervaringen in Nederland te schrijven. Zal ik nu ook niet meer doen. De ervaringen van anderen ge lezen hebbende, voelde ik mij in ze kere zin ongerust en tegelijkertijd te leurgesteld. Is op dit moment dit het geen we nog op kunnen brengen Waar is het élan, gekruid met de no dige sambal, waarvan Tjalie een prima vertegenwoordiger was? Zijn zij ver trokken en zijn de overigen dan toch weg-geassimileerd? Na het lezen van de verhalen moest ik mij scharen achter de woorden van Ralph Boekholt (Moesson, 1 april '84). Ik ga verder nog dan hij. Wij zijn zelfs niet meer in staat die rots te zien waarover hij schrijft. We kijken er te gen aan met onze bijziende blik en merken niet dat het stukje dat we "zien", deel uitmaakt van een groter geheel. Laat staan dat we er ooit nog tegen op zullen klimmen. (Al die moei te!Trouwens, de 1-2-3-show is net begonnen.) Dat machtige landschap waar Ralph het over heeft zullen we vanuit deze situatie niet meer aanschouwen. We doen het ons nog zelf aan ook ROB VAN MEERTEN 16,8% 15,3% 14,4% 13,7 13,7% 13,4% Leeftijdsgrens 64 jaar, kwijtschelding bij overlijden. TELEFOON 078 - 18 08 66 013 - 35 01 05 Karei Doormanweg 9 - 3317 ZD DORDRECHT Geopend van 9.00 - 20.00 uur 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 4