De neef van Michiel A. de Ruyter
bij de Koninklijke Marine (I) door A. Devos
Soerabaja 1939. Ik zat nog op de B.A.S.-school op Boeboetan toen ik een oproep kreeg voor militaire dienst. U weet
hoe dat was, doodsbenauwd dat je afgekeurd zou worden. Op de vraag van de arts waar ik geplaatst wilde worden,
was "Marine" het antwoord. Waarom ik dat zei wist ik niet, maar ik heb er nooit spijt van gehad.
Na de mars door de stad terug bij de kazerne.
Op 9 juli 1939, na eindexamen B.A.S.
en één maand vakantie, stond ik met
koffertje in de hand aan de poort van
de Marinekazerne Goebeng. Een Hol
lander zei: "Komen jullie maar mee met
mij," en wij met ongeveer 20 man ach
ter hem aan. "Eerst een tampatje zoe
ken," zei hij. Apa itu tampatje? Het
bleek een tempat te zijn, een dubbel
bed, twee boven elkaar. Op die dag
zag je een bende jongens, die uit alle
delen van Java kwamen en later bleek,
dat ik met enkelen nog in de eerste
klas van de lagere school had gezeten.
Enfin, kleding halen en alles in een
plunjezak gooien plus nog een hang
mat, een naaizakje met naalden en
draad en weet ik veel, nog meer geks.
Toen al je spullen nummeren met draad
in kettingsteek.
De kennismaking met de anderen ver
liep vlot en aan het accent kon je
horen of ze uit West-, Midden- of
Oost-Java kwamen. Die uit West-Java,
vooral Batavia, hadden de meeste
praats met hun "gua beri" en "djangan
begitu dong", en degenen uit Djogja
hadden een echte "dde" over zich,
hadden het steeds over de "sego goe-
deg" tijdens het eten van aardappelen,
maar waren over het algemeen be
scheiden, evenals die uit Oost-Java.
Zo'n groep van 20 man heet een Bak
en hiermee trok je op als éénheid tij
dens de opleiding. Aan het hoofd ston
den een baks-meester en een vice-
baksmeester.
De dag begon met reveille en ontbijt,
brood met poeroet, d.i. cacao-poedér
met suiker, worst en thee, dan enkele
uren opleiding, leren groeten, etc, ook
een gek iets, maar het moest model
gebeuren. Om 9 uur tweede ontbijt,
witte rijst met rotmok, een soort smoor
van geplozen touw, althans daar leek
het vlees op in bruine saus en dit
kreeg je elke dag. 's Middags om 1 uur
warme hap. Aardappelen, vlees, groen
te en toen moest je de jongelui horen
die niet gewend waren om aardappe
len te eten. "Dat is toch geen vreten,
geef mij maar nasi rames," of ze lieten
het staan. Enkelen vertikten het gedu
rende een week dit te eten, maar toen
moest het wel, want je mocht zeker
een maand de poort niet uit. 's Avonds
brood, poeroet, worst of gebakken ha
ring uit blik. Het eten was niet slecht
en je kon eten zoveel je wou.
Donderdag was het rijsttafel of wat
daarvoor door moest gaan. Rijst met
kerrie van kip. De kip was denkelijk
in haar geheel in een grote pan gedaan
en stuk gekookt in kleine stukjes met
beentjes en al, niet slecht van smaak
en je kon het eten tot het je neus uit
kwam.
Aardappelen jassen, 180 man aardap
pelen schillen op z'n Hollands naar je
toe, van je af mocht niet. De hachee
was goed, alleen dat uien schillen I
Bergen uien voor je en zoiets is niet
leuk en bezorgde heel veel tranen en
slechte gedachten en woorden die met
sentiment weinig verband hadden.
De lessen in gezondheidsleer door de
marine-arts, en zijn waarschuwingen
aangaande de omgang met de meisjes
van plezier. Op de gekste momenten
mocht je 's morgens niet naar de W.C.
en was het grendelinspectie, ledereen
moest langs de verplegers die moes
ten bekijken of Jan bij de meisjes was
geweest en een infectie had opgelo
pen.
Voordat je uit mocht moest je in de rij
staan en werd er op toegezien dat je
schoenen gepoetst waren, je uniform
smetteloos wit was, pet ook mooi wit.
Zo niet, dan kon je pas een uur later
met de volgende sloep weg. Sloep is
een uitdrukking voor tijd van passa
gieren.
Buiten de poort keek je uit naar alles
wat uniform was, want zelfs een kor
poraal, of het nou KNIL of Marine was,
moest je groeten, jawel! Menig heils
soldaat kreeg ook een model-groet
vooral 's avonds als je niet wist wie
of wat het was. "Ajo, groeten maar
deze," en je poot schoot omhoog.
Intussen had je de eerste maanden
van de opleiding achter de rug, waarin
zoveel dingen gebeurd waren, dat je
er een boek over zou kunnen schrijven.
Dat schieten met een Manlicher ge
weer, een belevenis op zich. Met ba
jonet op, zo'n 1.70 m lang, en daarmee
staande op een schijf schieten. Die
geweren op zich waren best en op
100 m kon-je-niet-missen I Er waren
genoeg jongelui die nog nooit met een
geweer geschoten hadden en bij het
afdrukken hun ogen dichtknepen en de
de schietoefening, een belevenis op
zich
18