Geloof niet utr ogen, geloof itir arts
Zo staat het op een bordje in de wachtkamer van mijn oogarts. Ik had altijd alleen
maar mijn ogen geloofd. Omdat ik een pest heb aan volle wachtkamers en tot
voor drie jaar nooit bij een oogarts was geweest. Mijn brillen liet ik me aanmeten
door goede opticiens, om de zoveel jaren - als ik behoefte voelde aan een ster
kere - dan bracht ik weer een bezoekje bij mijn brilleman. En het was altijd goed
geweest.
Ik was dan ook stom verbaasd toen de
man mij, nu drie jaar geleden doorstuur
de naar de oogarts, hij kon niets meer
voor me doen. De uitspraak van de
oogarts: Staar. Ik zou behandeld moe
ten worden. Het viel me koud op het
lijf. Net als iedereen zag ik er erg tegen
op en ik stelde het als maar uit. Tot
dat het twee jaar geleden echt gebeu
ren moest. Een nieuwe lens in het
linkeroog.
De operatie gebeurde toen nog onder
narcose; en ik heb er niets van ge
merkt. De vijfde dag naar huis, niet
bukken, niet tillen, de eerste weken
een beetje kalmaan doen. Het enige
dat ik vervelend vond, was, dat het
- hoewel ik kon zien - vrij lang moest
duren voordat de mist helemaal was
opgetrokken. Maar toen las ik zonder
bril, vergat ik soms zelfs dat ik er een
tje had. Over het rechteroog was nooit
een woord gevallen. Dus nog stommer
mijn verbazing, toen ik bij een laatste
controle te horen kreeg: "Dan nu maar
het andere oog. En weer geloofde ik
mijn arts niet. Mijn ogen logen niet,
ik kon de huisnummers op twintig me
ter afstand, duidelijk zien en lézen door
mijn ramen. Ook als ik om de beurt de
ogen bedekte, het vernieuwde linker
en het nog niet geholpen rechter. Ik
zag wel dat de kleuren anders waren.
Toen ineens begon het linkeroog te
protesteren, hij vertikte het alles in zijn
eentje te moeten doen en begon te
huilen zodra ik een bladzij gelezen of
geschreven had. Bij andere werkzaam
heden in huis of tuin merkte ik niets.
Ik vond het nog vervelender dan de
eerste keer. Ten eerste omdat het zo
lang weer zou duren voordat ik alles
weer helder zou zien en ten tweede
omdat het nu gebeuren zou onder plaat
selijke verdoving. Wat eng, wat eng...!
Niks eng Geloof me, u allemaal die er
bang voor bent. Net zo bang als ik. Als
een van mijn vriendinnen die nu al de
bibbers heeft omdat ze over een jaar
geholpen zal moeten worden. Wees
niet bang; alleen maar dankbaar voor
dit wonder van de heelkunde. Nieuwe
ogen. Waarmee we onze vervuilde we
reld misschien toch wat schoner kun
nen zien
Deze tweede keer was het voor mij een
machtige belevenis. Toen ik eenmaal
op de tafel lag, was alle spanning weg.
Je wordt trouwens van tevoren voor
gelicht wat er allemaal gebeuren gaat.
Ik heb geen kalmeringstabletten ge
had, alleen maar plaspillen. Heb wel
gevraagd of ik het ziekenhuis in mocht
de eerste dagen, omdat ik geen ver
voer heb en de eerste vijf dagen toch
onder controle moest zijn.
Twee prikken, die erg pijnlijk zouden
zijn. Maar ik ben niet bang voor prik
ken. De eerste, onder het oog deed
geen pijn. De tweede, aohter het oor
ergens, was gemeen. Ik stel me voor
als een slange-beet. Of een gloeiende
breinaald, maar voordat je het beseft
is de pijn over. Voel je niets meer aan
dat oog dat je ook niet meer kunt
bewegen. Over het andere wordt een
lap gelegd. Ik hoorde mijn dokter pra
ten heel geruststellend terwijl ik zijn
handen voelde op mijn voorhoofd. Maar
ik luisterde niet naar wat hij zei, want
ik ervaarde iets wonderbaarlijks. Ik zag
iets in het oog dat hij onderhanden nam
en misschien was dat verbeelding, maar
het was mooi en boeiend. Ik zag een
zonsverduistering van heel dichtbij en
heel klein. En het begon bij het einde.
