Eikels en andere dingen in't dieet
van de Californische Indiaan
De San Gabriel Mountains, gezien vanuit Upland, California. (Foto: J. N. A. van Balgooy)
door Lizelotte E. van Balgooy
't Is nu eind februari. Het weer is heerlijk hier in Upland, (zuid) Californië: de
temperatuur is 24 graden C., er waait een zacht briesje, en de zon schijnt van
een blauwe hemel. Ons voorraam biedt vrij uitzicht op de San Gabriels, een
geologisch jong plooigebergte dat van west naar oost loopt. De winterstormen
een paar weken geleden hebben een wit hoedje achtergelaten op de hoogste
toppen, maar verder zijn de met dicht kreupelhout en dennen bedekte berg
flanken vrij van sneeuw. Ze staan scherp paarsblauw afgetekend tegen de flets-
blauwe winterhemel - een prachtig gezicht.
't Kreupelhout op deze zuidelijke heuvels bestaat vaak grotendeels uit Manzanita
(Arctostaphylos), een manshoge struik met mooi bruinrood, glanzend hout en
kleine, ovale, fris-groene, leerachtige blaadjes. De takken groeien vaak in gril
lige bochten en kronkels. De witte tot roze urnvormige bloempjes groeien in
trosjes aan de einden van de takken en veranderen later in pinktop-grote,
ronde, bruinrode bessen. Manzanita bessen zijn vrij droog en zitten vol met
fijne pitjes. Indianen, beren, coyotes (wilde hond), en wasberen eten deze vruch
ten graag. Ook de Amerikaanse kolonisten, die zich pas vanaf 't midden van de
vorige eeuw in Californië vestigden, gebruikten deze bessen voor jam en als een
zure frisdrank. Voor de jager en de wandelaar is de Manzanita een ware plaag;
er is bijna geen doorkomen aan volgens m'n man, die zich vaak door zo'n tapijt
van takken heeft moeten heen worstelen en dit altijd met gescheurde kleren en
pijnlijke schrammen heeft moeten bekopen.
Verder groeien er ook veel en verschillende soorten yucca, hier soms Lord s
Candle genoemd vanwege de enorme witte bloemtrossen, die hoog boven de
rozetten van taaie, dunne, degenscherpe bladeren uitsteken. De Indiaan at des
tijds de bloeiwijze van de yucca, die hij "hart van de yucca" noemde. Daarvoor
koos hij de sterk gezwollen bloeiwijze, die met behulp van een lange, stevige,
aangepunte stok uit de rozet van bladeren gestoken werd. Als er een paar dozijn
van deze bloeiwijzen verzameld waren, werden ze 'n hele dag gepoft in een zg.
grond-oven. Zo'n Indianen-oven bestond uit een diep gat in de grond, waarin
een flink vuur werd gestookt waar een heleboel keien tot roodwordens toe in
werden verhit. Op deze hete keien werden de "harten" gestapeld; daarop bla
deren, en de hele boel werd dan met een dikke laag aarde bedekt. Op deze
manier werd de yucca min of meer gestoomd. De gare yucca had een bruine
kleur en smaakte zoetig. Men zegt dat de smaak best meeviel. Op deze manier
bereid, kon yucca tot een jaar bewaard worden.
Behalve deze jonge bloeiwijzen, at de Indiaan ook de bloemen en de onrijpe
vruchten van de yucca, hetzij gekookt of rauw. Ik heb een beet genomen uit zo'n
onrijpe yucca-vrucht om achter de smaak te komen - die is wrang maar niet
onaangenaam. Ik heb er weieens over gedacht om de witte duimlange, sterk
geurende klokbloemen te verwerken in gado-gado of sajoer, maar ik vond vroe
ger toeri, pisangbloem, en ketjombrang niet lekker, dus betwijfel ik of ik yucca-
bloemen lekker zal vinden. Je moet ergens een grens trekken, vind ik.
Verder groeit op deze locale bergen ook veel Life Oak (Quercus agrifolia),
een eik met kleine, ovale, van scherpe tandjes voorziene blaadjes die in de
6
De oostelijke tak van de San Gabriel rivier
met op de achtergrond de San Gabriel
Mountains. Rechts een tros onrijpe vruchten
van de Yucca. in.» Q
(Foto: J. N. A. van Balgooy)
herfst niet afvallen (vandaar de naam).
Deze eik kan heel groot worden met
wijds uitwaaierende takken, perfect
voor schommels en speelhuisjes. Eer
tijds groeide deze eik vrijwel overal
op de Californische heuvels. Waar
men deze nog in grote getale aantreft,
verleent deze mooie boom een park-
land-achtige atmosfeer aan 't met gras
begroeide landschap, wat erg schil-
deractig aandoet. De Indiaan vond
diens kleine, veel looizuur bevattende
eikels echter maar minnetjes. Zij ver
kozen andere eikensoorten, zoals de
Black Oak (Quercus kellogii), die blijk
baar een smakelijkere eikel produceert.
Eikels werden in de herfst bij manden