*3afaoe nili Het vrouwennummer geeft mij de kans nog eens een oude vrouw te gedenken, die op zo n vreemde manier uit ons leven verdween. Achteraf begrepen wij pas haar angst en haar trouw ondanks dat. Zo graag zou je haar nog eens gesproken hebben, maar dat kan niet meer. Ze was met ons mee verhuisd uit Mid den Java naar Kamal Madoera, wat voor haar een hele stap moet zijn ge weest, weg van haar eigen mensen naar een voor haar heel ander volk. Zij was onze baboe. Als kokki-djon- gos kregen wij een Madoerees echt paar. De kokki was heel anders dan ik op Java gewend was. Die waren goedlachs en mollig, altijd bereid je een lekker hapje toe te stoppen als je langs de keuken kwam. Deze was kaarsrecht en mager met een strak gezicht. De djongos, anders dan an dere Madoerezen, was een sul die haar in alles gehoorzaamde. In die tijd had ik een poppenhuis, niet een echt huis, maar een plank in de legkast, waarop allerlei meubeltjes, mooie uit de toko, maar ook zelfge maakte van lucifersdoosjes en garen klosjes. Ook het gezin was een men gelmoes van celluloid poppetjes en teddybeertjes. De moeder was een verfomfaaide speelgoedhond zonder staart. Een vader was er niet. Toen kwam op een dag kokkie naar me toe met een rare grijns op haar gezicht. Ze probeerde vriendelijk te lijken en gaf me een presentje, een poppetje, gemaakt van lapjes; armen en benen waren stijve houtjes, de kop was ge maakt van een schelp met een lapje erover, met arang een gezicht daarop getekend. Het was lelijk en zelfs een beetje griezelig, wat moest ik hiermee. Ik besloot dat dit dan maar de vader van het gezin moest zijn, zette het in een speelgoedauto'tje van mijn broer, in een hoek van de kamer met zijn gezicht naar de muur. Hij was op dienstreis. Kort daarna kwam mijn oom, de B.B.- ambtenaar op bezoek. Hij zag er stoer uit met epauletten op zijn schouders. Wij zaten op het platje thee te drinken en baboe Nih kwam uit de bijgebouwen naar voren, hurkte neer bij zijn stoel zei; "Kandjeng besar, ik beloof U dat ik deze mensen trouw zal blijven". Verbaasd, want waarvoor zei ze dit, antwoordde mijn oom; "Dat is mooi van je", en daar ging ze weer. De volgende dag sprak ze mijn moeder aan: "Minta lepas". "Maar Nih, waar om, gisteren zei je nog dat je ons trouw zou blijven". "Ja toch, ik wil weg, ik zal U een brief sturen". En zo was ze ineens verdwe nen, zonder afscheid te nemen. Een oude Javaanse vrouw alleen in de trein naar Midden Java. Weken later kwam de brief die ze had laten schrijven, want zelf was ze anal fabete. Ze waarschuwde voor de kok kie en djongos die bezig waren ons te bemaken. Op een of andere manier hadden ze een sleutel van de spen en namen het er goed van. Boterhammen met dik boter en suiker, maar erger was dat ze iets deden met het eten dat wij op tafel kregen. Toen baboe geprotesteerd had, werd er gedreigd dat ze maar moest oppassen, want anders zouden ze ook met haar begin nen. Zo was ze bang geworden en maar weggegaan. Wat nu? Gelukkig kreeg de kokkie kort daarop ruzie met de bedienden van de buren en vlogen de ergste scheldwoor den over de pagger heen en weer. Een goede aanleiding om haar op staande voet te ontslaan. In haar kiel zog ging de djongos en zo waren wij verlost van dit griezelige stel. Maar baboe Nih hebben we ook nooit meer gezien. L. 't H. De vrouw is sterk, zolang de man niet durft - Yves de Constantin Een fraai portretfoto van Mevrouw Burt met haar twee zoontjes. Haar man Owen Burt was chef van het Bataviaasch handelshuis Burt Myrtle en Co en zij was Julie Cornelia van Blommestein ge boren 1870 een meisje van Batang. 6 De familie Wilhelm op Dabo Singkep in juni 1930. Vader was mijn bouw ingenieur een "sinjo Benkoelen", moeder dochter van de administrateur Van der Zweep. Hun vier zoons werden geboren resp. te Bandoeng en op Dabo. Hier ziet men ze, Karei, Piet, Johan en Rudolf, voor de grap door moeder allemaal verkleed als meisjes. Leuk was het naar schoolgaan, dan kwam de lorrie, een motor wagen op rails, die alle kinderen van de mijnbouw naar de kota bracht, want zoveel andere pleziertjes had je als kind niet op zo n afgelegen plaats Foto: I.F.A.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 6