OORLOG EN OVERLEVEN (II) Fa. Johs. Ouwejan Zn. "INGET MATI" "AD PATRES" BANGKINANG VROUWENKAMP door Jan Koot Voor de zoveelste maal verlangde de Japanse administratie lijsten met onze namen, kwaliteiten enz. De 11e juni 1942 kregen we bericht van de Japanners dat er elf officieren waren aangewezen om naar Japan te gaan, waaronder mijn persoon. Van 5 april tot 17 juli 1942 waren wij als krijgsgevangenen in Palembang geweest. De eerste helft brachten we in de Mulo-school door, de andere helft in de Chinese school, die midden in de inheemse buurt was gelegen. Ons vertrek naar Singapore - op weg naar Japan - werd sterk vertraagd door een zware regenbui. Om 17.00 uur stonden de vrachtauto's en busjes echter gereed. Bij de veerpont aangekomen zagen we de Engelsen staan, die met de in totaal 21 Nederlanders eveneens deel uitmaakten van de "party". De wacht die ons begeleiden zou, werd aan ons voorgesteld. De Japanners namen afscheid na enige krijgsartikelen te hebben voorgelezen. Op commando werden hierna door de Japanse wacht de geweren geladen. Even leek het erop dat er een massa-executie op komst was. Ze waren altijd erg ondoorgrondelijk en onbe rekenbaar. De belangstelling van de inheemse bevolking was erg groot. Het viel allemaal echter mee. Na de ceremonie van het geweer laden werd onze bagage op een paar motorboten geladen en daarna konden we zelf instappen om naar het Japanse stoomschip Taga Maru te worden vervoerd. In de nacht van zaterdag op zondag bereikten we het vuurschip, dat in de mond van de Moesi lag. We lieten hier het anker vallen. Bij het aanbreken van de dag kregen wij van het lichtschip orders om de reis te vervolgen. Het was onbegrijpelijk dat het Neder lands-Indische Gouvernement alles in onbeschadigde toestand had achter gelaten. De volledige betonning en bebakening der rivieren was intact Wij stoomden de gehele dag verder en passeerden het eiland Banka op plm. 10 mijl afstand, 's Avonds, even na zonsondergang en de volgende dag tegen zonsopkomst zig-zagden wij ten einde de kans op torpedering geringer te maken. Wij kwamen verscheidene grote, nieuwe Japanse tankers tegen, die zich in Palembang zouden laten vollopen met de daar gestolen olie. Het BPM-bedrijf was praktisch geheel onbeschadigd in handen van de Ja panners gevallen, zodat binnen 14 da gen na de bezetting alles weer draai de, nu onder leiding van Japanse krachten. Duizenden tonnen olie en benzine waren er in voorraad. De ver- nielingsploeg van de fabriek mocht alleen op order van de militaire autori teiten tot vernietiging van het bedrijf overgaan. Deze order was nooit ge geven. De Nederlandse legerleiding had zeer tijdig het hazepad gekozen en had getracht naar Java uit te wijken. Indien tegenstand geboden was aan de Japanse invallers dan hadden die nog een hele dobber gehad om zich van Palembang meester te maken. Nu werd de fabriek, zonder dat er tegen stand werd geboden, door slechts en kele parachutisten-troepen genomen. De Japanners stelden zich onmiddellijk met een machinegeweer boven op de olietanks op. Toen enige Nederlandse soldaten erop wilden schieten, werd hun dit verboden: de tanks zouden wel eens in brand kunnen worden gescho ten. Het was ongelofelijk om dit alle maal te horen, doch het waren feiten. De 5de augustus herdachten wij de derde verjaardag van prinses Irene op het erf voor ons huis. Een foto van H. M. Koningin Wilhelmina hadden wij voor de Nederlandse vlag geplaatst, omgeven door palmtakken. De Austra lische generaal Gallighan was met enige van zijn officieren uitgenodigd om de plechtigheid mee te maken, terwijl het muziekkorps aanwezig was om de volksliederen te spelen. Gene raal Overakker stak een zeer ongeluk kige speech af. Hij sprak over het kin- deke, dat in haar wiegje naar Londen was vervoerd enz. Hij had zich voor deze gelegenheid zeer strijdlustig ge kleed. Hij had nl. zijn "leertuig" aan gedaan en stond daar al draaiend en heen en weer lopend voor de "troep" de plechtige speech af te ratelen. Land- en Zeemacht waren apart op gesteld. Rosenwald voerde, daartoe aangewezen, het commando en moest - bij aankomst van de hogere officie ren - als volgt commanderen: "Officie ren en manschappen van het Konin klijk Nederlands-Indisch legerof ficieren van de Koninklijke Marine Geeftacht Wij vonden het allemaal een belache lijke vertoning; de plechtigheid was ver te zoeken. Uiterlijk vertoon op een nostalgische wijze met het doel de verdwenen grandeur van de hoofd officieren wat op te vijzelen. Zij dach ten weer wat meer prestige te ver krijgen door het dragen van bij elkaar geraapte uniformen en distinctieven. Zo had generaal De Fremery dagen zitten ploeteren om een pet - gekregen van een Engelsman - om te bouwen tot een hoofddeksel van een Neder lands generaal. Die pet overtrok hij met blauw laken en naaide daarna de versierselen van de epauletten erop van de Resident van Palembang. Een schoon geheel, zo'n pet maakte van zelf een enorme indruk. Iets dergelijks was ook gebeurd in het kamp Palem bang. Ter gelegenheid van de verjaar dag van prins Bernhard op 29 juni, vaardigde kolonel Bozuwa de order uit dat alle officieren hun onderschei dingstekenen moesten dragen op het avondappèl. Natuurlijk had niemand deze dingen nog, zij moesten gemaakt worden. Van melkblikjes werden epauletten ge maakt. Ik stelde mijn zwarte Chinese broek ter beschikking om de epaulet ten met stof te overtrekken. Overste Van Rinkhuyzen had een gele broek die hij - in ruil voor een witte - afstond om daarvan strepen en krullen te laten maken. Groot plezier vanzelf om dit fröbelwerk, maar serieuze protesten hielpen niet. (wordt vervolgd) Na een dapper gedragen ziekzijn ging heden toch nog onverwacht rustig van ons heen mijn geliefde, zeer zorg zame Man, onze lieve Broer, Zwager en goede vriend, OSCAR JULES MISPELBLOM BEYER geboren 19 augustus 1913 te Kraksaan in het voormalig Ned.-lndië. Delft: H. M. J. Mispelblom Beyer-van Beek 's-Gravenhage: M. Th. Mispelblom Beyer P. H. Mispelblom Beyer-De Charon Delft: Jan Hans en Eeke 2623 CL Delft, 30 maart 1985. Wezelstraat 58 Begrafenis-en Crematie-Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS en ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Fred. Hendriklaan 7 Den Haag, tel. 070 - 55 64 27 (3 lijnen) Een sober geschrift van mevr. Liesbeth Spijker-Kesselaar (1899-1968), opnieuw uitgetypt en gecopieerd door Carel van der Steen. U kunt het bestellen door overmaking van 11,4,85 verzend kosten) op postgiro 1795876 t.n.v. C. van der Steen, Schoutsplaats 17 te Wognum. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 20