Dus niet een lichtende zon (of maan)
waarin een donkere hap groter en gro
ter werd, maar een donkerblauw rond
je, waarin het lichtende sikkeltje groter
en groter groeide. En het was of mijn
oog een open doosje was dat op een
gegeven moment werd gesloten. Pop
petje gezien, kastje dichtHet was
gebeurd. Ik keek op de klok boven
mijn hoofdde operatie had precies
vijf en twintig minuten geduurd.
Vijf en twintig minuten dat ik een ander
heel klein wereldje had gezien. Ver
beelding? Misschien. En wie weet, ziet
U nog veel mooiere beelden?
't Is nog geen drie weken geleden ge
beurd. Met het blote oog zie ik een
klein vogeltje van nog geen 10 cm
rondscharrelen onder een kruipden aan
het eind van het grasveld. Een winter
koninkje dat, met de sneeuw nog op
het gras, toch het voorjaar al ruikt of
voélt. En daar blij om is. Net zo geluk
kig als ik, dat ik hem zo maar kan zién
op die afstand.
HARRYET MARSMAN
fijne kieren van de vensters naar bin
nen..
Ik kon de slaap niet zo gauw vatten en
keek wat om me heen naar al die
liggende witte schimmen. Maar wat zag
ik ineens? Er floepte hier en daar on
der de lakens vandaan een klein licht
je. De meisjes hadden kleine flashlights
bij zich en die gingen nu aan om de
leerboeken, die ze bij zich hadden te
beschijnen opdat ze nog wat verder
konden leren. Ja, ze wilden graag het
eindexamen met succes behalen. Daar
in die hoek, dat was het bed van Ag
gie en daar in de middelste rij op het
vijfde bed, dat waswie was het
ook weer? O ja, Betsie die ook de
Muloschool vaarwel hoopte te zeggen.
En zo zag ik op nog drie andere plaat
sen een lichtje schijnen. Ik meende mijn
lessen goed geleerd te hebben en was
ook niet op het idee gekomen om nog
later te blokken op die manier.
Maar ineens daar brandde het lichtje
boven de deur van tante Clarencia
weer. Doch de studerenden die zo ver
diept waren in hun studie hadden dat
niet opgemerkt. De deur ging open en
tante Clarencia verscheen in haar
nachtgewaad. "Wat is dat?", zei ze met
hese stem. Ze kon haar ogen niet ge
loven, ze dacht dat ze de hele zaal in
diepe rust zou aantreffen. Ze liep re
gelrecht op het lichtje af, dat het dichtst
bij haar slaapkamerdeur was. Zij wist
op haar duimpje wie daar lag. "Jij Loe-
ke", zei ze, "wat is dat nu weer, heb
je dan niet voldoende gelezen of ge
leerd, de hele dag heb je toch de tijd
gehad?" Loeke zweeg eventjes, ze was
wel geschrokken toen ze zo gesnapt
werd. "Je had liever morgenochtend
iets vroeger kunnen opstaan, dan ben
je tenminste wat beter uitgerust," zei
onze assistente.
Ze keek naar die andere bedden, waar
ze meende een lichtje gezien te heb
ben, doch nu was alles donker, en de
andere opblijvers hielden wijselijk hun
mond. "Vooruit berg je boeken op en
ga slapen. Sta morgen wat eerder op,"
zei tante Clarencia.
Gelukkig kwamen we allen door ons
examen heen. Het was vreugde in het
Djatihuis en vooral Moes, de directrice
was heel blij en trots op haar pupillen.
Pas veel later toen ik reeds uit dit
Tehuis was en ik de Directrice opzocht
in Den Haag waar ik met mijn man en
zoontje op doorreis naar Suriname
verbleef, noemde ik haar Moes. Of
tante Clarencia haar over de heel ijve
rige pupillen had gesproken zijn we
nooit te weten gekomen I
(wordt vervolgd)
PERWAKILAN YAYASAN
PENYAYANG BINATANG
Burg. Keyserlaan 105, Leidschendam,
Giro: 5654349.
Ibu Supiah zet iets voort dat achterge
laten werd door de Nederlanders.
Wij moeten blij zijn dat er in Jakarta
een groep dames is die een soort van
Dierenbeschermers-club heeft opge
richt, de "Club of Animal-lovers", die
onder toezicht staat v.d. Ned. Ambas
sade en dat er plannen zijn dat onze
Ambassadeur de heer Van Dongen
Beschermheer wordt van deze club.
Inlichtingen en donaties over het wel
en wee van deze Jakartaanse club bij
het nederlandse filiaal, heer D. Quix,
tel. 070-27 15 41.
11